donderdag 31 januari 2013

Uitgelezen: Bring up the Bodies (27)

Hilary Mantel: Bring up the bodies.

Wolf Hall las ik in drie dagen. Bring up the Bodies in drie maanden.

In het eerste deel werd je voortgejaagd: wie is die Cromwell? Waar zal dit eindigen? De energie die loskwam tijdens deze regeringsjaren: een koning die niet meer buigt voor de paus, een scheiding, de executie van machtige, toonnaangevende kerkelijke leiders, maar ook de intriges aan het hof; dat alles leest als een wervelwind, die je grijpt en niet meer loslaat.
Hoe anders is het vervolg. Om te beginnen: je weet natuurlijk hoe het afloopt. Maar het hele proces daar naar toe, naar het moment waarop Anne Boleyn haar laatste minuten beleeft, dat lijkt haast terloops te beginnen. Stap voor stap ontwikkelt zich eerst een idee en daarna de uitvoering, onverbiddelijk, meedogenloos. Alsof we over een zakelijke transactie lezen in plaats van de vernietiging van een mens van vlees en bloed.
De Nederlandse vertaling van het boek is Het boek Henry. Die titel is de benaming van Cromwell voor een verzameling regels en richtlijnen, zeg maar een handleiding voor de omgang met Henry VIII. Hij leest de vorst inmiddels als een boek. En hij ziet: de koning is ongelukkig. Hem ontbreekt het belangrijkste: een wettige zoon, een opvolger. Het huwelijk met Anne Boleyn pakt niet uit zoals hij hoopte. En dat terwijl het hem zoveel heeft gekost: de scheuring met de moederkerk, het onbegrip en de woede van de Europese hoven, en ook het volk is bepaald niet gecharmeerd van The Concubine.
Dan valt het oog van Henry op de kleine, fletse, zwijgzame Jane Seymour. En Cromwell ziet toe, luistert. Hij heeft genoeg aan minder dan een half woord. Het schaakspel begint. Instructies voor de Seymours. Op zoek naar de mogelijkheden om Anne Boleyn aan de kant te zetten. Een scheiding? Daar lijkt Anne niet mee akkoord te zullen gaan. Bovendien heeft Comwell zelf nog een rekening te vereffenen.
Geduldig manipulerend, met inzet van al zijn getrouwen, wordt bewijs verzameld voor het uiteindelijke proces.
En daar staat het dan, op pagina 364. Daar hebben we al die tijd naar toe gelezen. Daar heeft Mantel naar toe geschreven, heeft Cromwell naar toe gewerkt.
Bring up the Bodies. Deliver, that is, the accused man.
5 mannen en een Koningin zullen eindigen op het schavot, wegens hoofdverraad. Juridische argumenten van staatkundige aard garanderen deze uitkomst. De Koning wil een nieuwe vrouw, Cromwell zorgt dat het gebeurt.
De in ongenade geraakte families raken hun lucratieve baantjes en invloedrijke posities kwijt, aan de Seymours, en aan Cromwells getrouwen. Een nieuwe periode begint.

Alle details, alle dialogen, ze vormen het weefsel waarin de roman gekleed gaat. Toegevoegd, zonder enige noodzaak voor de voortgang van het verhaal, word je verder in de tijd gezogen. Ik geef twee voorbeelden.

Er is verwarring over de nieuwe religie. Ook diegenen die zich oprecht en met inzet bekeren vinden het maar een moeilijke materie. Dat blijkt bijvoorbeeld als een huisgenoot aan Cromwell vraagt of het nu wel of niet zin heeft voor zijn pas overleden schoonmoeder te bidden. Hij hield van haar, wil haar graag het vagevuur besparen, maar sommigen zeggen dat gebeden een ziel niet kunnen bevrijden. Wat is het juiste, wat te doen?

