vrijdag 30 augustus 2013

Eetpatronen: Eerst sap, dan jam

In vorige blogs heb ik wel eens gejubeld over de ontsapper. Niet dat ik drie jaar geleden wist wat dat was, maar dankzij Teunie  (neem een kijkje) werd ik weer wat wijzer. En toen ze bij de Multi (supermarktketen bij de oosterburen) ernstig in de aanbieding waren, greep ik mijn kans.
Voor diegenen die nog niet weten hoe zo'n ding werkt het volgende verslag.

Afgelopen week heb ik een emmer vol rozenbottels geplukt. Wat zijn ze groot dit jaar!


Flink afspoelen en daar gaat ie:


De doos uit de kelder gehaald. Het geheel bestaat uit vier delen.


Het onderste gedeelte vul je (gedeeltelijk) met water, breng dat aan de kook.


Doe de bottels (of ander fruit) in het vergietachtige gedeelte. En nee, die blaadjes, zaadjes en kroontjes geven niets. Als het water kookt pak je de sappan (tulband-achtig geval)...


... en zet die op de waterpan. Daar bovenop de vergietpan met bottels en daar bovenop het deksel. Het is een hele stapel.


Ja, daar steekt een slangetje uit, dat hoort zo. Daar komt straks het sap uit. Maar eerst een poos rustig laten koken.
Geen deksels optillen of stiekem in de sappan kijken: geduld! Want kijk maar, natuurkundeles in de keuken:


opeens loopt het slangetje vol. Gelukkig wordt er een vaatklem meegeleverd en die werkt: tot hier en niet verder.

Verder is het allemaal heel simpel. In een bijgeleverd overzicht staat hoe lang welk fruit moet opstaan. Het duurt lang, maar vertrouw daar op, ze hebben gelijk! Daarna tap je af: slangetje in een litermaat of kan, klem los en het sap stroomt vrijuit.
Ik had ruim 1400 cc sap van die emmer vol. Aangevuld met wat water tot 1500 cc en met geleisuiker tot rozenbottelgelei gekookt.


Vier grote potten vol en ook nog een kleintje. Bijna gratis en voor niets. En de vlierbessen zijn ook bijna rijp en de druiven van de buren...

Bij de Brouwmarkt kun je ook ontsappers kopen, kijk hier maar.  Of op Marktplaats. Je kunt natuurlijk ook samen met een familielid doen, wel zo voordelig.


donderdag 29 augustus 2013

Uitgelezen: En dan nog iets. (38)

Paulien Cornelisse: En dan nog iets.

Gelukkig dat er vrienden zijn, die je af en toe op een boek wijzen. Anders had ik een paar jaar geleden "Taal is zeg maar echt mijn ding" niet gelezen. Ik vond het een geweldig leuk boek. Eigenlijk vind ik alles aan Paulien Cornelisse leuk. Ze ziet er leuk uit en ze praat leuk en ze doet leuke dingen. Maar wat ik het meest in haar waardeer is de voortdurende verwondering en nieuwsgierigheid waarmee ze de medemens bekijkt en afluistert. Wees eerlijk, dat doen we allemaal even graag op zijn tijd. Ik in ieder geval wel, ik ben dol op mensen kijken en beluisteren.
"En dan nog iets" is het tweede boek van PC, met meer prachtige observaties over ons dagelijks taalgebruik. Niet teveel achter elkaar lezen, dan raak je overvoerd. Beter is het om een paar stukjes te lezen en daarna bij jezelf te rade gaan.
We spreken misschien wel allemaal Nederlands, maar bedoelen we ook hetzelfde?
Het beste voorbeeld ken ik uit eigen ervaring; de betekenis van het woord "zometeen". Dat is een zeer rekbaar begrip. Ik vraag me dan ook al 35 jaar af: hoelang duurt het voor zometeen begint? Ikzelf vind, 2 tot 10 minuten. Zometeen zeg je, als je eerst even iets anders wilt afmaken: de draad in de naald, de pasta gaar, het telefoongesprek afsluiten. Bij man kan zometeen uitlopen tot meer dan een uur, soms wel 2 uur. En dan ken ik iemand, die belooft zometeen iets te doen en vervolgens neemt hij 5 dagen de tijd. Dat vindt hij nog steeds binnen de marge vallen.
Tijdsaanduidingen als "in de middag", "rond theetijd" (en koffietijd) zijn niet exact maar afhankelijk van wat het bij je thuis betekende. Daar kom je achter als je gaat samenwonen; tijd is een relatief iets.
Bijvoeglijke naamwoorden hebben een individuele gevoelswaarde. Waar veel mensen iets als "mooi" omschrijven (mooi feest, GTST is mooi), gebruik ik het "leuk".  Nog een voorbeeld: "Heerlijk zomerweer" betekent voor sommigen "doffe ellende".
En neem het woordje "kek". Volgens Paulien kan dat echt niet, dat wordt alleen gebruikt door een kleine groep sneue mensen. Zoals ik, kennelijk, want het is echt een handig woord, voor bepaalde dingen. Voorlopig houd ik hem er in, dan maar sneu (dat is trouwens ook een rekbaar begrip).
Paulien Cornelisse beschrijft hoe taal zich voortdurend ontwikkelt. Woorden komen en gaan, de inhoud die wij aan begrippen geven verschuift. Taal is een momentopname van onze geschiedenis. Ze legt dat prachtig vast.

De site van de schrijfster

maandag 26 augustus 2013

Anloo: het Pinetum

Toen wij onlangs het hunebed D11 bij Anloo bezochten, kwamen we ook andere bordjes tegen.



Daar wilden we ook even kijken. Lang geleden zijn we er wel eens geweest, op een koude winterdag. Dan is het natuurlijk heel anders. Nu was het stoffig en warm en rook het zoet en harsig.
Iedereen die van plan is een of meerdere coniferen in zijn tuin te zetten, moet eerst hier eens kijken. Dat scheelt wellicht een zitting bij de Rijdende Rechter.


Sommige bomen gaan de hoogte in.



Anderen groeien in de breedte.
Als je ze met rust laat, dus niet snoeien of knippen, krijg je de mooiste effecten.


Midden in het Pinetum zagen we een fris jong boompje.



Op een bordje staat dat deze sequoia is geplant door Relus ter Beek, Commisaris van de Koningin. Ach, wat aardig om zo herinnerd te worden.
Sequoia's kunnen honderden jaren oud worden, dan heeft deze nog een hele weg te gaan.


Deze heeft net veertjes, maar de ene naaldboom is de ander niet, kijk maar:




Als je er op let, zie je steeds meer details.



Het Pinetum is niet bijzonder groot, je loopt er zo een rondje. Hier en daar staan bankjes. En als er sneeuw ligt is het sprookjesachtig mooi. 

voor meer info: klik hier


Anloo ligt in de gemeente Aa en Hunze
Foto"s: van Aag zelf 


woensdag 21 augustus 2013

Eetpatronen: jam maken

Ik heb gisteren jam gemaakt, van perziken. Ze zagen er prachtig uit.



Helaas bleken ze erg hard te zijn. Ik ben nu eenmaal te beleefd om in de winkel in iedere perzik te knijpen. Daar zijn ze wel op geteeld, op dat knijpen en voelen en stoten. Dat ze er, zolang ze in de winkel liggen, toch mooi uit zien. Smaak is van minder belang, vindt de teler. Dom. Ik zoek wel een andere verkoper, die het wel snapt.
Goede spullen maken het leven nog makkelijker.

grote pan

Een van de beste uitvindingen ooit:

de vultrechter.

 Goed, daar gingen we: vruchten geschild, fijngesneden en in de pan.


Mengen met geleisuiker (grote stappen, snel thuis) en aan de kook brengen. 4 minuten flink doorkoken, in de schoongemaakte potten, klaar.


Ik vermaakte me weer uitstekend. Tijdens het koken dacht ik na over de onuitroeibare behoefte in te maken. Mijn moeder maakte in de jaren zestig nog wel jam, ze wekte boontjes en appelmoes, die dan in de kelder werden gezet. Toch is ze er op een gegeven moment mee opgehouden.
Zus Wee en ik zetten de traditie voort. En nu ik in een streek woon, waar je overal langs de weg fruit kunt kopen, soms gratis krijgt, en overal rozenbottels, vlierbessen en bramen groeien, is het te verleidelijk om daar geen gebruik van te maken. Het is een combinatie van verzameldrift (de mens blijft jager/verzamelaar) en het idee dat je eten niet mag weggooien/ laten staan. Nature, nurture and culture! En het is natuurlijk ook uitermate bevredigend: al die potten, tot aan de rand gevuld en met de mooiste kleuren.
Tja, en ondertussen eten we nu nog van de jam die ik vorig jaar maakte. Dat was nou ook weer niet de bedoeling.











maandag 19 augustus 2013

Hunebedden: Anloo-Z (D11)

Een bos, een hunebed en een draakje.


Anloo is een hotspot is voor prehistorie en oude geschiedenis. Op zijn minst 28 grafheuvels, de oudste kerk van Drenthe, de Etstoel, die jaarlijks wordt nagespeeld, er is van alles te zien en te doen.
Ons doel was hunebed D11. Aan de Anderense weg, even buiten Anloo, ligt een parkeerplaats. Het heet hier Landgoed Terborgh, maar ook wel Evertsbos.




Aan de overkant begint een wandelpad. Volg de rode paaltjes, eerst tussen de velden, dan door een stukje bos en je komt bij het hunebed. Zoals het daar ligt is het prachtig exemplaar.



Het lijkt of het er altijd zo heeft gelegen, maar kijk eens hier. Wat een verschil in zo'n korte tijd.
Er liggen vier dekstenen op, waaronder een enorm grote,



maar ook een vreemd golvend geval.


Er is (nog) geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de inhoud van de kelder. Bij Anloo zelf zijn de resten gevonden van een nederzetting uit dezelfde periode. En daar hebben ze wel het een en ander gevonden.


uit: Nederland in de prehistorie

Om granen te malen. Verschilt niet echt van mijn vijzel.

Hunebedden trekken allerlei soorten mensen aan. Zo let ik meestal op resten van Wicca-rituelen. Meestal vind ik niets, maar deze keer vond ik een verkoold stokje, afgebroken takjes die in figuren waren neergelegd. Het was allemaal wat vaag, ik wist het niet zeker. Tot ik dit zag, in de vork van een boom.


Die liggen er niet per ongeluk.
Sommigen vinden een hunebed een magisch iets. En als je hier om je heen kijkt snap je waarom.


Is dat nou een draakje? Of is het Max van de Maximonsters?




Anloo ligt in de gemeente Aa en Hunze

N 53 01.814
E 006 42.456

Bronnen: Gids voor de hunebedden in Groningen en Drenthe- Wijnand van der Sanden
Nederland in De Prehistorie- Prof. L. P. Louwe Kooijmans e.a. 

Foto's: van Aag zelf.

woensdag 14 augustus 2013

Uitgelezen: De dode op het strand (Skandi-thriller 2) (37)

Hakan Nesser: De dode op het strand.





Ook uitgeverijen hebben Twitter ontdekt. Ik volg een aantal, waaronder Uitgeverij De Geus. Zij geven o.a. de boeken van Hakan Nesser uit. De vorige maand juli was het Nesser-maand: extra aandacht, prijsvragen, noem maar op. De naam zei me niet veel, maar toen ik las dat hij de schrijver van de Van Veeteren-reeks is, ging me een lichtje op. De boeken niet gelezen, maar de TV-serie wel gezien.

Op goed geluk nam ik De dode op het strand mee, van de bibliotheek. Hoofdpersoon is Brigadier Ewa Moreno. Zij is op weg naar haar vriend voor een vakantie aan zee, als ze in de trein een meisje ontmoet, ene Mikaela. Mikaela is net 18 geworden. Haar moeder vond dat het juiste moment om haar de "waarheid" omtrent haar verdwenen vader te vertellen. Die zit namelijk in een inrichting, nadat hij één van zijn studentes zwanger had gemaakt en haar daarna had gedood. Mikaela gaat bij hem op bezoek, vervolgens verdwijnt zij.
Ewa raakt niet alleen betrokken bij de zoektocht naar Mikaela, ook de moord op de studente Winnie wordt onder de loep genomen.

Het is een kenmerk van de boeken van Nesser, dat je nooit precies weet, waar ze zich afspelen. Ergens in Noord-/West-Europa, is de meest ruime aanduiding. Sommigen zeggen België of Nederland (veel namen zijn idd Nederlands). Zweden of Polen, kwam ik ook tegen. Ikzelf dacht Denemarken, tijdens het lezen. Feit is dat overal mensen relaties aan gaan, die weer verbreken, in alle vriendschap of met geweld. Maar bezigheden als treinreizen, je vakantie op het strand doorbrengen, en ook de hele politiecultuur en de manier waarop wordt omgegaan met psychiatrische patiënten; zoals Nesser die zaken beschrijft, dat doet toch "noordelijk" aan.
Op de achterflap wordt geciteerd dat de boeken van Nesser "een lichtere noot in het (Zweedse) genre" zijn (Trouw). Daar kan ik me wel in vinden. Als het gaat om de doden (er vallen meerdere slachtoffers) gaat het meer over het waarom dan over het hoe. De dialogen zijn naturel, er is aandacht voor karakters en omgeving, en er is een aangename afwisseling van ernst en humor. Helaas komt het karakter van Ewa niet helemaal uit de verf. Ze heeft moeite met relaties, zoveel is wel duidelijk. Ik vermoed dat dit in latere titels verder wordt uitgewerkt, maar voor nu is het wat vaag. Misschien moet ik nog maar wat meer lezen.

Eindconclusie: lekker ontspannend leesvoer. Smaakt naar meer.

 


Hakan Nesser: De dode op het strand. UItgeverij De Geus
Oorspronkelijke titel: Ewa Morenos Fall (Zweeds)

voor informatie over Nesser: klik hier

Uitgeverij De Geus

vrijdag 9 augustus 2013

Eetpatronen: het ijs van oma (1)

oma


In de jaren zestig verhuisden mijn opa en oma naar een dorp, in de kop van Drenthe. Zo'n twee keer per jaar gingen wij op bezoek.
Oma deed dan haar best op het warme eten, voor tussen de middag.
Meestal kregen we kruimige aardappeltjes, boontjes of bloemkool en een sudderlapje. Het hoogtepunt was het toetje: zelfgemaakt ijs.
Ook als ik er logeerde, werd er ijs gemaakt, en dan mocht ik helpen. Het werk bestond uit het kloppen van een poedertje (uit een zakje) door water of melk (ik weet niet meer wat het was). Dat ging in een laag bakje, hup het ijslaatje in. Vervolgens moest het mengsel om het half uur met een vork losgeroerd worden, om daarna weer verder te bevriezen.
Heerlijk ijs kreeg je dan, met een schilverige structuur. Daarna heb ik nooit meer zulk ijs gehad en ik mis het.
Groot was dan ook mijn vreugde toen in bij de super dit pakje zag:



Meteen gekocht, meteen gemaakt. Ondertussen gelezen wat er allemaal op staat. Bijvoorbeeld dat de mix op basis van suikerbieten is, die op eigen bodem geteeld worden. Dat is in het kader van de "Ik hou van Holland"- wind, die hier tegenwoordig waait.
Maar de mooiste vind ik deze: "Suiker en suikerproducten passen in een gezonde en gevarieerde voeding en actieve leefstijl".
Ja, ja, ze staan onder druk, de suiker- en zoetwarenfabrikanten. Ik vind het wel lef hebben, hoor, zo'n bewering. En er zit wat in. Het kan en mag best, een ijsje op zijn tijd, poeh!

kijk eens op de site van Van Gilse

Ik heb stukjes verse aardbei door de mix geroerd. Nadat het een tijd in de vriezer heeft gestaan gaan we proeven.





Ik heb twee bolletjes in een coupe van mijn opa en oma gedaan. Aardbeiensaus en slagroom erbij. Is het lekker?

Ach, het gaat. Het ijs is wat melig en de smaak is ook niet opwindend of fris. Makkelijk en veilig, is het eindoordeel. En het lijkt totaal niet op het ijs van oma. Jammer.
Maar niet getreurd, ik zoek rustig verder. Wordt vervolgd.





maandag 5 augustus 2013

Uitgelezen: Daarginds (36)

Audur Jónsdóttír: Daarginds

Na enkele grimmige thrillers van Skandinavische schrijvers te hebben doorgeworsteld ben ik afgehaakt. Ik kreeg langzamerhand het gevoel dat er ginder geen normaal mens meer rondloopt. Zieke geesten, verstoorde relaties, families die als los zand aan elkaar hangen, en geen glimpje luchtigheid, vrolijkheid of humor. Nee, dan mijn eerste volwassen kennismaking met de zweedse politieserie van Sjöwall & Wahlöö.
Ze staan nog steeds in de kast:


Hoewel ik ook hiervan het idee kreeg dat Zweden een verkapte Big Brother-staat was (uiteindelijk was het de bedoeling van de schrijvers een maatschappij-kritische serie te schrijven), waren enkele hoofdpersonen aardige, goedwillende karakters. Enig gevoel voor humor ontbrak evenmin.

Onlangs heb ik besloten over mijn vooroordelen heen te stappen. Het eerste boek dat ik uit de bieb haalde was "Daarginds". Het verhaal speelt zich af op IJsland.


De hoofdpersoon Sunna heeft een krummelig baantje bij een uitgeverij. Samen met haar moeder en het onderschoven kind van haar vriend (die een constante, zij het afwezige factor is) probeert ze te achterhalen waar haar vriendin-uit-het-verleden Arndís is gebleven.
Het boek is even rommelig als het leven van Sunna zelf, heden en verleden lopen door elkaar en er wordt flink wat IJslandse couleur locale toegevoegd.
Het maakt allemaal een amateuristische indruk. Nou ja, Sunna is zelf ook maar een amateur-detective, al bezoekt ze een cursus thriller-schrijven. Dat geeft de echte schrijfster ondertussen mooi de gelegenheid om wat wetenswaardigheden over het vak rond te strooien.
Sunna vindt uiteindelijk haar vriendin Arndís, vlak voordat deze definitief verdwijnt. Als je dan denkt dat alles is opgelost, blijkt de afwezige vriend plots behoorlijk in de problemen te zitten. Daarmee eindigt dit boek en blijf je wat verbouwereerd achter. Over een open einde gesproken! Jonsdottir schrijft trouwens voornamelijk voor het theater. Wellicht dat dat een verklaring is voor de structuur van het verhaal.
Eén boek is wat weinig om over deze schrijfster een oordeel te vormen. Helaas is dit de enige titel die in het nederlands, engels of duits is vertaald.
Ik vond het in ieder geval een aardig boek, leuk genoeg om op eventuele nieuwe titels te letten.






Foto: W.G. Kamphuis