Hoe hoort het?
Voor het gemeentehuis lag een grote, gele kam.
Iemand dacht hem terug te stoppen in tas of binnenzak, maar stiekem gleed hij er langs en viel op de stoep.
Die kam, die werd nog even snel door de haren gehaald, voordat de eigenaar naar binnen ging. Op weg naar een wethouder misschien, of de burgemeester. Om een paspoort aan te vragen, of om te getuigen bij een huwelijk. Om zich in te schrijven, of om een vergunning voor een bouwwerk aan te vragen. Er worden zoveel zaken afgehandeld in een gemeentehuis. En altijd met een officieel karakter. Daarom wou die persoon er ook netjes uitzien. Nog even de haartjes recht.
Nou wil het geval dat ik heb geleerd dat je zulke dingen niet op de openbare weg doet. Trouwens, ook niet in een restaurant of, zoals ik zo vaak zie: in de trein. Daar zitten meisjes en vrouwen, in hun kleine wereldje van twee stoelen naast elkaar, zich uitgebreid op te tutten.
In de auto gebeurt het ook. Binnen je auto ben je als het ware thuis. Aan de andere kant, ga je thuis ook voor het raam staan, als je je haren doet of als je je opmaakt?
Heeft iemand ooit rechtstreeks tegen mij gezegd: op straat hoor je niet je haren te kammen? Ik geloof van niet. Maar op de een of andere manier pik je zulke regels toch op. Of niet.
Moraal van het verhaal: als de een extra netjes wil zijn, vindt de ander dat hij een fatsoensregel overtreedt. Een kloof tussen gedragsregels, waar eigenlijk geen woorden voor zijn. Stap er maar overheen, er hangen tenslotte geen levens van af. Elk het zijne. And're luu bint ook luu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten