In het kader van moederdag én vanwege een verjaardag zijn we afgelopen zondag naar Pieterburen gereden. Oma had nog nooit zeehondjes gezien, dus dat werd tijd.
Ooit, lang geleden, was de Zeehondencréche gratis. Dat had als voordeel, dat bezoekers geen eisen konden stellen, dus als het aantal zeehonden tegenviel: pech gehad.
Inmiddels wordt er entree gevraagd: 8,50 euro per persoon. Bij de kassa krijg je een geplastificeerde plattegrond, met uitleg over "de ideale route". Knap voor iets wat je feitelijk in een oogwenk overziet.
Er zijn informatieborden en -panelen; over vervuiling van de zee, en longwormen en zo... Er is een zitje waar je thee, koffie en koek kunt gebruiken. Er zijn souvernirs te koop. Maar het gaat natuurlijk om de beestjes. Binnen liggen wat stumperdjes in quarantaine; buiten zijn een heleboel minder zielige zeehondjes (Phoca vitulina), die bij hun badjes liggen; lekker zonnen en dik worden.
water-aerobics achter glas |
Tot mijn vreugde waren er ook 4 grijze zeehonden (Halichoerus grypus). Die had ik nog niet in het echies gezien. Ze hebben een andere kop, en zijn groter. Ik beschouw ze als een soort panters van de zee: felle krengen zijn het, volgens mij, maar mooi!
Er wordt getwijfeld over het nut van Pieterburen. En eerlijk gezegd: ik denk dat het wel een beetje minder kan. Toen wij er waren stond de teller op 76 inwonende zeehonden. Dat lijkt me wat veel. Ik vrees dat het met de Zeehondencréche net zo is als met andere instellingen: ooit begonnen vanuit idealisme, lijkt de organisatie jaren later voornamelijk bezig met zichzelf in stand te houden. Aan de andere kant: de nadruk is de laatste tijd meer op wetenschappelijk onderzoek komen liggen.
Is het dan wel leuk om er heen te gaan? Die zeehondjes zijn schattig, dat lijdt geen twijfel. Met hun grote donkere ogen kijken ze je doordringend aan, wie daar niet voor bezwijkt...? Overigens heb ik wel eens gehoord dat ze zo kippig als wat zijn, dus of ze ons nou zo goed zien? En die rare flapjes, dat is geen staart, dat zijn vinnen, ook erg leuk. De vachtjes glanzen in goudgrijze kleuren. Dat er mensen zijn die daar een bontjasje van willen dragen, begrijp ik niet, want eenmaal dood is zo'n vel lang zo mooi niet meer.
Het verhaal over de vervuiling, longwormen, huilers die hun moeder kwijt zijn, ik heb het allemaal al eens gelezen, dus dat sla ik nu maar over.
Eigenlijk zit je dus gewoon lekker in de zon een beetje te kijken, de zee is in de buurt, de meeuwen schallen, alles is wel.
Waar het op neer komt: we hebben in het verleden onze kinderen meegenomen. We hebben gisteren oma meegenomen. De volgende keer, áls die komt, gaan we met de eventuele kleinkinderen. Want zeehondjes, die zie ik liever in de natuur. Dat dat nog kan (en ook steeds meer). dat is mede aan de Zeehondencréche te danken; dat geloof ik dan weer wel.
info: de zeehondencréche
foto's: van Aag zelf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten