donderdag 25 mei 2017

Vakantie met een rouwrandje

We zijn op Ameland: 2 weken vakantie.
Heerlijk weer. Prima huisje.


Het eiland is mooi, er is veel te doen en te zien.


We fietsen en wandelen, we drinken koffie in strandtenten en spelen met de hond op het strand. We lezen, ik brei en borduur. Boodschappen doen, naar de bibliotheek, eten koken, museumbezoek, alles in ons eigen tempo en als we ergens geen zin in hebben doen we het niet.

's Avonds tussen 7 uur en half acht moet ik eigenlijk mijn vader even bellen. Zeggen dat we goed zijn aangekomen. En ja, pap, we kunnen het goed warm krijgen, het huisje heeft cv. Daarna vertelt mijn vader de krantenkoppen, zodat we toch een beetje weten wat er in de rest van de wereld gebeurt. Ik word dan ongeduldig. Vervolgens geeft hij de weersverwachting door. De volgende vraag is of we ook mooie dingen hebben gezien. Daar praten we dan echt over: óf hij is er ook, ooit, geweest (soms meer dan 50 jaar geleden), óf hij heeft er over gelezen. En Ameland is inderdaad bekend terrein voor hem.

Elke avond rond zeven uur zit ik huilend op de bank. Spijt, dat ik zo ongeduldig was. Vloekend omdat je dingen anders ziet, als het te laat is. Terwijl je van tevoren weet dat het zo zal gaan. Stom, stom, stom. Shit met hoofdletters.
En vertel me eens: wie moet ik nu bellen?

Ik heb last van verdriet. Dat hoort zo. Neem het maar zoals het komt. Verder gaat het goed.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten