dinsdag 26 februari 2013

Innemen en uitleggen

Nog eens: de schoolfoto, extra groot, want het gaat deze keer om kleine details. En sociaal-economische status. Zoals nu merkkleding bij scholieren een enorme rol kan spelen, zo waren er vroeger ook verschillen in kleding. Subtieler misschien, maar wel degelijk aanwezig.



Ik had deze foto gescand voor mijn blogs over eten. Maar terwijl ik hem nog eens goed bestudeerde, viel me wat anders op. Kijk bijvoorbeeld eens naar de zoom in de broek van de derde jongen van links op de stoelen. Dat is een behoorlijk hoge zoom. Mijn vermoeden is, dat die pantalon op de groei is gekocht. En de zoom is ingenomen, al dan niet thuis. De jongen links van hem heeft geen pak, maar een combinatie aan. Mooie stof ook, niet van dat zware goed, zoals zijn buurmannen dragen. Een frivole das. Een polshorloge aan zijn linkerpols. Zelfbewust kijkt hij in de camera. Ik weet het natuurlijk niet, maar hier lijkt het aan geld niet te ontbreken.
Weer links daarvan zit iemand die ik ken. Zijn pantalon is maar liefst drie keer uitgelegd; te zien aan de streperige zoom.
Nou zijn er twee reacties mogelijk: óf je denkt aan zuinigheid en/of geldgebrek. Of je denkt aan het geduld en de zorg die er aan de kleren van die jongeman worden besteed. Het zijn maar korte reepjes, het had ook in één keer kunnen gebeuren. Maar nee, in dat huishouden wordt niet met hoog water gelopen. Dus: broek uit, naadjes voorzichtig lostornen, broek aan, op de stoel staan (of de naaister op de knieën op de grond), zorgvuldig afspelden, broek uit, zoom vastnaaien en dan nog persen. En dat drie keer in korte tijd, want ook toen konden jongens opeens de lucht inschieten. Niet het leukste werk van de wereld, vind ik, ik heb het laatste jaar diverse malen een broek ingekort en het zal nooit mijn hobby worden. Misschien kwam bij dat gezin een thuisnaaister langs. Ik zal er eens naar vragen. Maar hoe dan ook, ik kijk met bewondering naar die zoom. Zo'n bescheiden werkje is het. En ik vraag me ook af, hoeveel moeders (het zijn toch bijna altijd de moeders) nog innemen en uitleggen.



zondag 24 februari 2013

Eetpatronen: opa, opa en oom

Kijk, een foto.

Drie van de jongens op deze foto zullen in hun latere leven belangrijk zijn voor mij. Dat zijn mijn opa Bee, mijn opa Kaa en mijn Oom Jee. Zij zaten bij elkaar in de klas. Vriendschap en familie, dat is de link tussen die jongens en mij. Wie had dat toen gedacht?




We beginnen met Opa Bee. Zodra ik zelfstandig kon reizen (vanaf een jaar of negen), fietste ik in de vakanties naar het station. Ik kocht een enkeltje naar mijn geboortestad. Daar aangekomen liep ik óf naar de winkel van mijn opa, óf ik nam de bus naar zijn huis.  Daar logeerde ik dan een aantal dagen.





Langs de galerij aan de achterkant waait nog steeds een gure wind.

Ook het uitzicht aan de voorkant is niet echt veranderd. Het geluid van de langsrijdende auto's gaat 24 uur per dag door. Ik lag er vroeger wel eens wakker van, ik was het niet gewend, maar ik vond het niet echt vervelend. Ook toen al hield ik van de grote stad.





Mijn opa was een sober levende man. Hij rookte niet, gebruikte geen alcohol en was vegetarër. Met warm eten kwam tussen de middag dan ook het volgende gerecht op tafel:





Witte rijst met boter en bruine suiker. Soms wel twee keer in de week! Dat vond ik wel lekker. Toen ik daarna weer eens kwam logeren stonden er opeens aardappeltjes, groente en een sudderlapje op tafel. Had ik daar zelf om gevraagd of was er een telefoontje van mijn moeder aan vooraf gegaan? Ik weet het niet meer. En ik vroeg me deze week opeens af wie die maaltijd heeft gekookt. Geen enkele herinnering aan een kokende opa, jammer.
In ieder geval heb ik het nu voor het eerst gemaakt. Ernstig getwijfeld of opa de rijst met water of met melk kookte. UIteindelijk heb ik voor melk gekozen, en ja, de smaak is hetzelfde. Knarsende bruine suiker, de wat rauwmelkse smaak van de boter en de zachte rijst. Ik zie de tafel voor me, een wit kleed erover. Ik hoor de klok tikken. Zo was het dus.
Wat de rijst betref: ik hoef niet nog een keer, dank u beleefd. Maar verder was het een leerzaam experiment.




zondag 17 februari 2013

Venster op Oost-Groningen: Noordbroek



Zo, we zullen de laatste vensters maar eens bij langs gaan. Vandaag de kerk van Noordbroek.





 De folder heeft het over "600 jaar in beeld", maar volgens andere bronnen is de kerk nog ouder. In "Alle middeleeuwse kerken. Van Harlingen tot Wilhelmshaven" stelt P. Karstkarel dat de kerk tot stand is gekomen in de periode 1298 tot 1335.



Van eerbiedwaardige leeftijd dus. De buitenkant van de kerk is een feest van metselwerk. Allerlei patronen: het doet mij altijd aan tweed denken.



Het interieur is van prachtig schilderwerk voorzien. Merkwaardige vogels, en Christoforus, die Jezus op een wat ongemakkelijke manier op zijn schouder draagt, wordt vergezeld door twee zeemeerminnen.

voor foto klik hier


Ik heb hier geschiedenis liggen. Eén van mijn voorvaderen was opgeleid tot predikant (preken is een typisch familietrekje), en zou in Noordbroek op de kansel zijn woordje doen. Helaas, hij was te verlegen (ook al zo'n familiaire aandoening). In een (wat warrige) tekst staat dat hij de vrijmoedigheid miste om in het openbaar te spreken. voor de betreffende tekst klik hier  
De arme man. In 1692 werd hij schoolmeester te Eexta, hij bleef dus in de buurt.

De toren staat los van de kerk en is ook middeleeuws, uit de eerste helft van de 14de eeuw.



De plaats van de klok is opvallend, maar goed zichtbaar voor een ieder die over de hoofdweg loopt of rijdt. Ik denk dat die weg minstens zo oud is als de kerk. Overigens, ook in Beerta staat de toren los van de kerk, en zit de klok tegen de hoek van de toren.
Naast de kerk staat de voormalige pastorie, nu niet langer in functie. Veel jonger in leeftijd, maar evengoed een mooi gebouw.


 Erachter ligt een slingertuin.


De tuin eindigt met een kunstmatige verhoging. Volgens sommigen "de hoogste van de provincie", maar daar zet ik toch vraagtekens bij. In Meeden en Winschoten bijvoorbeeld, of in Pieterburen, zijn ook hoge. Maar kom, het is geen wedstrijd.




Het is in ieder geval wel een grote tuin, daar kun je echt een ommetje in maken. Nu alles kaal is, kun je het geheel goed overzien. Op het kerkhof bloeiden al sneeuwklokjes. Alles, alles wacht op voorjaar. Nog even geduld.

Noordbroek, gemeente Menterwolde, Groningen
Foto's: A.B. van der Ploeg, P.M. van der Ploeg en van Aag zelf

woensdag 13 februari 2013

Gevonden voorwerp (6): alweer?


Wat nu weer?

Het is vandaag een kille, grijze dag. Desalnietemin liep ik vanochtend een "groot" rondje met de hond. Stevig doorstappen, dan blijf je wel warm. Ik had alleen koude vingers. Leuke handschoenen aan, daar niet van, maar bij echte kou zijn wanten toch fijner. Die had ik alleen niet zo gauw zien liggen, toen we de deur uitgingen.

We liepen terug via de Molenhof. En toen stond ik plots stokstijf stil.


een deel van de Molenhof

 Wat lag daar op het bevroren grasveld? Een want, een heel bijzondere want. Ik was gewoon in de war. Hoe kon dat nou? Ik liep er naar toe en raapte hem op. Wat deed die daar nou? Wacht, een foto:


dit is hem


Een beetje vies en nat, deels bevroren, een tragisch geheel. Maar niet stuk.
Nou zeg je misschien: maak je niet zo druk, zeg. Je hebt al wel meer handschoenen gevonden, deze winter. Wat is hier nou zo bijzonder aan?
Geduld! Ik heb nóg een foto. Kijk:


dit is een andere

Dit is een linker exemplaar. En ja, die ziet er net zo uit. Dat komt, ze horen bij elkaar. Ik heb ze zelf gebreid. En ik hou erg van deze wanten, ze zitten lekker en zijn heerlijk warm.
Dat ik er één echt-ernstig kwijt was, dat wist ik dus niet. Wanneer is dat dan gebeurd? Voor vrijdag jl, want toen werd ik ziek en kwam dus niet buiten. Meer weet ik niet.
Dat is jammer, hoor. Had ik wél geweten van die vermissing, dan was ik nu vast waanzinnig blij geweest. "Ik heb hem terug!" op Twitter en zo. Zo zie je maar. Wil je echt gelukkig worden, zorg dan dat je eerst wat pech of narigheid hebt. Succes verzekerd.


dinsdag 12 februari 2013

Holten

Stadsdorp?

Holten is een levendig dorp, met zo'n 9000 inwoners. Gelegen aan de Holterberg is het een mooi vertrekpunt voor uitjes: natuurparken, landgoederen, kastelen, noem maar op.
Even een impressie van het dorpscentrum:


So far so good, ziet er toch gezellig uit? Maar dan twintig meter verderop, richting station:


Ik las dit en snapte er eerst niks van. Ik keek eens om me heen:


Waar is die stedelijke leefomgeving dan? En: als er een stedelijke omgeving was, dan zou ik er toch niet op vakantie gaan?
Maar toen snapte ik het. Dit zijn weer van die bestuurders die denken dat ze grote jongens zijn. En die gebruiken dan grote woorden.
Pas maar op, straks komen de échte grote jongens; die breken alles af en zetten er hele lelijke gebouwen neer. Met hele mooie woorden, dat wel. Zoals: zichtlocatie, groei, dynamisch, interactie-met-de-omgeving, en meer van die vult-u-maar-in-begrippen.
Dat hoeft niet hoor, gewoon Nee zeggen kan ook, dat is helemaal niet moeilijk. Ik doe het zelf ook regelmatig.

Eerlijk gezegd heb ik er weinig vertrouwen in. Ik heb gezien wat ze in Rijssen hebben gedaan. Laat ik het zo zeggen: daar hebben "ze", die grote jongens dus, een volledig nieuwe dimensie aan het begrip "lelijk" weten te geven. Een prestatie op zich. Ze zijn vast heel trots. En vinden natuurlijk, dat ik er niets van begrijp. 

Ik wacht wel af. En gelukkig heb ik de foto's nog.



Holten, gemeente Rijssen-Holten, Overijssel
Foto's: A.B. van der Ploeg en van Aag zelf





maandag 11 februari 2013

Oranges

Ik kocht vorige week een zak vol bij de groenteboer.


Lekker hoor, en de hond is er ook dol op. Bovendien gezond.
Ik dacht na over sinaasappels en onderjurken (dit naar aanleiding van een tweet van Sylvia Witteman, daarover later meer), toen ik op een zijspoor belandde.
Want deze sinaasappels, citrus x sinensis, ooit China-appels geheten (althans, dat meldt de overlevering)....



beetje wazige foto, maar ja







worden niet meer zo genoemd. Ze heten nu:


Juist. De Chinese afkomst is hier dus verdwenen, de soort heet Navel en komt deze keer van Kreta.
Is dat geen mooi voorbeeld van de ontwikkelingen in de wereldhandel en de Nederlandse taal?