Nadat de vier beschuldige mannen zijn onthoofd, worden hun lichamen van het schavot verwijderd. Het is gewoonte dat de kleding van de ter dood gebrachten voor de gevangenisbewaarders is. Kant, bont, laken, het is allemaal geld waard en in die zin dus een fooi die aardig kan oplopen. Daarna worden de lichamen aan de families teruggegeven. Maar zonder hoofd, en alleen gekleed in een hemd, zijn de lichamen niet meer herkenbaar: wie moet naar welke familie? In één zin, verstopt aan het eind; en diezelfde avond zag ik de gevonden lichamen in Aleppo in het nieuws: geëxecuteerd, zonder identiteitsbewijzen....

Het is in zekere zin een hard boek. Er is voldoening, maar weinig vreugde. Cromwell wordt ook ouder en is zich daar terdege van bewust. Hij weet nog niet wat hem allemaal te wachten staat. Wij wel en de grote vraag is nu hoe hij zich staande weet te houden en hoelang.
Mantel zei in diverse intervieuws dat deze boeken geschreven móesten worden. Laat ik er aan toevoegen, dat ze vooral ook gelezen moeten worden.



woensdag 30 januari 2013

Epicentrum Loppersum

Maandagavond 28 januari kwam minister Kamp naar Loppersum om over de gevolgen van de vele aardschokken te praten. Die gebeurtenis raakte wat ondergesneeuwd door het Grote Nieuws (de toespraak van Hare Majesteit, waarin zij haar abdicatie aankondigde).
De bewoners spraken over hun zorgen, de minister zei dat alles heel goed onderzocht zou worden, uiteraard ging het over geld (terecht als je huis langzaam uit elkaar scheurt), en dat was dan weer dat.
Laten we realistisch blijven: de meeste Nederlanders weten niet waar Loppersum ligt, en die aardschokken zijn wel eng, maar ver van hun bed.
Dat er in dat gebied fantastische middeleeuwse kerken staan, minstens zo mooi als al die oude kerkjes in Frankrijk, Italië en Spanje, waar men en masse doorheen schuifelt, dat weet men helaas ook niet.
Vandaar een kleine collage van foto's, die wij de laatste jaren gemaakt hebben, van de Petrus- en Pauluskerk. En vraag jezelf eens af: wat, als het epicentrum bij het Binnenhof had gelegen? Of bij het Paleis op de Dam? De Nieuwe Kerk van Delft?

begin bouw 1200-1250






het is echt een bakbeest van een kerk









 De kerk is vooral bekend vanwege de vele Maria-schilderingen.




Deze spreekt mij natuurlijk aan: probeer maar eens een boek te lezen, met zo'n blijde hond in de buurt. En die hoed is ook geweldig. In hoeverrre lijkt Maria hier op een meisje/jonge vrouw in het Midden-Oosten? Ze is in de kerk omringd door haar ouders en natuurlijk Jozef, mooi. Hoe vaak zie je een afbeelding van haar beide ouders? Dat is toch heel bijzonder. En wat vond haar vader eigenlijk van die jonge man, die Jozef? Kon hij wel de kost voor haar verdienen? Volgens mij spreken de afbeeldingen van een diepe genegenheid tussen de personen. Zo gaat dat, je kijkt naar een middeleeuwse interpretatie van mensen die aan het begin van onze jaartelling leefden en je laat er je eigentijdse mentaliteit op los, zoals eeuwenlang mensen voor je deden. Je daar bewust van zijn, dat is nou een historische beleving.

Voor meer informatie en prachtige foto's: klik hier

Loppersum is bereikbaar met de trein, er is een hotel en ook zijn er andere horecavoorzieningen, diverse winkels, etc.


Loppersum, gemeente Loppersum, Groningen
Foto's: A.B. van der Ploeg
 

dinsdag 29 januari 2013

Uitgelezen: Diepere Lagen (26)

Bart Chabot: Diepere Lagen. Verslag van een bestraling.

Altijd als Bart Chabot op tv verscheen, keek ik met een mengeling van blijdschap en erbarmen. Dat geweldige accent, die onstuitbare woordenstroom, dat gewiebel op de stoel, het grijpen naar de bril; zo volkomen hyperactief, zo vermoeiend om te zien en, dacht ik, om te zijn.
En toen opeens was daar het verpletterende bericht. Tumor in het hoofd. Weliswaar goedaardig, maar op de verkeerde plek. Ik kende iemand met een vergelijkbare kwaal. Bij hem lag tussen diagnose en overlijden slechts enkele weken. Bijna 20 jaar geleden, ik hoopte dat de medische wetenschap had bijgeleerd.

Zolang het ging verscheen Chabot op tv, onder andere bij Pauw en Witteman. En toen het weer ging, schoof hij opnieuw aan. Weer als ouds? Iets was veranderd. Voor het terugzien van het fragment  klik hier

Inmiddels is er Diepere lagen, zijn verslag van die ene, heftige bestraling, die hem zou moeten redden.
Het boek begint ergens in London, begin jaren tachtig. Op weg naar een concert stoot Bart zijn hoofd aan de metalen rand van een Underground-voertuig. Dat kwam hard aan. Begon met die bloeding de woekerende celdeling, die hem uiteindelijk, in de volgende eeuw, al die problemen zou bezorgen?
Pas in 2010 begint een proces van uitval van gevoel en gehoor. Het boek beschrijft nauwkeurig wat er met het lichaam en het brein gebeurt. Er blijken verschillende behandelwijzen mogelijk te zijn, waarvan de uitvoerende artsen (uiteraard) vinden, dat die de beste overlevingskansen bieden. Hoe maak je dan een keuze?
Bart besluit te kiezen voor een eenmalige, zeer intensieve bestraling van de tumor. Na de bestraling mag hij meteen naar huis. Zoals hij ook in P&W vertelt, vallen de eerste dagen na de opname reuze mee. Pas daarna begint de reactie op de behandeling toe te slaan, en ook de bijwerking van de voorgeschreven medicatie pakt anders uit dan hij verwachtte.
Zeer uitgebreide hallucinaties vullen de nachten. Chabot beschrijft ze nauwkeurig in opeenvolgende hoofdstukken.
Pas daarna treedt het herstel in. Hoewel, het lijkt er op dat Bart Chabot niet helemaal weer de oude zal worden. Zijn vrouw mist zijn drukte. Er is een Voor-de-operatie en een Na-de-operatie.
Dat zullen mensen, die ook een heftige, levensbedreigende medische situatie hebben meegemaakt, herkennen. Het wordt nooit meer helemaal hetzelfde. Zelfs als je weer helemaal dezelfde bent geworden, weet je, dat dat zomaar afgelopen kan zijn.

Het boek geeft een duidelijk, eerlijk beeld van wat het betekent om een levensbedreigende aandoening te hebben. Niet iedereen gaat daar op dezelfde wijze mee om, laat dat duidelijk zijn. De uitgebreide beschrijving van de hallucinaties vind ik zelf wat teveel van het goede. Aan de andere kant: het is zo moeilijk om de levensechte belevenissen in die andere wereld te rijmen met het "gewone" leven waarin je weer terugvalt als je geneest. En uiteindelijk kiest een schrijver zijn eigen onderwerp.

Het lijkt er op dat de behandeling heeft gewerkt. En dat we nog jaren Bart Chabot op de televisie kunnen zien, ietwat rustiger. Sadder and wiser, schreef een recensent, naar aanleiding van dit boek. Mooie uitdrukking en misschien wel op zijn plaats.
De eerlijkheid en openheid van Chabot maken Diepere Lagen tot een zeer toegankelijk boek. Geen poespas, geen literaire omwegen, je krijgt het, zoals het is.
Een brughoektumor is een zeldzaam ding. Kanker is dat niet. Ziekte in zijn algemeenheid niet.
Maar, zoals Chabot ook in P &W zegt: voor de dood hoef je niet bang te zijn! Laten die wijsheid en dit boek ons troost bieden, als het leven zijn klappen uitdeelt.






zondag 20 januari 2013

Vensters op Oost-Groningen (8): Nieuw Statenzijl

Stil is het...

Hier is het einde van de wereld....



Nou ja, dat is misschien een beetje overdreven. Maar het is wel aan de rand van Nederland.
Dat huisje rechts, aan de rand van het rietveld, dat is de Kiekkaaste. Er loopt een vlonderpad heen, door het riet. Van harte aanbevolen!
Nog een foto met uitzicht, een paar meter verderop:





Daar staat íe, op de dijk bij het sluizencomplex van Nieuw Statenzijl. Een groot waterbouwkundig bouwwerk, dat er voor zorgt dat onze voeten droog blijven.
Meestal treffen we meer bezoekers, maar vandaag zijn we alleen met honderden ganzen. En lucht, heel veel lucht.



In de zomer liggen hier meestal wel wat boten aangemeerd. Je hoort dan van die zomerse geluiden; een kabel die tegen een mast slaat, het gekraak van een scheepswand, golfjes die tegen een boeg kabbelen. Maar vandaag: niets van dat alles. Elk seizoen heeft zijn eigen geluiden.


Daar ligt Duitsland. Gaan we vandaag niet heen.




Dit is de Westerwoldse Aa: dwars door drie aan elkaar grenzende polders: de Kroonpolder, de Stadspolder en de Reiderwolderpolder. En daar, achter de horizon, is ons thuis. Daar gaan we weer heen: warm worden met thee en koek.

Voor informatie over de sluizen: klik hier

Nieuw Statenzijl ligt in de gemeente Oldambt, Groningen
Foto's: P.M. van der Ploeg

zaterdag 19 januari 2013

Vensters op Oost-Groningen (7): Oudeschans.

Hoe langer we hier rondlopen, hoe meer ik er van doordrongen raak hoezeer de 80-jarige Oorlog (of de Nederlandse/Nationale Opstand) het landschap hier heeft beïnvloed. En steeds denk ik dan met medelijden aan die mannen, die lopend uit alle delen van Europa hier in mist, kou en moeras hun einde vonden. Man zegt dan, dat het meest Nederlandse huurlingen waren. Alsof zo'n jongen uit Breda enige affiniteit met Jipsingboertange had. Ik bedoel maar.
Oudeschans is een vestinkje, door Willem Lodewijk aaangelegd in, pak hem beet, 1593. In de 20ste eeuw was er niet veel meer te zien van de oude vesting, maar in de laatste jaren zijn de contouren weer zichtbaar gemaakt.
Hoewel piepklein (plm. 90 inwoners) is het hier in de zomer behoorlijk druk.
In het garnizoenskerkje worden goedbezochte concerten georganiseerd.



Er zijn wat galerieën, een horecagelegenheid en een vestingmuseum.


met kanon!



Hier staat het gele kader.





Het mooie pand daarachter is o.a. met subsidie van Europa gerestaureerd. (Er komt heus wel eens wat deze kant op).
Stampend in de sneeuw zagen we opeens een glimpje voorjaar.

winterakonieten.

Nou vooruit, nog even door de hoofdstraat. Daar troffen we nog een prachtige telefooncel aan.


Op dinsdagmiddag bij 4 graden onder nul kun je hier het spreekwoordelijke kanon afschieten. Van het voorjaar nog eens, en dan langs de bastions lopen: leuk. En kijk vooral ook eens op Google maps naar Oudeschans, goed inzoomen en je ziet de vesting vorm krijgen.

Oudeschans ligt in de gemeente Bellingwedde, Groningen
Foto's: P.M. van der Ploeg en van Aag zelf

Gevonden voorwerpen (5): Koud!

