maandag 22 april 2013

Uitgelezen: De Verdovers. (31)

Anna Enquist: De Verdovers


Laat ik maar met de deur in huis vallen: ik vond er niet veel aan. Maar waarom dan niet? Ik weet het niet.
Als ik een boek eenmaal uit heb, lees ik vaak wat recensies. Heb ik misschien iets gemist? Hoe denken anderen over het verhaal? Ietwat tot mijn verbazing trof ik haast alleen maar positieve berichten. Wat mis ik dan?
Wacht, hier is een redelijk duidelijke boekbespreking:

klik hier voor een bespreking

En eigenlijk is dat dus al een beetje raar. In het verleden was het Grote Publiek enthousiast over Enquist, maar mopperden de recensenten over de houterige dialogen. En heus, ik vond de dialogen ook deze keer nogal geforceerd. Terwijl ik bij vorige romans van Enquist daar vlotjes overheen las, nieuwsgierig als ik was naar het verdere verloop van het verhaal, zwoegde ik nu van pagina naar pagina.
De centrale vraag: Voelen of Niet Voelen is interessant genoeg. En er zijn meer vragen. Wat zegt de keuze van een specialisme over je persoonlijkheid? Hoe verhouden al die ego's zich rond de operatietafel? Wat is de hiërarchie in de OK?
Daar tussendoor wordt dan de verhaallijn met de verse weduwnaar/psycho-therapeut vervlochten, die een nieuwe client krijgt toegeschoven, waar hij absoluut niet mee uit de voeten kan. Zo kunnen er nog meer vragen worden gesteld. Teveel, teveel. Wat een gerommel. Wat een onwaarschijnlijke relaties.

In de hierboven aangehaalde bespreking wordt een beeld geschetst van Anna Enquist, die achter een raam observeert en noteert. Ik heb het gevoel dat dat raam er ook was tijdens het schrijven van de roman.
Wat jammer nou, ik heb Anna Enquist hoog zitten, maar dit kon me niet overtuigen.

zondag 21 april 2013

Eetpatronen: een broodje Cannon

Het Cannon-broodje, hartige variant

Begin jaren '70 traden er allerlei veranderingen op, in het dorp en bij ons thuis. Ten eerste verscheen er in ons dorp een "echte supermarkt". We hadden wel een aantal kleine supermarktjes, een SPAR, een A&O, en nog zo wat. Maar nu bouwde Jan de Boer een geheel nieuwe, grote zaak, recht tegenover het gemeentehuis, mét winkelkarretjes. Het was het begin van het einde voor de kleine kruidenierszaken, maar dat wisten we toen nog niet.
Daarnaast kwamen er op de televisie nieuwe programma's. Naast Een-Van-De-Acht en de Berend Boudewijnshow keken wij met het hele gezin in het weekend naar nieuwe Amerikaanse series, zoals Cannon, met William Conrad,

 klik hier voor jeugdsentiment

en Police Woman, met Angie Dickinson als Sergeant Pepper.
en hier voor info over Pepper

Wat ons kinderen opviel aan die series was het drinken en het eten. Vooral in Pepper werd er regelmatig uit van die kartonnen bakjes gegeten, met stokjes! Hoe exotisch. Er had zich net een Chinees-Indisch restaurant gevestigd in ons dorp, dus we waren bekend met "chinees eten", maar dat kwam altijd in platte, plastic bakjes. Fascinerend! Ook riep er altijd iemand: "Eggroll, anyone?". Ik zag dan altijd een opgerolde omelet voor me, gevuld met taugé en rode saus.
En dan de broodjes. Die vlogen zo ongeveer over het scherm, met vreemde woorden als pastrami, rye, en noem maar op.
Op een goede vrijdagavond kwamen deze twee nieuwe verschijningen zomaar te samen. Jan de Boer verkocht sinds kort "Duitse bolletjes" en van al dat eten op TV kregen wij trek: het broodje Cannon was geboren.

echt Duits bolletje

Tijdens de uitzending renden we naar de keuken. Zus en ik hadden verschillende voorkeuren. Op de mijne ging mayonaise.



Van Calvé. Speciaal voor dit blog gekocht, ik gebruik allang geen Calvé meer. Dus ik zag het nu pas: de pot is veranderd! Niets blijft ook hetzelfde.
Eventueel kon je er ook ketchup bij doe, van Heinz (uiteraard).
Daarna begon het echte werk:



We zijn hier ongeveer halverwege. Augurk kan ook, maar altijd in de lengte gesneden, anders wordt je broodje niet goed belegd. Hardgekookte ei in plakjes is ook lekker. Zus hield van plakjes ham. Hadden we ook al salami? Dat weet ik dus niet meer. Boterhamworst (uit lange blikken), ja, maar salami?





Afbouwen met plakjes komkommer en rode paprika (ook al zoiets nieuws). Eventueel nog wat sauzen erop, dichtklappen en weer terugrennen naar de huiskamer om voor de TV op te eten.
Het was niet ongebruikelijk om er daarna nog een te maken, hoewel moeder dan wel wat begon te protesteren. Het feit dat we de kaas in alle gauwigheid met een mesje sneden (hakten) in plaats van netjes de kaasschaaf te hanteren, werd niet altijd op prijs gesteld. Je kreeg er van die uitgeholde kaasstukken van (weemoed naar uitgeholde kaas, het moet niet gekker worden!).
We hadden iets heel bijzonders, dat wisten we wel zeker. En dan was het programma afgelopen, het broodje was op. Moesten we weer een week wachten

Ik mocht van mezelf even helemaal losgaan met dit broodje. "Net als vroeger". Maar al met al bleef het tamelijk beschaafd. Best wel lekker, maar niet zo bijzonder als ik het me herinnerde. Ik snap het ook wel. Toen was het een uitspatting. Maar wat is er vandaag de dag opwindend aan een broodje gezond? Verwend, dat zijn we.





Havezate Oosterbroek, Eelde

Bij Eelde en Paterswolde liggen een aantal landgoederen. De Braak en Vennebroek hebben we vorig jaar al bezocht (we zullen er zeker binnenkort weer heen gaan), maar er zijn er nog meer.
Zo heb je daar de voormalige havezate Oosterbroek. Aan de Burgemeester Legroweg, tegenover het vliegveld, is een parkeergelegenheid. Loop dan even terug naar de weg, loop langs de weg het Tolhuis voorbij, en daar is dan de oprijlaan.



Loop deze in en aan het eind zie je aan je rechterhand de "moderne" uitvoering van Oosterbroek. Dit gebouw werd in 1836 gebouwd door de toenmalige eigenaren Wiardus Hora Siccema en zijn echtgenote Anna Maria Catherina Modderman. Anna Maria's vader had de oude havezate destijds gekocht van Sjuck Gerrold Juckema van Burmania Rengers, grietman van o.a. Franekeradeel  (Sjuck heeft er nooit zelf gewoond). De oude havezate werd afgebroken door de nieuwe eigenaren. Het huis lag te laag, het was er te vochtig. Van de oude gebouwen is een deel overgebleven.






havezathe

Oosterbroek

In de loop der jaren verwisselde het huis regelmatig van eigenaar, en in 1922 brandde het vrijwel geheel af. Opnieuw opgebouwd, en voorzien van nieuwbouwvleugels is het nu een verslavingskliniek.
Het is een mooi gebouw, maar we hebben ons discreet opgesteld en alleen van een afstandje een foto genomen.



Er is hier nog iets bijzonders. Ga daarvoor linksaf, loop even door en dan rechtsaf.
Na een klein stukje lopen stuit je op een Sterrenbos.

Wat is een sterrenbos?

Dit is een heel bijzonder Sterrenbos. Het is nogal klein, meer het formaat doolhof (zoals bij De Braak). Niet alleen de paden vormen een patroon, ook waterpartijen, met daarin weer dammetjes, maken deel uit van het ontwerp. Volgens een bord is het bos niet lang geleden gerestaureerd. Het is echt bijzonder, ik heb nog nooit eerder zoiets gezien.

 
Doordat de bomen nog kaal zijn, overzie je het hele bosje.


 Er groeien prachtige mossen. En wat zal het mooi zijn als alles groen is.



We liepen nog een eindje door het bos en langs weilanden terug naar de auto. Wat is het hier mooi!




deze foto is vorig jaar gemaakt: zomer!




geschiedenis Oosterbroek

wikipedia over Oosterbroek


Eelde ligt in de gemeente Tynaarlo

Foto's: A.B. van der Ploeg en van Aag zelf 

zaterdag 20 april 2013

Hunebedden: D15 Loon

Hunebed bij Loon

Als je met de trein van Assen naar Groningen reist zie je even buiten Assen een hunebed liggen. Wil je er dichterbij komen, reis dan naar Loon, een mooi dorp, bij Assen. Op de Looner Es vindt je hunebed D15.





 Het is een mooi, redelijk compleet exemplaar, met een grote kring stenen er omheen (kransstenen).




Ook de ingang is aanwezig.





Sinds wij resten van Wicca-ceremonies vonden op de Giezelbaarg let ik ook daar op. Maar dit lijkt meer op een grafmonumentje, zoals je ze ook langs de weg ziet. Daar zit een verhaal achter.



We lopen een eindje het zandpad op. In de berm staat een mooi uitgevoerd paaltje.



De Heirweg, zo heet het eerste stukje. Daarna Dorpsweg en daarna weer Heirweg. Het pad loopt door naar Taarlo.





Aan de rechterkant ligt de tweede attractie: een pingo-ruïne.  wat is een pingo-ruïne?




Ik had hem op Google-maps zien liggen, er wordt ook naar verwezen in de hunebedgids, dus ik wou dat wel eens met eigen ogen zien.
Er zijn mensen die pingo-ruïnes afreizen, ze sparen ze, als het ware. Dat is natuurlijk ook wel leuk, zo kom je nog eens ergens.

Als hunebed-jagers komen we zo langzamerhand met heel wat in aanraking: korstmossen, granietsoorten, en nu weer pingo's.
Wat wel opviel: we kwamen relatief veel mensen tegen. Wandelend, fietsend, met de hond en met de auto. Vorig jaar, toen we ook al een poging deden dit hunebed te bekijken, zat een familie er genoeglijk te barbecueën (steengrillen, ja). Langzamerhand is Assen zo ver opgeschoven, dat deze streek de achtertuin vormt van de nieuwe wijken.
Tikje zorgelijk voor zo'n kwetsbaar monument. Maar ja, moderne tijden.


Locatie: N 53 01.358
              E 006 36.766

Loon ligt in de gemeente Assen

Foto's: P.M. van der Ploeg  en van Aag zelf

Venster op Oost-Groningen: Veendam

Dit is dan de allerlaatste. Hij stond al een poosje klaar, maar niet alle foto's waren gelukt. Vandaag was het mooi, fris voorjaarsweer, dus naar Veendam.
Op de kruising Ubbo Wilkensstraat en Van Beresteijnstraat is een open ruimte. Hier staat nog steeds een geel venster.


Zo'n beetje midden in het centrum ligt de hertenkamp.



Er om heen belangrijke voorzieningen in statige gebouwen:
De school (Noordepoortcollege) en het Veenkoloniaal Museum.
Aan deze kant van het centrum liggen straten met fraaie stadsvilla's en mooi ontworpen rijtjeshuizen.








Er staat dus ook een uitbundige fontein.



Zoals in zoveel plaatsen leek het de bestuurders een goed idee om te "moderniseren". Een tamelijk lelijk winkelcentrum was het resultaat. Steeds opnieuw aangepast, gerevitaliseerd en wat dies meer zij; net zoals in zoveel andere plaatsen. Wanneer leren die gemeentebestuurders eens iets van elkaar? Ezels en zo....




Maar zoals met alles, het is maar hoe je er tegen aan kijkt.
Er tegenover staat het Veenkoloniaal Museum, met daaraan een nieuwe vleugel: het Van Beresteyncentrum, theater, bibliotheek, kunstuitleen.

En zo ziet het er toch vrolijk uit?

links het museum




oud gedeelte



nieuw gedeelte
Is het niet net een schip? Kijk eens wat er op het binnenplein staat.


een echt schip
Het gele venster vraagt aandacht voor uitingen van rijkdom. Zoals in iedere Nederlandse plaats van enige omvang zijn er wijken/straten met mooie villa's van rond de eeuwwisseling (1880-1920?). Het meest opvallende ervan vind ik hier (maar ook bv in Groningen, Winschoten, Stadskanaal etc.) dat de huizen relatief groot zijn, maar de kavels klein.
Het gaf zeker geen pas, "dik doun in toene". Dan heb je ook niet veel tuin nodig.
Minstens zo interessant vind ik de sociale woningbouw, daarvan staan fraaie voorbeelden in Veendam. Maar dat komt een andere keer wel.

Ik ben nu klaar met de gele vensters, maar nog niet met de plaatsen waar ze staan/stonden. Zoveel te zien, zoveel te leren. Dat heb ik er toch maar weer van meegekregen. En voorwaarts!


Veendam  Veendam is sinds enige tijd bereikbaar met de trein! (Vanaf station Groningen centraal)
voor info museum: klik hier

Het museum en het centrum liggen ligt op ongeveer 10 á 15 minuten lopen vanaf het station. Voor auto's zijn diverse parkeergelegenheden midden in het centrum.



zaterdag 13 april 2013

Hunebedden: D12 en D13, Eext


Eexter Es: D12

Buiten het dorp, op de Eexter Es ligt hunebed D12. Dit is weer een klein hunebedje, en het is nogal in elkaar gezakt.


Tot voor kort stond er een flinke boom. Nu hij is omgezaagd, ziet het geheel er meer uit als een hunebedbouwplaats.




Leuk, mooi, kunnen we ook afvinken, maar echt opwindend is het hier niet. Laten we verder gaan.

In het dorp zelf ligt ook een hunebed, D13, daar zijn we vorig jaar al eens geweest. We parkeerden de auto naast een huisje, en keken om ons heen. Geen hunebed te bekennen, alleen een stevige heuvel.


We liepen maar eens om de heuvel heen. Wel een steen waar ooit een plaquette opzat....


En om de hele heuvel heen diverse grenspalen van Van Giffen.....






Maar nergens een hunebed te zien. Zat hij dan in de heuvel, bedekt door grond en gras? Uiteindelijk klom zoon naar boven en kijk:



Daar is hij! Het is maar een klein keldertje, maar het geeft een heel ander beeld dan al die bovengrondse hunebedden.


Het heeft iets gezelligs, iets huiselijks. Aan de andere kant is het ook een mooie plek voor een moord á la Midsummer Murders. 

De eerste Nederlandse monografie over een hunebed ging trouwens over dit exemplaar en werd geschreven door Johannes van Lier. Hij heeft het hunebed in 1756 onderzocht en hersteld.  Daarna is het verschillende malen verder onderzocht, en gerestaureerd. Zo is in de tachtiger jaren van de vorige eeuw door Lanting vastgesteld dat de heuvel in drie fasen is opgeworpen. Boeiend, dat zo'n groep mensen ergens tussen 2850-2000 voor Christus dachten: "Kom, we gooien er nog maar eens een laagje bovenop".

Al met al is dit dus een verrassend exemplaar, zeker de moeite waard. En wat ook nog even genoemd moet worden: de bomen. Kijk, nog relatief jong, maar al behoorlijk groot. Mooi hoor.





Locatie D12:  N 53 00.890
                      E 006 43.414

Locatie D13:  N 53 00.682
                 E 006 43.617

Eext ligt in de gemeente Aa en Hunze


Bron: W. van der Sanden Gids voor hunebedden in Drenthe en Groningen
Foto's: P.M. van der Ploeg en van Aag zelf
















woensdag 10 april 2013

Uitgelezen: Kate Atkinson (30)

Als je bedenkt dat Kate Atkinson's eerste boek in 1995 verscheen, ze vanaf dat moment uitbundig geprezen werd, prestigieuze prijzen heeft gewonnen én haar boeken zijn bewerkt voor TV, dan kom ik anno nu wel een beetje achteraan hobbelen. Ach, beter laat dan nooit.

Drie boeken heb ik nu van haar gelezen, in vertaling. Het zijn geen klassieke detectives of thrillers, maar toch draaien de boeken om misdaad: moord, doodslag, kinderontvoering, drugs, fraude, corruptie. Zijn het dan donkere, harde vertellingen, waarin geen "normaal" mens voorkomt, zoals in de vele Skandinavische boeken, die als warme broodjes over de toonbank gaan? Ook niet, Atkinsons hoofdpersonen zijn meestal doorsnee-mensen, die min of meer toevallig heftige dingen meemaken.
Meestal gaat het zo:
Er vindt een misdrijf plaats, bijvoorbeeld een moord. Dat gebeurt haast terloops. Er is natuurlijk het slachtoffer; de dader is al dan niet bekend. Iemand vindt het slachtoffer, er komt politie. Er zijn nabestaanden van het slachtoffer, die op hun beurt relaties hebben, kinderen misschien. De politiemensen hebben partners, professioneel en privé. Er zijn toevallige passanten, die meegesleurd worden in de gebeurtenissen rondom het misdrijf. In alle drie de titels duikt een detective op, Jackson Brodie, die wat stommelig door het leven reist. Er zijn altijd kinderen, meisjes meestal, die een opvallend doorzettingsvermogen tonen.
Eigenlijk vallen er twee dingen op: om te beginnen dus de "gewoonheid" van de karakters. Thee zetten, ladder in je kous, modder op de weg, kind met snottebellen, zoon die aan winkeldiefstal doet. Je zou haast zeggen, saaie mensen. Wat doet de aanweigheid van heftig geweld met het leven van die personen?
Ten tweede zijn er veel meer vrouwen in de boeken van Atkinson, dan bij andere schrijvers. En vooral meisjes, die onweerstaanbaar dapper zijn. Een klein meisje (met haar moeder is het niet goed afgelopen), dat niet veel praat, schatten verzamelt in haar rugzakje (van het type mooi steentje, lintje, etc) en fanatiek haar duimpje opsteekt, als het leven meezit. Of een ouwelijke zestienjarige, die hardnekkig doorgaat, terwijl alles en iedereen om haar heen doodgaat of verdwijnt. Ik kende de uitdrukking "Je móet wel van haar houden" ( iemand zei dat over Emma van Jane Austen); Reggie uit Wachten op Goed Nieuws is zo'n iemand, onweerstaanbaar met haar "kzweerhet!".

Minpuntje is misschien dat je, door het ontbreken van een rechte,doorgetrokken spanningsboog, deze boeken niet in één adem uitleest. Geen achtbaanbeleving, meer een wandeling door een park. En dat kan heel plezierig zijn, op zijn tijd.


Kate Atkinson: Een goede daad (orginele titel: One Good Turn)
Wachten op Goed Nieuws (orginele titel: When Will There Be Good News)
Vanochtend Vroeg Vertrokken (orginele titel: Started Early, Took My Dog)

Er is net een nieuw boek van Kate Atkinson verschenen (zonder Jackson Brodie): Life after Life.

website Kate Atkinson

vrijdag 5 april 2013

Hunebedden: D14 Eext

D14 bij Eext

In en bij Eext liggen drie hunebedden. We beginnen met de eerste die we tegen komen: schuin tegenover de camping (en voormalig stationsgebouw) Eexterhalte ligt Hunebed D14. Dat hunebed is behoorlijk vaak onderzocht en er werden de gebruikelijke zaken gevonden.

Maar eerst laat ik wat anders zien:



Als voorbeeld een foto van de Grote Kerk in Emmen. Kijk eens goed naar het fundament van de toren.
En dan nu naar het hunebed in Eext:



Zo zie je het hunebed als je het veld betreedt. Het is een zeer koud en droog voorjaar, dat is wel duidelijk.
Behalve dat het een vrij groot hunebed is, lijkt het ook behoorlijk stevig en intact.



Nu staan we aan de achterkant. Ooit zoiets gezien? Er is gewoon een grote hap uit die steen genomen. En als we verder kijken...



De voorste steen is helemaal uitgesleten. Dat ziet er nog vrij natuurlijk uit. Maar de steen daarachter heeft een kartelrand. En andere stenen hebben onnatuurlijke, hoekige vormen.
Nu was het zo dat de provincie Drenthe zich op een gegeven moment al zich realiseerde, dat die hunebedden unieke objecten waren en bescherming verdienden. Dat vastgesteld hebbende, gebeurde er verder niet veel.
Behalve dan dat er flink gesloopt werd: die stenen kwamen goed van pas voor de bouw, wegverharding, en ter versteviging van wierdijken
Er waren zelfs handige tekeningen, met aanwijzingen voor boorgaten, waar het dynamiet te plaatsen enzovoort.





Deze afbeeldingen staan op het informatiepaneel bij de entree van het veld. Handig dat ze het uitleggen, want hier stond mijn verstand even stil. Zo is elk hunebed weer anders, leer je elke weer wat nieuws.


Ga vooral eens kijken, bij de voormalige stationshalte  eexterhalte kun je daarna een ijsje eten, of een kopje koffie drinken.

Eext ligt in de gemeente Aa en Hunze

Locatie: N 53 00.099
            E 006 43.819



Foto's: P.M. van der Ploeg en van Aag zelf



woensdag 3 april 2013

Uitgelezen: Naar de overkant van de nacht (29)

Jan van Mersbergen: Naar de overkant van de nacht.


Vasteloavend. Zo heet het voor de insiders. Vastenavond. Carnaval. En dan gaat het niet om zuipen, brallen en wat dies meer zij.
Het gaat er om, kennelijk, dat je "je ware ik" vind. Om te beginnen kies je een kostuum, een pekske. De kleding beeldt je rol uit. Ralf, de hoofdpersoon van het boek, is deze keer de Veerman. Hij brengt mensen van de ene naar de andere kant, en zichzelf de nacht door.
Vervolgens is er de muziek, die je in een roes brengt. Niet die liedjes die je op Radio 3 hoort, maar echte carnavalsliedjes: Wengske aan wengske, same op ein benske of Stroalend wie de Moaneschien.
En dan is er de drank. Een onafzienbare hoeveelheid bier, op zijn tijd Jägermeister en tussendoor Flügel. Doordrinkend is het vooral zaak te blijven bewegen. Nooit stilstaan, van stilstaan komt zitten, van zitten komt liggen en voor je het weet val je in slaap en dan is het bekeken. Gelukkig wordt hij omringd door zorgzame lotgenoten, die hem er door slepen als hij het te kwaad krijgt: de Pastoor, de Maxicanen, de Blonde.

Het boek is een verslag van de Vasteloavend, maar beschrijft ook hoe Ralf opgroeide en vervolgens het leven van Sara en haar vier kinderen binnenstapt. Sara, die ooit, lang geleden, door een vriendinnetje liet overbrengen dat zij "op Ralf was". "Maar ik niet op haar" zei Ralf prompt, waarop Sara in een wanhopig gesnik uitbarstte. Is hij daarom, al die jaren later, bij haar ingetrokken? Om het goed te maken? Om boete te doen? Want het leven van Sara en haar kinderen is zwaar: twee kleine blinde, dove meisjes, een ouder broertje en de oudste dochter, die ook haar problemen heeft. Terloops wordt gesuggereerd, dat er iets niet helemaal in de haak is.
Of biedt het gezinsleven Ralf ook voordelen? Het gevoel ergens bij te horen, bijvoorbeeld. Warmte, genegenheid. Wil hij überhaupt nog wel deel uit maken van die eenheid?

Het lukt hem. Ralf komt aan de andere kant van de nacht, hij vindt zijn ware ik. Gaat hij terug naar huis, naar Sara? Dat ga ik hier natuurlijk niet vertellen.

Nadrukkelijk aanwezig is Het Grote Vogelboek in Kleur. Laten wij die nu in huis hebben. Toch nog een stukje herkenning.

Dus: zo is Carnaval bedoeld? Is het zo, dat je het hele jaar doet wat juist lijkt, en dan één avond doet wat juist voelt? Schone schijn en rauwe werkelijkheid?  Een soort van witwassen met bier en sterke drank? Zit daar niet een uitermate hypocriet randje aan? En wat doe je met die "ware ik", als je hem eenmaal hebt gevonden? Dan stop je hem voor de rest van het jaar maar weer weg, tot de volgende Vasteloavend? Als Groninger begrijp ik er nog steeds niet veel van.

"In één ruk uitgelezen", "Meesterwerk"; fraaie citaten uit recensies, maar op zijn tijd dacht ik: "Schiet nou maar op". Ging ik even wat anders doen. Knap geschreven, maar niet echt boeiend.
Geleend (bibliotheek), niet om aan te schaffen.