zondag 23 maart 2014

Hunebedden: De Papeloze Kerk (D49)

Het lijkt haast alsof we geen winter gehad hebben. Dat is dus niet helemaal waar. Op één van de koudste dagen van het jaar tot nu toe zijn we gaan kijken bij de Papeloze Kerk. Dat is de bijnaam voor hunebed D49, gelegen bij Schoonoord.

Bij de manege is een parkeerplaats. Meteen aan het begin van het pad staan een bordje én een steen waar, zoals gewoonlijk, ooit een plaquette op heeft gezeten. Even gewoon is het dat die plaquette is verdwenen.



Het pad op, en als een groep stuiterende kinderen, met hun vingertje in de lucht (Ik! Ik! Ik!), strijden bordjes en panelen om de aandacht van de wandelaar.




Het is goed te weten dat dit een reconstructie van het oorspronkelijke hunebed is. Van Giffen heeft van andere, geheel vervallen hunebedden enkele stenen gebruikt om dit (eveneens vervallen) exemplaar te reconstrueren. Zo krijgt de bezoeker een goede indruk van een intact hunebed. Het is deels verstopt onder een dekheuvel.






Eenmaal voltooid kwamen er vele kijkers, die er graag een entreeprijs voor betaalden. Inmiddels is de plek weer vrij toegankelijk. Je kunt nog wat resten van een toegangshek in de bodem zien.



Ook hier komen kennelijk veel mensen die het niet kunnen laten om bovenop het hunebed te klimmen. Om schade te voorkomen zijn maatregelen genomen. Een noodgezicht, maar ja, je moet wat.




professor van Giffen


Wat me wel bezig houdt is dat woord "Papeloos". Ik heb één keer meegemaakt dat een kennis het over "paapsen" had, met de bijbehorende afkeuring in de stem. Volgens mij is het een uitdrukking die nog sporadisch wordt gebruikt door de generatie boven mij. En ik vermoed dat in streng-christelijke kringen nog wel over de paapse kerk wordt gesproken. Maar verder? Een uitstervende titel. Daarmee verandert de lading van de bijnaam, het wordt een curiositeit.
Met de ontkerking verdwijnen sommige scheldwoorden, maar er komen weer nieuwe voor in de plaats. Ik vraag me af: werd het woord "Paap" net zo krenkend ervaren, als bijvoorbeeld nu het woord "kopvodden"? Wat in ieder geval niet lijkt te verdwijnen is religieuze intolerantie.

Zo bekeken is dit hunebed meer dan een reliek uit de Steentijd. Het is ook een herinnering aan de tijd waarin mensen vervolgd en verbrand werden vanwege hun geloof. Het raakt aan actuele thema's. Dat is geschiedenis: een voortdurend proces. Twee stapjes vooruit, één achteruit. In gedachten van hunebed naar minaret.


Schoonoord ligt in de gemeente Coevorden.

Foto's: van Aag zelf

 

donderdag 13 maart 2014

Sibculo (2)

In Sibculo heeft ooit een klooster gestaan. Man heeft er al kort over geschreven, maar waar het mij om gaat, zijn de zichtbare resten van het verleden. Van het klooster zijn op het eerste gezicht drie dingen over gebleven:

De kloosterput


met een prachig gargoyle-achtig geval. Vooral de handjes vind ik erg mooi.


Bij de put liggen wat rustieke hopen steen, met vermoedelijke resten fundament.



Op het voormalig kloosterterrein ligt een graf uit 1501. 



Wikipedia op je smartphone is natuurlijk handig, maar er zijn ook andere zaken waaruit je de geschiedenis van een dorp/streek kunt aflezen.
De straatnamen bijvoorbeeld: Kloosterdijk, Kloosterstraat, Paterswal. En dat het huis tegenover de kerk (voormalig kloosterterrein) deze naam draagt zegt genoeg:


Kloosters waren veelal voorlopers bij het ontginnen en in cultuur brengen van het landschap. In mijn vorige blog had ik het al over het veen, met foto's van afwaterkanaaltjes. Ook dat is zichtbare geschiedenis.



We zitten hier vlak bij de grens. En als je, zoals wij, regelmatig op zoek gaat naar grensstenen, dan leer je die scheidslijnen als het ware herkennen. Zo loopt de grens bijvoorbeeld langs dit bosje.


Het helpt natuurlijk dat er een grenssteen langs de weg staat.


Al die stenen horen zo'n bordje te hebben, met elk een eigen nummer. Ze hebben niet allemaal een letter ingekerfd, zoals deze. De H staat voor Hannover (Vorstendom Hannover, óf Pruisische provincie, die in 1866 werd gevormd. Na WO II, in 1946 werd Hannover door de Britse bezetter met andere delen samengevoegd tot Nedersaksen.)

Ja, en daar valt het woord oorlog weer. Heb je het over geschiedenis, dan heb je het maar al te vaak over strijd. Zoon zag dit, echt pal op de grens:

greppeltje?

met een wal ernaast van opgegooid zand.



Het hoeft niets te wezen, maar het zouden heel goed de resten van een loopgraaf kunnen zijn. Dan zou het moeten stammen uit de eerste dagen van WO II. Het heeft iets aandoenlijks, zo'n walletje tegen het Grote Kwaad.

Wat ik dus bedoel te zeggen: als je ergens bent, kijk dan goed om je heen. Kijk eens wat je zelf kunt ontdekken.


Foto"s: A.B. van der Ploeg, P.M. van der PLoeg en van Aag zelf.

Bronnen en links: Wikipedia
http://www.kloostersibculo.nl/ 
http://aikep.blogspot.nl/

dinsdag 11 maart 2014

Sibculo (1)

We zijn een weekend weg geweest. Naar Sibculo. Nooit van gehoord? Ik ook niet, tot voor kort. Het ligt in het noord-oosten van de provincie Overijssel, zeg maar in de kop van Twente, tegen de Duitse grens aan.
Bij Twente denk ik aan landgoederen met beukenbos, maar dit gedeelte is veen. Ik had het kunnen weten, natuurlijk; zowel aan de Nederlandse als aan de Duitse kant van de grens ligt een enorm veengebied, we wonen er zelf nota bene middenin.
Toch ziet het er in Sibculo heel anders uit dan bij ons. Hebben we hier landbouw met langgestrekte kale akkers, in Sibculo en omgeving is voornamelijk (intensieve) veeteelt. Deels een coulissenlandschap, deels uitgestrekte landerijen, maar vlak bij ons was ook een prachtig natuurgebied, met doorgroeiend hoogveen: de Egbertdijksvenen.


Hier hebben we heerlijk gewandeld. Overal water, dus overal vogels.



Staatsbosbeheer heeft hier een werkschuur, waar je uitleg kunt vinden over het gebied. Bijvoorbeeld over het belang van een goede waterstand (van een lage waterstand krijg je uitgedroogd veen, dat vervolgens inklinkt, daar weten wij hier alles van).




Het blijft een strijd, tussen het behoud van het hoogveen (hoge grondwaterstand) en het belang van de boeren, die liever een lagere grondwaterstand hebben; vooral mais (veevoer) heeft een hekel aan natte voeten. Overleg dus, en dat heet dan poldermodel, ook op het veen.

Wat ik dan wel weer mooi vind: als je goed hout hebt, waarom zou je dan van die giftig-geïmpregneerde paaltjes kopen?




Je ziet dat ook dit gedeelte ontwaterd en afgegraven zou worden, maar het is er niet meer van gekomen.


Nu is het een populair recreatiegebied. Wandelen, al dan niet met de hond, rennen, fietsen, we zagen behoorlijk wat andere mensen, maar toch was het rustig.

Dit was op onze eerste ochtend, het begon dus goed.


Info Egbertdijksvenen: klik hier

woensdag 5 maart 2014

De suikerfabriek

Eind vorig jaar schreef ik over suikerbieten. Hoe overal op het land bergen met suikerbieten verschenen. Karrevrachten vol, achter trekkers, op vrachtwagens. En overal borden met waarschuwingen, want de wegen lagen vol met modder.
De volgende stap in het proces is dat die bieten naar de fabriek worden gebracht. Vrachtwagens rijden af en aan. Sommige chauffers rijden wel 12 á 14 keer op een dag heen en weer van het land naar de fabriek. Dat zou ik wel eens vanuit de lucht wilen zien. Al die auto's als miertjes naar een centraal punt.

We zijn gaan kijken, in Hoogkerk. Al gauw konden we aanhaken bij een volgeladen vrachtwagen. En dat zagen we onderweg overal: tonnen bieten op weg naar de fabriek, net als wij. Makkelijk, geen navsat nodig.



Van verre zie je ze al staan: de silo's. Als een soort kathedraal liggen ze in het landschap. Aan de rand van de stad en aan het Hoendiep.



Vlakbij de fabriek ligt nog een rotonde, voor een goede doorstroming. Want kijk: een volle wagen rijdt de rotonde op, de lege rijden van de rotonde naar rechts om nieuwe voorraad te halen.



We parkeren op een plek tussen alle gebouwen in. Wat een groot complex. In het Hoendiep liggen twee schepen te lossen: bergen spul, het lijkt op kalk (?).





Suiker maken is deels een chemisch proces.

suikerproduktie: klik hier








bushalte


We lopen langs de fabriek en het water richting het dorp.




Hierbinnen gebeurt het. Onderin de in reepjes gesneden bieten, bovenin de pulp en verder vooral water, heel veel water. Uit zo'n simpele biet wordt van alles gehaald: suiker in alle vormen, stroop, veevoer, mest voor landbouwgronden, en de afgespoelde aarde voor dijkverzwaringen. In een afgesloten gedeelte op het terrein wordt onderzoek gedaan naar nieuwe toepassingen en ook wordt er gewerkt aan energiewinning. Kunnen we straks pannekoeken bakken op suikerbietenenergie. Pannekoeken met stroop! Lekker.



Het is indrukwekkend. Het hele dorp wordt gedomineerd door die grote silo's en andere gebouwen.  En ondertussen gaat het gewone leven zijn gang: een cafetaria, een bakker, een bloemist. Wat een contrast: kleine ondernemers en een wereldspeler.

Op de terugweg gaan we langs een andere route. Kijk, daar worden de bieten gestort, zien we dat ook nog even.



Als je de volgende keer basterdsuiker op de pap strooit, of poedersuiker over de oliebollen, zo vertrouwd en toch zo bijzonder, sta dan even stil bij de lange weg van suikerbiet naar je bordje.