Midwolda


In Midwolda staat een prachtige borg met daarachter een langgerekt bos. Aan de overkant van de weg is de parkeerplaats, met een informatiepaneel. Daar zag ik dit:




Eigenlijk is iemand anders de eerlijke vinder. Die persoon heeft de handschoenen opgeraapt en ze voorzichtig op de rand van het paneel gelegd.


Zo dus. Hoe kun je met die kou nou je handschoenen niet missen? Ik denk dat de eigenaar ze heeft uitgedaan om de autosleutels uit een diepe zak te grabbelen. Heeft ze daarna waarschijnlijk op het dak van de auto gelegd. Is ingestapt en weggereden. Plof, daar lagen ze. En thuis maar zoeken....
Volgens mij zijn het dameshandschoenen. Dus, mevrouw, als u ze mist: in Midwolda, daar wachten ze.



woensdag 16 januari 2013

Vensters op Oost-Groningen (6): Wedde

Wedde

Ik geloof dat het project van National Geographic officieel is afgelopen, maar ik heb nog niet van alle tochten verslag gedaan, en bovendien zijn de gele rechthoeken nog niet overal weggehaald. Even doorwerken, dus.
Zo zijn we in Wedde (gemeente Bellingwolde) geweest, een klein dorp (ruim 600 inwoners) in de buurt van Blijham en Pekela. Kijkers van het programma Verborgen Verleden weten zich misschien te herinneren dat Liesbeth List hier rondliep, tjidens de speurtocht naar haar voorouders. Daarbij bezocht ze o.a. de kerk.



Het kerkje ligt op enige afstand van de hoofdweg, en ietwat hoger. Een natuurlijke hoogte of een wierde? In ieder geval stamt het schip uit begin dertiende eeuw. De toren is van later datum.
Voor meer info, klik hier

Maar het hoogtepunt van het dorp is toch De Wedderburcht, ook wel Wedderborg genoemd. En daar staat/stond dan ook het gele kader.



Er is een rijke geschiedenis verbonden aan de burcht, voor een uitgebreid verhaal: klik hier







Je kunt er helemaal omheen wandelen, zodat je het gebouw van alle kanten kunt bewonderen.




Er is veel licht en ruimte om de burcht ontstaan, na een grondige opknapbeurt van de directe omgeving. In het voorjaar bloeien er honderden, duizenden stinzenplanten, die hier borgblomkes worden genoemd. In de nabije omgeving zijn verscheidene natuurgebieden, waar het heerlijk wandelen en fietsen is. Een eindje verderop zijn kano's te huur.
Natuurlijk zijn wij bevooroordeeld, we komen er bijna elke week,  maar dit is dan ook echt een heel mooi stukje Nederland.


Wedde ligt in de gemeente Bellingwedde, Groningen
Foto's: A.B. van der Ploeg en P.M. van der ploeg


























donderdag 10 januari 2013

Gevonden voorwerpen (4): een specht

Plaatjesalbums

Kijk, ik had nog iets gevonden.


Deze kreeg je in een zakje bij één van de supers. Nog nooit zo'n specht gezien. Ik geloof dat het een Zuid-Amerikaans exemplaar is. Nu is het Wereld Natuur Fonds een internationale organisatie (ja, duh, het is dan ook een Wereld fonds), maar ook de supermarktketen is een internationale speler. En ik meen dat ze de laatste jaren flink hebben uitgebreid in Zuid-Amerika. Dat is nog eens handig: één reclame-actie voor je hele internationale afzetgebied. Alleen de teksten moeten aangepast worden. Globalisering optima forma.
Dat plaatjes verzamelen bestaat al langer dan vandaag. Zie hier een album van mijn moeder, van toen zij een meisje was. Wat was de rest van de wereld nog ver weg!



Later kwamen de albums van Verkade. Daarvoor moest je ruitertjes sparen. Op de grote repen zaten er wel twee.
Ik herinner me nog, dat ik langs de Badweg op Vlieland soms weggegooide wikkels vond mét ruitertjes! Tot op de dag van vandaag kijk ik, als ik daar loop/fiets, onwillekeurig in de berm. En raar: die ruitertjes herinner ik me nog, maar de boeken niet. Kinderen hebben toch andere prioriteiten dan hun ouders. Er staan er nu welgeteld twee Verkade-albums in de kast: Texel en Hans de torenkraai.


 De boeken uit de Vlielandtijd staan nog steeds bij mijn vader. Manlief heeft een ander plaatjesalbum, ook erg mooi.




In navolging van Verkade kwamen meer fabrikanten met plaatjesalbums. Niemeijer, Hille (beschuit) en Bussink (ook beschuit en van de Deventer koek) zijn een paar voorbeelden.



Op Marktplaats en Boekwinkeltjes staan er tientallen te koop. Deze heb ik net besteld voor mijn vader. Prachtig bandje ook.

Wat maakt het dat mensen hier zo dol op zijn? Typisch Nederlands, wordt er gezegd. Zegeltjes sparen als nationale karaktertrek. Maar in de VS heb je de coupons. En ik vermoed dat overal wel vergelijkbare spaar- en bonnensystemen zijn. Volgens mij zit het dieper.
De mens is van nature een verzamelaar. Al scharrelend zoekt hij zijn kostje bij elkaar: bessen, noten, maden. En nu: krantje, bonnetje, boekje. En dan: zo gelukkig.

donderdag 3 januari 2013

Eetpatronen: uit logeren/smotjebrij

Chocolademelk van oma

Een herinnering, of eigenlijk meer een flard in mijn geheugen, dat is het. Ik ben bij mijn opa en oma in de Feithstraat in Groningen. Wie had toen kunnen denken, dat ik 50 jaar later naast een man zou zitten, die voor elk straatbordje waar Feith op staat remt! (fotomoment)
In het keukentje, een mysterieuze ruimte vol onbekende zaken, staat op de tafel (van hout, vierkant) een kopje of een bekertje. In dat kopje (daar gaan we verder maar van uit, mijn oma was meer een kopjesmens dan van de bekers) gingen twee flinke scheppen cacao (uit een busje). Daar werden dan twee lepels suiker aan toegevoegd.


En een scheutje melk. Vraag: was dat warme melk uit het pannetje, of was het koffiemelk uit een blikje, dan wel flesje? Ik weet het niet meer. In ieder geval moest ik daarna heel goed roeren, dan kreeg je een soort smotjebrij.
(smotjebrij is een Gronings woord, in het algemeen is het een mengsel van zand en water, roeren met een stokje, in de zandbak of op het strand. Ook wel een prutje om te eten of te drinken, zoals hier).


En omdat oma extra veel had gemaakt, mocht ik daar wat van oplepelen. Wat was dat lekker! Nu ik het opnieuw maak, en een hapje neem, weet ik opeens: het was koud, je voelde de suikerkorrels op je tong. Dús was het aangelengd met koude koffiemelk. Alle zintuigen werken mee om een herinnering te reconstrueren.

Bij de overgebleven helft schonk oma de opgewarmde melk: een kop vol.


Lekker! Nog eentje dan?
Daarna moest er afgewassen worden. Warm water, uit de ketel? Nog geen geiser, geloof ik. En dan zeep kloppen, met een stukje Sunlight in de klopper. Die geur!

nog steeds te koop

zeepklopper, bij De Klomp gekocht.

Een granieten aanrechtje. Een balkonnetje, van waar je op de achtertuin van de benedenburen keek. Waslijnen langs de balustrade. De zon scheen. Wat ik me vooral herinner zijn de zaken die anders waren dan bij ons thuis. Wat ik gewend was, viel me niet op. Zo werkt dat dus. Geen herkansing, jammer.