vrijdag 30 mei 2014

Vakantieverslag (3): Kleef

Vanuit Afferden, een dorp in Noord-Limburg, is het een korte rit naar Kleef. We wilden er heen vanwege Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679), die daar stadhouder was. Eerder was hij gouverneur-generaal in Brazilië, en werd daarom ook wel De Braziliaan genoemd. Hij heeft in Kleef diverse tuinen en parken laten aanleggen, maar ook het Mauritshuis (nu museum) in Den Haag laten bouwen. Zo'n interessante man en toch zo onbekend.

Eenmaal in Kleef werden we aangetrokken door een opvallende toren, op het hoogste punt van de stad.



Het bleek de Zwanenburcht/ Schwanenburg te zijn. De toren stond in de steigers, maar de rest van het complex is min of meer klaar. Kleef is namelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd; op 7 oktober werd tijdens een langdurig bombardement 80% van de stad aan gort geschoten. Zo ook de burcht en de 14de/16de eeuwse kerk St. Maria Himmelfahrt.
Beide gebouwen zijn in de loop der jaren weer opgebouwd.

De Schwanenburg heette tot in de 19de eeuw gewoon Het Slot van Kleef, maar Schwanenburg klinkt veel romantischer. De naam verwijst naar de Zwaanridder, de hoofdfiguur in een middeleeuwse sage. Die zwaan zie je dan ook voortdurend terugkomen in beelden en wapens.
Het gebouw doet nu dienst als Land- und Amtsgericht.



Het is soms moeilijk te zien wat echt oud is en wat nieuw.


oud?

nieuw?
We liepen nog even een stukje om het gebouw.



Ook hier houden ze van vogeltjes.
Even verderop staat de herbouwde kerk. Hij is zo groot dat hij op geen enkele manier op één foto past. Het is een ratjetoe van bouwstijlen, waarbij overgebleven elementen kennelijk opnieuw gebruikt zijn. Een paar foto's nog; ik heb er tientallen gemaakt, het is een geweldig gebouw.












Tot slot een foto van het indrukwekkende beeld van Ewald Mataré, dat bij de kerk ligt. Het stamt uit 1934, maar werd door de nazi's als entartet bestempeld. In 1938 werd het dan ook vernield, de onderdelen werden begraven. Na de oorlog werden fragmenten teruggevonden. In 1981 werd het gerestaureerd en sindsdien ligt het er weer, als "Mahnmahl gegen Unrecht". Prachtig woord, Mahnmal. Niet alleen een waarschuwing tegen onrecht, maar ook tegen de waanzin van een allesoverheersende ideologie, lijkt me.


We zijn nog niet klaar in Kleef, dat is wel duidelijk. Maar onze reis gaat verder, dus ook hier weer een mentale aantekening: terugkomen.

Lang leve Wikipedia, bij deze wat linkjes:
over de zwaanridder
over Kleef
over Johan Maurits van Nassau-Siegen

Foto's van Aag zelf

woensdag 28 mei 2014

Vakantieverslag (2): Ootmarsum en Oldenzaal

Inpakken en wegwezen, dat gaat makkelijk vanuit een trekkershut. In de auto en op weg naar Ootmarsum. Ootmarsum is een behoorlijk oude stad (jaja, drie huizen en een paardekop, maar rond 1300 verkregen ze daar stadsrechten, het was toen een levendige handelsstad). In het centrum staat een mooie 13de-eeuwse kerk, midden op een plein, met daaromheen oude, zorgvuldig gerestaureerde panden.


Tijdens de 80-jarige oorlog werd de stad belegerd door prins Maurits. In de gevel van de kerk zit nog een kanonskogel.


Een eindje verderop treffen we een monument voor een andere oorlog aan:


Tsjonge, jonge, ik heb zelden zo'n plastische afbeelding gezien. Mooi is anders wat. Duidelijk is het wel.

In Ootmarsum zijn veel galerieën, het barst er van de kunst, pseudo en echt. Op bijna elke hoek van de straat staat wel een beeld.

Kiny Copinga
Mooie plaatjes:




De vorige keer dat we hier waren, zijn we weggespoeld, en ook nu begon het steeds harder te regenen. Van een bezoek aan het openlucht-museum kwam dus (weer) niets. Laten we het in de toekomst nog maar eens proberen.

De volgende bestemming was Oldenzaal. Man had gehoord/gelezen dat daar een indrukwekkende kerk moet staan.
In een zijstraatje zagen we alvast dit:



En ja, de kerk is inderdaad indrukwekkend:
 

De Sint Plechelmus-basiliek uit de 12de eeuw. Plechelmus was een Iers-Angelsaksische missionaris die hier rond 765 rondtrok. Pepijn III (aka de Korte) voegde Oost-Nederland bij het Frankische Rijk en Oldenzaal kreeg een militaire functie.
 
Plechelmus
Goed, dan heb je een mooie kerk en wat doe je dan? Dan zet je er veel lelijks omheen. Das nou jammer.


Die vlek op die boom, dat is dus een regendruppel. Het weer werkte niet echt mee, we vonden het wel genoeg. Op naar de volgende hut. Oldenzaal ligt er minstens 13 eeuwen, dat loopt niet weg.

dinsdag 27 mei 2014

Vakantieverslag (1): Jaknikkers

Als je op vakantie gaat kun je natuurlijk in één ruk naar je vakantieadres reizen. We vonden dat eigenlijk een beetje te vermoeiend worden, en trouwens ook stomvervelend. Dus reizen we nu in etappes, en kijken onderweg onze ogen uit.
De eerste dag zijn we naar Reutum gereden, via Schoonebeek. "Jaknikkers!" roepen nu sommige mensen. Dat is een leeftijdding; dat moet ik, als we thuis zijn, eens verder uitzoeken. Want ik denk niet dat kinderen heden ten dage op school nog iets leren over Jaknikkers.
Schoonebeek is een aardig dorp, we gaan er beslist nog eens heen. Nu hebben we in het centrum broodjes gekocht en even rondgekeken.


soort technisch Lego
Daar staat er één. Hij draait en knikt als immer. Vroeger pompte hij echt olie op, maar nu knikt hij alleen maar voor de show. En, het is een rijksmonument! Er zijn geen werkende jaknikkers meer in Nederland. Sinds 2010 wint de NAM olie bij Schoonebeek met behulp van stoominjectie. We hebben cilinderachtige constructies zien staan, dachten dat het een soort afdichtingen voor oude putten waren, maar het blijken dus supermoderne dingen te zijn. Weer wat geleerd

Er staat ook een aardig beeld op het pleintje:

korhoenders, denk ik.

Schoonebeek, wat wist ik er van? Niets, helemaal niets! Nu heb ik tenminste een beeld. En volgens Wikipedia is er nog van alles te zien: klik hier
Dat is voor later, we moeten verder.

We gaan de grens over, Duitsland in. De grens, dat is hier een brug over het Schoonebeeker Diep. Nog steeds is water een natuurlijke scheiding tussen hier en daar, tussen wij en zij.


Voor wie het nog niet snapt, hier staat het nog een keer.


En ja hoor, ander land, andere gebruiken. Tientallen jaknikkers staan lustig olie op te pompen.


We zijn een stukje door Duitsland gereden en kwamen bij Mander Nederland weer in. Nooit van gehoord? Had ik ook niet, maar het is er prachtig! Weer iets op ons nog-te-doen-lijstje.

We kwamen op een redelijke tijd bij ons eerste overnachtingspunt aan; een trekkershut.


Een mini-huisje om in te eten en te slapen, meer heb je toch niet nodig? En de volgende dag goed uitgerust weer verder.

Google op "jaknikker" en er gaat weer een wereld voor je open.; Wikipedia, NAM, schooltv/beeldbank,
Deze vond ik leuk: klik hier, met fijne foto's van vroeger.

Foto's: van Aag zelf

maandag 19 mei 2014

Uitgelezen: Zoon



Ik heb een diep argwaan jegens literaire hypes. Vaak heb ik wel een vermoeden of ik een boek(-enreeks) wel zal waarderen of niet. Als iedereen dan maar blijft roepen dat deze of gene schrijver zó geweldig is, ga ik toch twijfelen. Het kan ook geen kwaad om verder te kijken dan je eigen neus lang is. Zo ook een aantal jaren geleden, met de boeken van Stieg Larsson. We zouden op vakantie gaan, en ik vroeg me af of ik de drie delen zou aanschaffen. Veel geld voor iets dat ik misschien niet leuk zou vinden. Gelukkig konden we ze lenen. Viel dat even tegen. Wat was ik blij dat ik daar geen tientallen euro's aan verkwist had.
Dus toen de ster van Karl Ove Knausgård begon te rijzen, was ik even argwanend. Ik las recensies, interviews, zag hem op televisie. De man zelf was in ieder geval interessant. Maar ja, vanwege het enthousiasme waren zijn boeken voortdurend uitgeleend. Tot ik drie weken terug Zoon in de bieb zag. Hebben is hebben en krijgen is de kunst.

Al op pagina 23 een feest van herkenning. De kleine Karl-Ove was bang voor vossen. Nu, dat was ik ook, gillend wakker worden uit nachtmerries met vossen, angstig achterop de fiets door het bos: doodsbang.
Even verderop, op pagina 25 (ik citeer): "We droegen rubberlaarzen, dikke oliebroeken en regenjacks in felle kleuren, met de capuchon strak rond ons hoofd gesnoerd, zodat alle geluiden veranderden; je eigen ademhaling en de bewegingen van je eigen hoofd, als je oren langs de binnenkant van de capuchon schraapten, klonken de hele tijd luid en duidelijk, terwijl al het andere gedempt werd en ver weg leek te gebeuren".
Zo was het! Dat vervormde geluid, het getik op je regenjas, dat was ik helemaal vergeten en nu zat het weer in mijn hoofd. En het krakende meebewegen van die stijve regenjassen, je sokken die in een knoedeltje voor in je laarzen eindigden.
Iemand die met één lange zin je eigen kinderjaren weet op te roepen, wat geweldig.



Volgens mij liepen in heel Noordwest-Europa kinderen er zo bij, tijdens mijn jeugd.
 
Dat je je niet veilig voelt in je eigen huis, door de diep gewortelde angst voor je vader, dat brengt vaak een gevoel van schaamte met zich mee. Kinderen zijn eindeloos loyaal aan hun ouders. Om zo genadeloos eerlijk te schrijven, vraagt veel moed. Het schijnt dat Knausgård zich erg schuldig voelt over het feit dat hij de vuile was heeft buitengehangen. Een deel van de familie heeft hem aangeklaagd, vanwege de manier waarop hij zijn vader (allang overleden) heeft beschreven. Ze hebben de rechtzaak verloren, en Karl-Ove vervolgens verstoten. Dat zijn moeder, zijn broer en zijn beste-vriend-van jongs-af-aan hem wel trouw zijn gebleven zegt misschien voldoende. Je ziet dat ze de neiging hebben hem te beschermen.

Om me een oordeel te vormen moet ik meer delen lezen. En zo chagrijnig ik was over die Larsson-boeken, zo blij ben ik met Knausgård.

Op de foto: Mops, uit de prachtige serie, gebaseerd op Samen op 't eiland Zeekraai/ Vi på Saltkråkan van Astrid Lindgren.

zondag 18 mei 2014

Oranje eten: erwtensoep met chorizo (4)

Dit is wel één van mijn meest favoriete soepen, komt ook van zo'n uitgeknipt recept. Alweer de Allerhande, denk ik.

Nodig: 200 gram winterwortel, 2 tenen knoflook, 1 ui, 4 bouillontabletten (runder-, groente of kruidenbouillon), 2 laurierbladeren, 1 (stuk) chorizo, 250 gram spliterwten, 1 of twee blikken kikkererwten, 1 blik jonge kapucijners, dan wel wat doperwten of andere peulvruchten., soeppan met dikke bodem, staafmixer.

Snijd 200 gram winterwortel (1 hele dikke, of twee kleintjes), een ui en twee tenen knoflook in snippers, blokjes of schijfjes. Verhit wat olie in een pan met dikke bodem, waar minstens 2 liter soep in past. Fruit de groente aan, voeg 2 liter water toe, 250 gram spliterwten, 4 blokjes runderbouilon en twee laurierblaadjes.


 Dat ziet er al vrolijk uit. Breng aan de kook en laat 3 kwartier sudderen. Snijd na een half uur de chorizo in plakjes (eventueel de rest van vorige week, zie Oranje eten: bloemkool)). Bak de plakjes rustig uit in een koekepan. Giet het vet bij de soep, zet de plakjes worst even opzij.



Vis na drie kwartier het laurierblad uit de soep en zet er de staafmixer in: draaien tot de soep min of meer glad is. Stel: je hebt geen staafmixer. Dan maar stampen, met een beetje geduld en wat inspanning komt het ook wel goed. Nu kun je er nog wat uitgelekte peulvruchten bijgooien: een blik kikkererwten, en verder wat je hebt, bv kapucijners, of tuinerwten. Laat door en door warm worden.

Hier hoort nu een foto van de pan met soep te staan, maar Blogger weigert hem op te laden. Denk snert, maar dan met oranje vegen.

Schep de soep in kommen en leg er een paar plakjes chorizo bovenop.Op de foto ziet het er misschien niet zo appetijtelijk uit, maar het is echt heel lekker!





Hunebedden D36 en D37, wandelen bij Valthe

Hoe vaker we door Drenthe reizen, op zoek naar hunebedden, hoe meer mooie plekken we ontdekken. Toen we vanuit de Veenkoloniën omhoog reden, de Hondsrug op, was ik opnieuw onder de indruk. Al dat afgegraven land, wat een werk, onvoorstelbaar.
We gingen naar Valthe, wat op zich al een mooi dorp is. Als je door de Hoofdstraat rijdt zie je al gauw een wegwijsbordje. Er zijn nogal wat onverharde wegen rond Valthe en de Oude Holesweg (loopt door in de Hunebedweg) is daar één van. Diepe kuilen met water: spannend.
Bij de hunebedden (de Valther Tweeling genoemd) ligt een kleine zandvlakte, de hunebedden zelf liggen door bomen omringd wat hoger.



De stenen zijn verzakt en gebroken, het fluitekruid groeit er boven uit.


Er is nog wel wat van de grafheuvel over, maar er zijn geen kransstenen, er is geen ingang te zien, er is geen wetenschappelijk onderzoek gedaan. Het heeft wel iets aandoenlijks. Van stof tot stof, in een eeuwenkalm tempo.





Nu nog een stukje wandelen, verder langs de Hunebedweg, door een loofbos. We zien van alles:


werk van een specht


salomonszegel

We lopen langs een veldje met vennen en komen dan op een viersprong. We gaan rechtsaf over een met veldkeien verharde weg en een fietspaadje.



Links graan, rechts aardappelen. En wat scharrelt daar? Een Coloradokever! We hebben hem in een potje mee naar huis genomen.



Ik heb geleerd deze kevertjes zo'n beetje als volksvijand nummer één te beschouwen, maar dat is een generatiekwestie. Zonen zijn minder onder de indruk.

We zien nog een ree in de verte, komen weer bij het bos en terug bij de auto. Midden in het zand zien we opeens iets schitteren



Een pannetje. Heel vreemd. Waar dat nou weer goed voor is?

De wandeling was zo'n 2 kilometer. Wil je verder lopen dan zijn er mogelijkheden genoeg.


nog één voor 't mooi


Valthe ligt in de gemeente Borger-Odoorn
D36: N52 50.385   E 006 53 666
D37: N52 50.378   E 006 53 687

Foto's van Aag zelf





woensdag 14 mei 2014

Hunebedden: D41, D42 en D43

In de noord-westelijke hoek van Emmen liggen vier hunebedden vlak bij elkaar. D41 tot en met D44 zijn hunebedden van verschillende grootte. Over D44  in Westenesch heb ik het de vorige keer gehad, dat is het enige hunebed dat particulier bezit is.

Omdat ze zo dicht bij elkaar liggen hebben we ze in één middag bezocht, van klein naar groot. We beginnen bij de kleinste:


Dit is D41. Een volledig hunebed, er heeft nooit een krans omheen gestaan.



Het stomme is, we rijden hier bijna 25 jaar langs, als we naar de dierentuin gaan, en nooit is me dat hunebed opgevallen. Het is ook klein hoor, en het ligt in een heidegebiedje. Maar toch.

Op de hunebeddensite staan aardige tekeningen: klik hier

Wat ook hier weer opvalt is het grote contrast tussen toen en nu. De verstilde aanwezigheid van prehistorie en het voortdurende lawaai van de weg erlangs.

Even verderop ligt tussen bos en akkers hunebed  D42. Bij D41 kon je niet eens parkeren, maar hier wijst een keurig bordje het bos in.





Een driehoekje gras, wat bomen, een hunebed en een picknickbank.



Uitzicht over de Emmer Esch en de skyline van Emmen. De oudste vermelding van het hunebed stamt uit 1788-1792 (op de Hottinger- kaart).

Ook hier is gebruik gemaakt van roze graniet, vooral langs de grond knalt de kleur je tegemoet.


Iets met bodemzuren of zo? 

We rijden weer terug: aan het Noordeind parkeren we bij 't Volk van Grada en lopen langs een volkstuinencomplexje. Daarachter wacht ons een verrassing: D43 is een langgraf, het enigste in Nederland.



Feitelijk zijn dit twee kleine hunebedden



met een enorme stenenkrans er omheen, meer dan 40 meter lang en bijna 7 meter breed.



Wat me opvalt zijn de grillige patronen op de dekstenen.



Is die steen speciaal uitgezocht?


De kleine keitjes tussen de kransstenen zijn in de jaren zestig opgemetseld. Dit hunebed is toch wel één van de mooiste tot nu toe!

Het was een lange middag, maar beslist de moeite waard.


D41:  N 52 47 994   E 006 53.140
D42: N 52 47. 754   E 006 52.227
D43: N 52 47.590   E 006 53.218

Foto's: P.M. van der Ploeg en van Aag zelf