zaterdag 30 maart 2013

Nordic Art in Groningen

Om met de deur in huis te vallen: de expositie Nordic Art in Groningen duurt nog tot 6 mei. Ga erheen!

Hier is de link van het museum, waarin het een en ander staat over de stijlvormen en de kunstenaars.

Herhaaldelijk wordt er gezegd dat de Skandinavische kunstenaars niet of nauwelijks bekend zijn in ons deel van de wereld. Dat mag zo zijn, de schilderijen waren voor mij een feest van herkenning. De bloemen en bomen, de stoffen en het serviesgoed, ook de onderwerpen, maar voor alles: het licht, dat prachtige licht op juni-avonden, het strijklicht over de velden, zo ontzettend mooi.
Ik vraag me regelmatig af hoe het komt dat de ene mens dol is op alles wat van Amerika komt, en niets liever naar Las Vegas wil, en de ander een diepe voorkeur heeft voor het schrale, maar o zo mooie landschap van bijvoorbeeld Zweden. Krijg je dat van huis mee? Is het aangeboren?

Laten we beginnen met de bloemen. Niet alleen zijn er landschappen met bloemenweiden, studies met planten en vogels (mooi!), maar als je oplet zie je in de afgebeelde interieurs overal planten en vazen staan.





Als het groeiseizoen zo kort is ben je blij met elk bloemetje. De natuur is overal aanwezig in het Skandinavische leven; hoogtijdagen zijn de momenten dat de bosaardbeitjes geplukt kunnen worden, of de rivierkreeftenvangst begint (en anders herinnert het Zweedse warenhuis ons er wel aan).



Er is veel aandacht voor de weergave van stoffen (dat zie je trouwens ook in Assen, bij de Russische schilders). Het valt ons in Denemarken ook altijd op, op hoeveel plaatsen je handgemaakte artikelen kunt krijgen, bijvoorbeeld van vilt en van linnen. Er is daar nog steeds een grote waardering voor het ambacht, en voor de traditionele motieven die daar in verwerkt worden.

Als verzamelaar van Aluminia en liefhebbers van Skandinavisch glas en aardewerk herkenden we wel het een en ander.



Het licht is een onderwerp op zichzelf. In de catalogus lijken werken soms donker, maar op het doek knallen de kleuren je tegemoet.


De thema's: het landschap (iedere berg heeft een naam), de natuur, de mensen en hun (harde) dagelijkse bestaan. Ik herkende veel uit de boeken van Astrid Lindgren. De dronken soldaat die zijn roes uitslaapt (Michiel van de Hazelhoeve), de man die een sloot uitgraaft (Rasmus en de landloper), de verweerde vissershuizen (Zeekraai).


Prachtig vond ik het portret van een aantal mensen om een tafel, zo zwaar in hun geloof; Ingmar Bergman avant la lettre (zo donker als die kerken daar soms ook zijn).



Hartverscheurend is de boot met het kistje van een gestorven kind.



"De aarde is een tranendal,
net zijn we er, dan gaan we al,
terug naar moeder Aarde..."(zweeds liedje)

En dan dat grote doek, met de gestorven man en zijn dochter (?) die haar wanhoop uitschreeuwt, dat grijpt je bij de strot. Dat laat me niet meer los.




Eén keer is niet genoeg. We gaan nog eens. En misschien wel nog een keer. Dus: ga vooral kijken. Zo mooi zie je het niet vaak.

De afbeeldingen zijn foto's van platen in boeken en dus wat vaag. Beter is het om ze in het echt te zien.
Bronnen: Nordic Art, tentoonstellingscatalogus
Samen op 't eiland Zeekraai, Astrid Lindgren
Carl Larsson. Aquarelles. Bibliothéque de l"images.
Foto's: A.B. van der Ploeg en van Aag zelf.



dinsdag 26 maart 2013

Vensters op Oost-Groningen: Midwolda

De Ennemaborg


Kijk, daar staat er nog één.



Dit is de vijver achter de  Ennemaborg. Officieel geen borg, maar hoe zou je zo'n oud, robuust huis anders moeten noemen?  Zo kun je hem goed zien:


de voorkant


de zijkant


de achterkant

De tuin loopt over in een natuurgebied, dat beheerd wordt door het Groninger Landschap . Een (voormalig) collega, afkomstig van de Veluwe, zei eens: "Bos? Dat is geen bos, dat is een heg!"
Daar zit wat in. Maar het gebied sluit nu aan op water- en wandelgebied van Blauwestad, je kunt er wel even uit de voeten.

sneeuwresten


In het voorjaar is er een explosie van kleur en geur. Duizenden stinzenplanten, die zich langzaam maar zeker uitbreiden, tot aan de andere kant van de weg aan toe.

sneeuwklokjes



Sneeuwklokjes, krokussen en winterakonieten, alles door elkaar.



 Het was deze keer ijzig koud. Maar straks, als het warmer wordt, bloeien speenkruid, scilla's, en wie weet kievitseitjes.

In het koetshuis is een restaurant gevestigd (warme chocolademelk!), ook worden er activiteiten georganiseerd door o.a. het Groninger Landschap.

Tot slot: of je nu wel of niet van het werk van Maya Wildevuur (de bewoonster) houdt, als het donker wordt gaan alle lampen in de borg aan, dan straalt en schittert het huis als een juweel uit India. Prachtig.



Midwolda ligt in de gemeente Scheemda, Groningen
Foto's: van Aag zelf


zondag 24 maart 2013

Hunebedden: D30, Exloo/Ees

Hunebed D30, Exloo

In de bossen van Exloo, even voorbij Ees, ligt dit schamele hunebed.


Op de steen op de voorgrond zat een bronzen naambord; die is er inmiddels met enig geweld afgehaald en meegenomen. Ook zijn de stenen in 2005 met spuitbussen bewerkt. De verf is met stoom verwijderd, maar daarmee verdwenen ook de mooie kortsmossen. Gelukkig hebben die zich inmiddels wat hersteld.


Van Giffen heeft dit hunebed grondig onderzocht. Er kwamen o.a. resten tevoorschijn van ca. 80 potten. Er werden 5 vloeren gevonden. De hoogte van de onderste vloer tot de dekstenen was 1.70 meter, hoog genoeg om er rechtop te kunnen staan.

Bij het hunebed is een parkeerplaats, er staan informatieborden en er beginnen twee wandeltochten. Eén daarvan hebben we gemaakt.

volg de witte paaltjes

Dit is wat we tegenkwamen:



Een verzetsmonument, ter nagedachtenis aan 5 mannen uit Groningen die hier geëxecuteerd werden. Er valt van alles over te zeggen, maar laten we maar even stil zijn.

We wandelden langs een pingoruïne (helaas geen foto gemaakt) en kwamen toen op deze plek. Hier had ik over gehoord: er is hier tijdens de Tweede Wereldoorlog een B24 neergestort.




De toenmalige boswachter heeft de plek des onheils gemerkt met zwerfkeien in een kruisvorm (of, zoals ik het zie, in de basisvorm van een vliegtuig); er zijn beuken bij de stenen geplant.




Die beuken zijn nu al aardig groot. Er is inmiddels ook een gedenksteen geplaatst voor de bemanning van het vliegtuig én een bordje over de boswachter.








Dat is goed, dat die man ook aandacht krijgt.
Vanaf hier slingert het pad nog langs een prachtige ijsbaan, en loop je langzamerhand terug naar de parkeerplaats.


ijsbaan


Wat me nog wel bezighoudt, is die boswachter die,gelijk de hunebedbouwers, met stenen sleepte om een grafmonument tot stand te brengen dat de tijden kan weerstaan. Ik denk dat ik dat nog wel het mooiste vond.






Locatie: Gemeente Borger-Odoorn
N 52 53.492
E 006 50.740

Foto's: A.B. van der Ploeg, P.M. van der Ploeg en van Aag zelf

Bron: Wijnand van der Sanden  Gids voor de hunebedden in Drenthe en Groningen



















donderdag 21 maart 2013

Hunebedden: D28 en D29, Buinen

Vorig jaar heb ik een behoorlijk aantal hunebedden bezocht. Met het openbaar vervoer zijn ze vaak moeilijk te bereiken (hoewel sommigen pal naast een bushalte liggen). En zonder rijbewijs kom je niet ver...
Oudste zoon, die me geduldig rondreed, had weer even tijd en zin om op pad te gaan. Via Buinen en Borger kwamen we uiteindelijk bij de Zeven Heuveltjes terecht.
Maar eerst de hunebedden van Buinen.

Ontelbare malen zijn we daar langsgekomen. Dat ik tot voor kort nou nooit eens dacht: "Kom, laten we eens gaan kijken".
Gewoon aan de weg van Buinen naar Borger liggen twee hunebedden op een veldje.
De weg is druk, voortdurend razen er auto's langs, en al die mensen letten waarschijnlijk net zo min op die steenheuvels als ik deed...

bescheiden parkeerplek

Een smal pad, met een haast officiële ingang, leidt naar het reservaat.





Er liggen hier dus twee exemplaren. D28 is meermalen onderzocht. Naast aardewerk en vuurstenen werden ook twee kralen gevonden, van cilindrisch opgewonden platgeslagen koperdraad.




D29 is kennelijk nooit onderzocht


Het materiaal voor die kralen kwam waarschijnlijk uit Midden- of Zuidoost-Europa. Ook lagen er half afgewerkte bijlen van een roodkleurig steen, afkomstig uit Noord Duitsland of Helgoland. Op het informatiepaneel staan ze afgebeeld.




Men kan tegenwoordig steeds nauwkeuriger vaststellen waar de materialen van gevonden voorwerpen vandaag komen. Zo ligt er in het British Museum een vuistbijl van jade, die nabij Canterbury is gevonden. Die bijl is tussen de 4000 en 6000 jaar oud. Twee archeologen (een echtpaar) heeft 12 jaar lang gezocht in de Apennijnen en de Italiaanse Alpen, en uiteindelijk  hebben ze de mijn gevonden. Zo'n 2000 meter boven zeeniveau lag het bronmateriaal van deze bijl, op een soort werkvloer, met schilvers steen en zichtbare resten van vuur (vuur werd gebruikt om delen van de grote stenen los te werken). Later bleek ook een exemplaar uit Dorset afkomstig uit deze mijn. Tot in Skandinavië zijn jade voorwerpen gevonden, afkomstig van die ene bijzondere plek in Italië. Dat zegt wel iets over het handelsnetwerk van die tijd.
Nou schijnt het (vanwege zijn unieke eigenschappen) met jade relatief gemakkelijk te zijn om de specifieke afkomst (ik zou bijna zeggen: verwantschap) aan te tonen. Maar wat zou het fantastisch zijn als op Helgoland of in Duitsland de mijn werd gevonden, waar deze Drentse vuistbijlen vandaan kwamen.


Terzijde en heel iets anders: ik las onlangs dat de hoeveelheid korstmossen iets zegt over de luchtkwaliteit; hoe meer mosjes, hoe schoner de lucht. Nou, kijk maar eens even.
 

Ondanks de aanwezigheid van de drukke weg, wil het hier best groeien!




 Als je een beetje je best doet, heb je ook helemaal geen last van die weg. En is het ook hier weer mooi, en stil en weids.





Locatie:
D28: N 52 55.553   E 006 48.665
D29: N 52 55.540   E 006 48.668

Gemeente Borger-Odoorn

Bronnen: Neil MacGregor; A History of the World in 100 Objects
Wijnand van der Sanden: Gids voor de hunebedden in Drenthe en Groningen

Foto's: P.M. van der Ploeg en van Aag zelf














donderdag 14 maart 2013

Uitgelezen: Oude wegen (28)

Robert MacFarlane: De oude wegen. Een voetreis



Gisteren nam de oudste zoon het boek op, bekeek het van alle kanten en vroeg: "Is het wat?"

