maandag 14 november 2022

Rotstreek

 Op vakantie, voor een week. Het weer is zonder meer slecht, het waait hard, noem het maar storm, en het regent op diverse manieren, maar nooit zachtjes. 

's Avonds lees ik in De Mitsukoshi's Troostbaby Company, dat op zijn tijd grappig heet te zijn, maar er is ook verdriet, en nog veel meer, ik vind het bekommerend goed.

De man scrolt wat door zijn telefoon. Hij leest iets, begint te praten, aarzelend, geeft me zijn telefoon, ik kijk.

Iemand meldt het overlijden van zijn vrouw, een week geleden, zijn schroom om dit op Linkedin te delen, zijn verdriet. 

De wereld staat stil.

Ik wist dat ze ziek was, met het laatste vliegtuig voor de eerste lockdown vloog ze terug naar Nederland, voor diagnoses en behandelingen. Veel zei ze er niet over, maar ja, ons contact verliep via Whatsapp, die hoeven niet alles te weten. 

In mei was ze jarig, we appten in ons groepje felicitaties, ze deed een wandeling door één van de mooiste steden in Nederland, haar berichtjes lazen vrolijk.

Er was een nieuw kleinkind, ze appte een foto van zichzelf met de pasgeborene en ik schrok, ik vond dat ze er slecht uitzag, maar er gingen geen alarmbellen af.

Of toch wel? Duwde ik het weg? Had ik onvoldoende aandacht (ja dus).

Wel dacht ik daarna regelmatig dat ik het contact weer wilde aanhalen, maar eerst gingen wij op vakantie en daarna was er iets anders, en daarna werd de Man behoorlijk ziek en daarna.....

Dom, dom, dom.

Ze was mijn allerbeste vriendin op de middelbare school. Haar ouderlijk huis was een toevluchtsoord, één van de plaatsen die ik later, bij de psychiater, mijn vluchtheuvels noemde. Samen naar de trein, samen naar school, samen op vakantie.

Ze liep een jaar op me voor, ze ging studeren aan de andere kant van het land, terwijl ik aan het eindexamenjaar begon en hoe langer hoe verder in een zwart gat zakte. Ze trok welgemoed de wereld in, ikzelf was de weg volledig kwijt. En dat was dat.

Ik wilde haar altijd nog vertellen hoe belangrijk zij en haar familie voor me geweest waren, deed dat niet, geen aandacht voor jezelf vragen, niet zo hysterisch doen, de meeste mensen horen liever niets over zulke narigheid, enz. enz.

Toch bleef de connectie bestaan. Een enkele keer troffen we elkaar, vier vrouwen, in steeds nieuwe  rollen: echtgenotes, moeders, mantelzorgers voor ouders, (half-)wezen. En altijd praatten we verder alsof er geen jaren pauze tussen onze gesprekken lagen. Er was een basis. Ooit puberale peergroup, nog steeds herkenning, verwantschap.

Ik appte de andere twee meteen. We waren zo geschokt, bijna sprakeloos. Onze reacties waren eender. Weet je nog, toen... enzovoort. De behoefte om foto's van vroeger erbij te halen. Het begin van het gemis.

 Ik vraag me af of het ook is, omdat zij de eerste is, van ons vieren. Maar nee, het is omdat dit gewoon niet mocht gebeuren. Mensen genoeg waar ik zonder kan. Maar dit wilden we niet. Dit mocht echt niet. 


 1978, bij Old Sarum, met een bejaard Agfa Clack toestel

 

Hoewel niet de eerste keer, weet ik weer niet hoe dit moet. Hoe rouw werkt, hoe om te gaan met gemis. Ervaring in iets waar je geen ervaring in wilt hebben, daar verzet je je tegen, dat zal het wel zijn. 

Er valt gewoon niets zinnigs te zeggen.



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten