zondag 5 april 2020

Vriendschap



Mijn oude schoolvriendinnen, zo nu en dan heb ik hier over hen geschreven. Hoe drie grijze gratiën een museum bezoeken, wat eten en vooral veel praten.
We belden afgelopen week met elkaar. En die gesprekken verliepen (voorspelbaar natuurlijk) opvallend eender.
Eerst de melding: we zijn thuis, we zijn nog allemaal gezond, (nog) geen Corona gelukkig. Dan de kinderen, waar ze zijn, hoe het met ze gaat, wat ze doen. Dan de tegenvraag: en bij jullie?
Later bedacht ik dat in brieven uit de oorlog en ook van daarna, aan familie elders, dezelfde vragen en opmerkingen staan: hoe gaat het? Met ons is het goed, met de kinderen gelukkig ook. Daarna de slechte berichten: die en die is ziek, een ander overleden, van een derde geen bericht, maar goed zal het niet zijn. Van de buitenste schil (vage kennissen) gaat de aandacht terug naar de kleinste kern: het eigen gezin.

Ooit waren we rond rennende, springende schoolkinderen. En kijk ons nu eens. Drie oudere vrouwen aan de telefoon. In verschillende tinten grijs. Verrimpelend. Krimpend. Al een beetje kwetsbaar. We kunnen in theorie nog zeker 20 jaar vooruit, maar dat is statistiek. Statistiek ontstaat uit heel veel individuele stipjes op de grafiek. Drie van die stipjes zijn wij. We houden vast. We gaan door.

Telefoon: "Ben je er nog? Hoe gaat het?"




Foto van de kousen: Martin Rung


Geen opmerkingen:

Een reactie posten