zaterdag 26 maart 2016

Geluk is een kwestie van doen.




Vorig zomer moesten we afscheid nemen van onze Jykke. Dat heeft er verschrikkelijk bij ons ingehakt. En er was meer slecht nieuws, voor onszelf en voor mensen om ons heen; het was al met al een zwart jaar, 2015.

Gemis is een vorm van paniek: omdat je letterlijk niet weet wat je moet doen. Je staat met lege handen. Gemis is leeggevallen tijd. Daar komen uitdrukkingen als "een zwart gat" vandaan. Opvallend dat we voor de Ruimte en voor gemis dezelfde terminologie hanteren, beiden even oneindig groot.

 Op zoek naar hoe tegenslag te verwerken stuitte ik op een stuk van Marjoleine de Vos (NRC Handelsblad). Ik citeer hier vrijelijk uit dat stuk, en naar mijn geheugen en eigen interpretatie.
Ieder mens wordt tijdens zijn leven op zeker moment geconfronteerd met verlies. Verlies van werk, van gezondheid en van dierbaren. Dat zijn tragedies. Tragedies zetten zaken in een scherp licht, waardoor alles anders kan lijken.
Het grootste verlies van het afgelopen jaar was, snapte ik nu, het verlies van vertrouwen. Vertrouwen in dat "het" toch weer leuk zou worden. Misschien zelfs wel gelukkig.

De Vos schrijft dan over "het terugveroveren van de tevredenheid".
Over tevredenheid wordt vaak wat schamper gedaan. Dat valt in dezelfde categorie als spruitjesgeur en zesjescultuur. Maar wat is tevredenheid? Mijn definitie: tevredenheid is een tamelijk constant gevoel van klein geluk. Ik ga voor tevredenheid!
Hoe dat nu te bereiken? Door je bezig te houden met de kleine dagelijkse zaken van het leven. Door het herstel van het ritme van de dag. En dat probeerden we ook. We gingen weer wandelen op de weekenddagen. We gingen op vakantie. We vierden Kerst en Oud en Nieuw, bakten appelflappen en spekdikken. Met vallen en opstaan heroverden we tevredenheid.



Niet teveel stilstaan bij wat je kwijt bent, maar je concentreren op wat er wel is. Tragedies, grote en kleine, zijn onderdeel van het leven. Misschien is dat ouder worden: tragedies leren kennen, en ze doorstaan.



 Op zeker moment zag ik ene Ap Dijksterhuis bij het tv-programma Boeken van Wim Brands. Ook hij had zich afgevraagd wat geluk nou eigenlijk is. Hij had zijn overige werk aan de kant geschoven en was er eens flink mee aan de gang gegaan, met die geluksvraag.
"Nou," zei hij direct aan het begin, "Geluk is voornamelijk een kwestie van doen, hoor." En hij zei: "Je mag best op je intuïtie vertrouwen."

Ademloos keek en luisterde ik. Gewoon doen! Ja, dat kon ik wel. Aan mijn intuïtie had ik niet veel, die zei voortdurend twee tegenovergestelde dingen. Maar doen? Geen probleem.

Dus, als het leven je tegen de grond slaat mag je best even blijven liggen. Maar daarna schraap je jezelf maar weer bij elkaar. Je tilt jezelf weer op. En je gaat verder.

Wij gingen doen. We keken en zochten en zagen. Man belde. Ik schreef een mail. We kregen mails terug en man belde weer. We reden dwars door het land, van Oost naar West en weer terug.
Ik bleef twijfelen, tot we haar ontmoetten. Ik keek haar aan, aaide over haar koppie en dáár was mijn instinct. "Kom jij maar bij ons" zei het.




Dit is Finn. Ze is zes jaar en vanaf vanmiddag woont ze bij ons. Dat is wennen, voor ons allemaal. Maar het komt vast goed, en we zijn best gelukkig. 



En dit alles natuurlijk in de wetenschap, dat dit "klein" leed was. We wonen tenslotte niet in Aleppo. Aan de andere kant: verdriet is geen wedstrijd. Maar dat is een andere discussie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten