donderdag 31 juli 2014

Memorabilia: zelfgemaakt.



Het opruimen vordert langzaam maar zeker. Er staat een grote doos klaar voor de kringloopwinkel en een zak met textiel voor de volgende afhaalronde "restafval". We doen hier in de gemeente namelijk aan gescheiden afvalstromen.
Dat grote witte ding is een tafelkleed. Het vertegenwoordigt een dilemma: mijn moeder heeft het voor me geborduurd, maar er zitten enorme gele vlekken in, die ik er met geen mogelijkheid uitkrijg. Ik denk dat het al tien jaar ongebruikt in de kast ligt. Bij elke opruimbeurt manoevreerde ik er omheen, maar nu is het genoeg. Ik heb meer geborduurde dingen van mijn moeder. Hij gaat weg.

En dan dit:




Dit schattige jurkje is het enige jurkje dat ik ooit zelf heb genaaid. Ruim 27 jaar geleden, toen ik zeker wist, dat onze tweede spruit een meisje was. Er zitten geen knoopjes aan, want ik begon me toch af te vragen, waar ik mee bezig was. Voor diegenen die het niet weten; we kregen een tweede jongetje, en daar was ik reuze blij mee.
De vraag is, waarom ik dat jurkje al die tijd heb bewaard. In eerste instantie als grappige herinnering aan de hormonale verwarring, waarin je als mens (vrouw) kunt verkeren, maar dat veranderde. Ik heb er deze week weer over geprakkizeerd en ik snap het nu. Het heeft te maken met het kleine meisje, dat ikzelf ooit ben geweest. Gaat verder niemand wat aan. Moraal van het verhaal is: waarom zou je iets bewaren, waar je verdrietig van wordt? Weg ermee! (Voor de zekerheid heb ik er een foto van gemaakt).

Herinneringen kunnen een ballast vormen, dat blijkt. In onze trouw aan (overleden) familieleden en het verleden slepen we eindeloos spullen met ons mee, waar we niet eens blij of gelukkig van worden. Dat is toch niet de bedoeling? Ik houd er mee op, hier, vandaag, nu!

Jaja, nobel streven. Ik bezweek vanochtend voor deze theedoek (ik heb een zwak voor theedoeken, eigenlijk voor stof in het algemeen). Volkomen impulsaankoop. Homo Consumensus!


Nou ja, het is er maar één (de blauwe variant heb ik teruggelegd) en het is tenminste een praktisch ding. Een kleine terugval, geeft niks, ik ga dapper verder.

zaterdag 26 juli 2014

Uitgelezen: De lessen van mevrouw Lohmark



Mevrouw Lohmark geeft biologie op een kleine middelbare school, die wordt bedreigd door krimp. Geboren en getogen in de DDR heeft ze moeite zich aan te passen aan de nieuwe tijd; de moderne opvattingen over lesgeven en pedagogie wijst ze af.
Alles beoordeelt ze vanuit haar vakgebied, ze ziet in het onderwijs een survival of the fittest. In zwakke leerlingen is ze niet geïnteresseerd: verspilde energie.
Volgens de schrijfster is mevrouw Lohmark een prototype dat op ieder school voorkomt: star, autoritair. Toch ben je geneigd haar handelen als het resultaat van haar DDR-verleden te zien. Langzamerhand nemen de gedachten van Lohmark een steeds groter deel van de tekst in beslag. Een dwangmatig malen over alles wat ze ziet: opschietend onkruid, een gepeste leerling, de struisvogels van haar echtgenoot. Een steeds terugkerend onderwerp is haar dochter, die in de VS woont en niet van plan is terug te komen.
Ondanks haar harde houding voel je toch wel empathie voor mevrouw Lohmark. Het valt ook allemaal niet mee, dat begrijp je als lezer wel, en misschien vind je het soms ook wel juist, dat leerlingen af en toe stevig worden aangepakt. Een onderwijzeres is geen vriendin, nietwaar? Ook haar moederschap maakt haar wat menselijker. Je gaat een heel eind mee, ook als haar gedachtenstroom zowat op hol slaat, als er sexuele interesse in een leerlinge wordt gesuggereerd, ondanks haar onverschilligheid voor een getreiterde leerling, en als de schooldirecteur haar uiteindelijk de wacht aan zegt, heeft ze nog steeds je sympathie. Pas op de laatste pagina's slaat dat om. Ik las... en herlas. Daar lag de grens. Voor mij een duidelijk taboe. De schrijfster zegt dat ze altijd sympathie heeft gehouden voor Lohman. Ikzelf had even geen medelijden meer. Dat zegt meer over mij dan over de hoofdpersoon. Een boek dat je wat over jezelf leert, kom daar maar eens om!