Tsja. Ikzelf houd van wandelen en van boeken over wandelen; van enige bevooroordeling is hier wel sprake. Ik kan het boek zeker aanraden, maar tegelijkertijd heb ik het vermoeden dat veel mensen er niets aan zullen vinden.

De schrijver zelf zegt: het is een boek over de mens en zijn omgeving. Over het lopen als een verkenning van het innerlijk en over de subtiele manier waarop we zijn gevormd door de landschappen. waar we ons doorheen begeven.
Het is meteen duidelijk dat hij een wisselwerking ervaart: van mens richting landschap en van landschap naar mens. Wie dit al te zweverig vindt, kan beter afhaken.
Een reviewer sprak sikkeneurig dat wandelboeken altijd over de "ik" van de schrijver gaan. Hij vond dat arbitrair, saai en egocentrisch. MacFarlane echter schrijft veel over andere wandelaars, al zijn die op hun beurt nogal monomaan bezig.
Het eerste hoofdstuk is een voorbeschouwing en inleiding tegelijk. De daarop volgende verslagen van zijn tochten zijn divers en fascinerend.
In de meeste besprekingen van dit boek gaat het steeds over twee soorten wandelaars: diegenen die het om kilometers en kaarten gaat, en diegenen, die wandelen om het leven nog enigzins aan te kunnen. Maar er is een derde soort, diegenen die wandelend denken. Je hoeft niet depressief te zijn om in het wandelen voldoening te vinden, om de geestesgesteldheid te bereiken die ook wel flow wordt genoemd. Een voortdurende nieuwsgierigheid naar wat er verderop is helpt ook. Open ogen voor landschap, weer, het ritme van de natuur. Al je zintuigen worden aangesproken als je wandelt. Verdieping vind je door kennis te vergaren over diegenen die voor jou langs het gekozen pad trokken en onder welke omstandigheden.

 Zoals McFarlane zegt: paden zijn menselijk. Ze vormen de sporen van onze relaties. En ook: oude landschappen worden gelezen in het toen, maar gevoeld in het nu.

Oude wegen is het eerste boek sinds tijden waarbij ik een potlood in de hand zou willen hebben. De mooie zinnen, die erom vragen geciteerd te worden, de interessante feiten, die ik zou willen nakijken in atlas, encyclopedie of ander naslagwerk, de vele boeken, waarnaar verwezen wordt... alles vraagt om verdere bestudering. "Wandelen is denken" is zo'n opmerking. Lezen is een soort van wandelen, voeg ik daar aan toe.

Het meest interessante vond ik dit.
Als wij reizen, doen we dat lopend of met trein, fiets of auto over land. De routes in ons hoofd gaan van landmerk naar landmerk of via wegen met nummers en een letter: de A2, de N36 of langs het Diep richting kerk.
De gedachte bestaat dat de vroege mens (stenen tijdperk) over water reisde. Langs kuststrook naar eiland, via stroming naar opdoemende kliffen. Als hij een kaart zou hebben getekend, dan stond daarin centraal het water, en aan de randen het land.  
Dat idee, die gedachte, geeft antwoord op de vraag die bij me opkwam tijdens de vele ritten langs hunebedden (zie eerdere bloggen): hoe vonden vroegere mensen elkaar om bijvoorbeeld handel te drijven? Niet over land, maar over het water. Zoals ook de stammen diep in de jungle van bijvoorbeeld Zuid-Amerika reizen via de rivieren, zo zouden de hunebedbouwers dat ook gedaan hebben.

Enfin, zo lopen de sporen van MacFarlane wijd uiteen: zeereizen, wandelpaden in Engeland, Ierland, Palestina, Spanje. Hij volgt de paden met de mensen die ze onderhouden, vanuit hun eigen motivatie en met hun eigen rituelen. Dat maakt het wandelen tot een individuele én universele daad.

Tot slot: laat je niet weerhouden door de zweverige intermezzo's; lees en ga een stukje lopen.

Oude Wegen is het derde deel van een drieluik, die los van elkaar te lezen zijn.


Robert McFarlane: The old ways. A Journey on Foot.
The Wild Places
Mountains of the Mind: a History of a Fascination

vrijdag 8 maart 2013

Holten (4): Kasteel Westerflier

Tussen Markelo  en Diepenheim ligt het Kasteel en landgoed Westerflier. Aan het begin van de hoofdlaan bevindt zich restaurant De Viersprong, op zich al de moeite waard.


Even het pad ernaast oprjden, daar zijn parkeerplaatsen. De oprijlaan is lang, en duidelijk geliefd, we komen veel wandelaars tegen. Aan het eind zien we een interessant bord:


Daar hebben we vandaag geen last van. De weg maakt een bocht, we wandelen verder en daar is dan een hekwerk met bord en daarnaast enkele bijgebouwen. Tot plm. 1948 moest er tol worden betaald.





Mooi gerenoveerd, het zijn nu woningen. En daarachter zie je het kasteel, of eigenlijk de havezathe.


Wat een prachtige symmetrische gevel. En de details zijn ook al zo mooi.





Het huis is opgedeeld in twee appartementen, die door particulieren worden bewoond. Bofferds zijn het! Dit is hun uitzicht:


stuwwal


Voor meer informatie over Westerflier: klik hier


Diepenheim ligt in de gemeente Hof van Twente, Overijssel
Foto's: A.B. van der Ploeg en van Aag zelf











donderdag 7 maart 2013

Holten (3): Huis te Diepenheim

Twee keer zijn we er tot nu toe geweest. Prachtig huis, mooi landgoed. Vriendelijke mensen ook. Het wordt nog steeds bewoond door de familie zelf (De Vos van Steenwijk).
De eerste keer was het alleen maar koud, de tweede maal had het flink gesneeuwd, dat verklaart het verschil in de foto's.




Op het weiland voor het huis lopen meestal schapen. De oprijlaan loopt er in een bocht omheen, langs de kerk.



Er zijn meerdere oprijlanen, dit is de kortste naar het huis:



Wat ook zo mooi is: de brug. Ik houd vooral van de kleur van de stenen. En in de sneeuw steekt het extra mooi af.



Langs een andere laan zijn we het landgoed weer afgewandeld.


Je loopt in een andere wereld. Toen we aan het eind kwamen, fietste er een meneer met een hond aan de lijn. We groetten, liepen verder. Ik keek nog even achterom (het was een leuke hond) en zag dit:


Man en hond waren spoorloos verdwenen. Nergens te zien, niet te horen. Mysterieus. En dan die voortdenderende trekker, het leek wel een verfilming van Stephen King.
We liepen verder, door het hek, de bewoonde wereld weer in. Nog één keer omkijken.




De fietst stond er nog (dat kleine, zwarte puntje), de trekker was verdwenen. Sprookjesachtig, dat was het.

Klik hier voor meer info Huis te Diepenheim


Diepenheim ligt in de gemeente Hof van Twente, Overijssel
Foto's: A.B. van der Ploeg, P.M. van der Ploeg en van Aag zelf.

woensdag 6 maart 2013

Holten (2) : Diepenheim, de watermolen

In de derde week van januari hebben we een huisje gehuurd bij Holten (Overijssel). Wintersport in eigen land, wat wil een mens nog meer. De kou heeft ons niet weerhouden een aantal mooie dingen te bekijken. Hier het eerste (foto-) verslag.

De Diepenheimse Molenbeek was niet eens helemaal bevroren, hoewel het toch overal hartje winter was.





Maar dat is alleen maar een voordeel als je een watermolen hebt.



Even zo goed stond de molen stil.




Het restaurant was gesloten. We zagen geen mens, behalve een postbode. Zo konden we rustig om de molen heen lopen en hem goed bekijken.



mooie deur


lekker warm plekje voor beestjes


De molen is heel oud, dat blijkt ook uit de stenen in de kademuur:




We vermoeden dat het hier 's zomers behoorlijk druk is. Ook dan zal het een mooi plekje zijn, dus, ga eens kijken!

Voor meer informatie over de molen klik hier

Diepenheim ligt in de gemeente Hof van Twente, Overijssel
Foto's: A.B. van der Ploeg en van Aag zelf.