Er was eens een heel klein jongetje, dat zo verdrietig was. Zijn opa was net overleden en hij begreep er niet veel van. Zijn papa en mama, die natuurlijk ook verdrietig waren, vonden het moeilijk om hem uit te leggen wat er nou precies gaande was. Want dood zijn, wat is dat dan en hoe gaat dat dan?
"En er zijn ook geen geschikte boekjes over. Zijn juffen weten ook geen één" riep zijn moeder wanhopig, toen ik met haar belde.
"Jawel, jawel!" zei ik "Lieve oma Pluis. Dat weet ik, want wij kregen dat boekje toen onze moeder was gestorven."
Zijn mama rende naar de winkel en kocht hem meteen. Eerst las ze hem zelf, vele malen achtereen, want ze moest zo verschrikkelijk huilen, dat er geen verstaanbaar woord uitkwam. En toen las ze het voor. Telkens weer. Zodat ze er over konden praten en het jongetje tenminste een beetje met dat rare, nare doodzijn uit de voeten kon.
Dag Dick Bruna, dank je wel dat je mijn leven gekleurd hebt.
"En er zijn ook geen geschikte boekjes over. Zijn juffen weten ook geen één" riep zijn moeder wanhopig, toen ik met haar belde.
"Jawel, jawel!" zei ik "Lieve oma Pluis. Dat weet ik, want wij kregen dat boekje toen onze moeder was gestorven."
Zijn mama rende naar de winkel en kocht hem meteen. Eerst las ze hem zelf, vele malen achtereen, want ze moest zo verschrikkelijk huilen, dat er geen verstaanbaar woord uitkwam. En toen las ze het voor. Telkens weer. Zodat ze er over konden praten en het jongetje tenminste een beetje met dat rare, nare doodzijn uit de voeten kon.
Dag Dick Bruna, dank je wel dat je mijn leven gekleurd hebt.