Behalve dat het een lezenswaardig boek is, zijn ook de illustraties geweldig. Het gaf een feestelijk gevoel, als je een bladzijde omsloeg en daar opeens weer een mooie tekening verscheen. Een beetje zoals vroeger, toen je boeken allemaal geïllustreerd waren. Waarom doen we dat niet vaker? Judith Schalansky, de schrijfster, is typograaf en vormgever. Het boek is dan ook een feest voor het oog. Absolute aanrader.


De lessen van mevouw Lohmark, vertaling van Der Hals der Giraffe

lees hier meer

dinsdag 22 juli 2014

Memorabilia: de wasmand

We wonen in een nogal groot huis. En we hebben allang geleerd: het maakt niet uit hoe groot ons huis is, in een mum van tijd is het stampvol. 
Mijn moeder schijnt wel eens gezegd te hebben; huishouden is 70% opruimen. Dat lijkt me een aardige schatting. Enfin, ik heb er al vaker over geschreven, we hebben echt heel veel spulletjes. Die bevredigen je verzameldrift (tijdelijk), maar er is meer aan de hand. "Het zijn maar dingen", roep ik vaak. "Herinneringen zitten in je hoofd".
Toch bewaar ik nog steeds van alles.

Memorabilia, een ander woord voor souvernirs. En in zekere zin zijn veel spullen souvenirs, namelijk uit voorbije tijden. Zoals de wasmand op onze slaapkamer.



De mand komt uit mijn ouderlijk huis. We haden er twee of drie. De "grote" was ging de deur uit, naar de wasserij.  Lakens, tafellakens, dat werk. Elk stuk was gemerkt, cijfers in onuitwasbare inkt, ingenaaide merkjes of (later) opgeplakte/vastgeniette labels.



En de rest? Ik wéét het niet meer. Wasrekjes aan de deuren, moeder aan het strijken met de radio op "Kleutertje Luister", dat herinner ik me nog wel. Een centrifuge hadden we al langer. Soms heb ik heimwee naar het geluid van zo'n ding, het water dat eerst snel en daarna langzaam uit het tuitje onderaan spoelde, het geschud als de was ongelijk verdeeld in zat....
In 1965 zijn we verhuisd naar een dorp midden in Drenthe. Daar kwam nog een grote vrachtauto de manden vol schoon goed brengen, maar mijn moeder had er genoeg van. Er kwam een "snelwasser" oftewel een vol-automatische wasmachine. Een bovenlader, wat met natte lakens nog wel een gedoe was. Af en toe sloegen de stoppen door, maar verder was het beslist een aanwinst.
We pasten daarmee precies in de trend: omstreeks 1960 beschikten 5 op de 10 huishoudens over een wasmachine en tien jaar later meer dan 8 op de 10. *)
In 1968 was de trommeldroger (centrifugerende wasmachine) op de markt gekomen, die was nog aantrekkelijker.
Een wasmachine was ook niet zo'n luxe-artikel als een koelkast: het uitbesteden van de was kostte natuurlijk nogal wat, en zeker met een groot gezin kon het uit om een machine te kopen.

De wasmanden werden voortaan gebruikt voor het verzamelen van de vieze was. En later nam ik er één mee. Die mand hoeft niet weg, de inhoud moet wel kritisch bekeken worden. Maar voor de mand geldt hetzelfde als voor véél spullen: het is niet alleen een ding, er hoort een verhaal bij.




*) Bronnen: Pieter Stokvis (red.): Geschiedenis van het privéleven, 
citaten en cijfers uit Van Setten/De mechanisering van het huishouden
 

maandag 21 juli 2014

Hunebedden: Valthe-W, D34

Vorig jaar al waren we bij het kleine hunebed dat tussen Odoorn en Valthe ligt. Een deel van de foto's waren niet zo geslaagd, dus deze week gingen we voor een herkansing.
Al hobbelend rijd je een eindje over de Hunebedweg, tot een kleine bomengroep. Links van de weg ligt het hunebed.




Het is maar een bescheiden hoopje stenen, maar de vorm is nog goed zichtbaar. Het wordt voor het eerst vermeld in 1812. Zeker is dat het in 1869 gedeeltelijk werd vernield.



Ook hier groeien er weer kleurige mossen op de stenen.



Hunebedbisschopsmuts, Gewoon Muisjesmos, Granietschildmos, er is een wereld waar ik niets van weet.


Aan hetzelfde pad, maar dan aan de andere kant, ligt een ven. Allerlei onderzoekers en wetenschappers blijven maar hameren op het feit dat water een spirituele/godsdienstige betekenis had voor de Trechterbekers, en dat zij er door werden aangetrokken.

Laat mij, als leek, het nu eens omdraaien. Je wilt je ergens vestigen. De nabijheid van water is dan wel zo handig, sterker nog, je leven hangt er van af. Dorst! Maar ook voor koken, huiden schoonmaken wellicht, en het zal me niets verbazen als er al lekker gefermenteerde dranken werden geproduceerd. Water betekent ook vis, kikkers, watervogels, dus voedsel. Veel materialen zoals boombast, wilgentenen en biezen zijn goed te verwerken als je ze soepel hebt gemaakt door ze te weken.
Die afhankelijkheid van water maakt je kwetsbaar. Zo'n ven kan in een hete, droge zomer droogvallen. Je probeert te begrijpen wat maakt dat daar water is, of soms niet. En je bent bereid om van alles te doen om het water te behouden. Spreuken, offergaven, je doet je best. Het resultaat is hetzelfde, de volgorde is alleen anders. Denk ik dan, hé?

Het ven ligt er prachtig bij. Even verderop ontstaat een nieuwbouwwijk. Zoveel eeuwen later, en nog steeds een aantrekkelijke plek om te wonen. Continuïteit: het leven gaat door.




Valthe ligt in de gemeente Borger-Odoorn
N 52 50.557
E 006 52.041

Foto's zijn van Aag zelf.

donderdag 17 juli 2014

Uitgelezen: De omweg




Gerbrand Bakker: De omweg


Vanmiddag wilde ik dit boek terugbrengen naar de bibliotheek. Ik heb het uitgelezen, maar was een beetje teleurgesteld. Je hebt van die boeken, daar schemert het plan van de schrijver doorheen. Het is alsof je al lezend langs de herkenningspunten van zijn vooraf opgestelde schema schuift. Zo'n boek leek dit te zijn. Er zijn mensen die dat geweldig vinden, maar mij leidt het af.

Ik dacht nog even na over het gedicht van Emily Dickinson, dat een belangrijke rol speelt in het verhaal, en plotseling kantelde mijn beeld van het boek.

De eerste regel: "Ample make this bed." Het staat voor in het boek, en, met vertaling, nogmaals achterin.

Ergens tijdens het lezen ben ik de associatie met een graf kwijtgeraakt, stom, stom! Of heeft de schrijver me doelbewust afgeleid? Wat is de functie van het gedicht in het verhaal? En wat zegt het over de hoofdpersoon, over het feit dat zij het grootste deel van haar werkzame leven wijdt aan het aantonen van de middelmatigheid van een gevierde dichteres? Ik heb niets van dit boek begrepen, dat is duidelijk. Wat geweldig knap, om een boek te schrijven, waarvan je na lezing zegt: "Hé, hoe zit dat?" Om dan maar weer overnieuw te beginnen.

Iemand zei hetzelfde over "Grip". Dat vond ik toen nogal stom. Ha, hoogmoed komt voor de val, zie mij gaan.

Ondertussen kom ik er achter dat hetzelfde gedicht in een bundeltje staat, dat ik jaren geleden van mijn schoonvader kreeg. Ontroerend. Ik had hem graag verteld dat het nu weer van pas komt.



Nog een keer lezen, dus, en nu goed.

vrijdag 4 juli 2014

Oranje eten: Franse melkpudding

Wat is het geheugen een wonderlijk ding. Ik wilde in het kader van Oranje een pudding maken, die vroeger geregeld op tafel kwam, maar die langzaam maar zeker uit onze kookpraktijk is verdwenen. Gelukkig wist ik waar het recept stond: in een oud mapje, uit het pre-computer tijdperk.





De map was gauw gevonden, maar al snel bleek dat ik twee recepten volkomen door elkaar haalde. De ingrediënten van het ene recept en de smaak van het andere. Vandaag de makkelijke variant: melkpudding uit de oven. Pudding moet je hier opvatten als het Engelse woord pudding: alles wat als toet kan dienen. Het is eigenlijk een soort creme catalana.

Verwarm de oven voor: 225 graden, met ventilator 200 graden C.

Nodig: 50 gram bloem, 50 gram suiker, 3 eieren, 4 dl.volle melk,  50 gram boter, 600 gram uitgelekt fruit uit een blik.

Ik nam een blik perziken (oranje!) dat tegen de 500 gram bevatte, en dat genoeg was voor mijn ovenschaal.

Zeef de bloem in een kom.




Voeg de suiker toe en roer. Klop er drie eieren door.




Verwarm de melk tot lauw (en dus niet heet!) en roer het bij het eiermengsel. Vet een ovenschaal in met de boter (50 gram is véél, ik kreeg het er niet in, eerder iets van 40 gram). Schep er de perziken in...



...en schenk er het melkmengsel overheen.



Zet de vorm ong. 30 minuten in de oven, kijk na 20 minuten hoe het er mee staat. Haal de vorm voorzichtig uit de oven en strooi er nog wat suiker overheen.



De foto's zijn van Aag zelf, die snipverkouden is. Vandaar dat sommigen wat onscherp zijn.

woensdag 2 juli 2014

Hunebedden: Emmen D45 (en iets extra's)

Vroeg in het voorjaar zijn we bij hunebed D45 in de Emmerdennen geweest. De Emmerdennen is een bos dat inmiddels door woonwijken wordt omringd, maar het is in de 19de eeuw aangelegd tegen zandverstuivingen, ter bescherming van de landbouw.  Het is het hoogste punt van de Hondsrug.

Er is een kleine parkeerplaats, van hier starten allerlei wandel- en fietsroutes. Eerst het hunebed: paadje op




en daar ligt het al tussen de bomen.



Alles is groot aan dit hunebed, de stenen bovenop:



(Het verhaal gaat dat koning Lodewijk Napoleon met zijn paard bovenop het hunebed sprong. De krassen moeten nog te zien zijn.) 

De ovale vorm van kransstenen




En de vernielingen:



Oude boorgaten en  recente herstelwerkzaamheden.

Er wordt druk gefietst en gewandeld. We besluiten ook een stukje te lopen. Aan de andere kant van de weg zou een monument liggen.
Staatsbosbeheer heeft een gele paadjes-route uitgezet.


Midden in het bos ligt het monument:




Ik kan weer met een gerust hart zeggen dat ik nog nooit zoiets gezien heb. Het is een schenking uit 1929 van de VVV aan het bestuur van de NV Emmerdennen, als dank voor het behoud van het bos. "Hulde!", staat er op de steen. Ik probeer te bedenken of dit tegenwoordig nog wordt gedaan. Bankjes met inscriptie, die zie ik wel. Maar verder? Ik geloof van niet.



Foto's: P.M. van der Ploeg en van Aag zelf

Gemeente Emmen
N 52 47.489
E 006 54.478