zondag 5 december 2021

Woord en Beeld: Begraven op Ameland


 

p. 17:

"... Ook hadden de opppasters de koffie of thee klaar waarbij witte kandijklontjes, blatjes (een soort koek) en krakelingen werden geserveerd." Blatjes zijn de zogenaamde platte koeken.





Woord: Leon Blok. Begraven op Ameland. De geschiedenis van het leven op Ameland verborgen in duizenden namen op grafstenen. 

Beeld: Amelander platte koeken van bakker De Jong, Nes, Ameland en grote krakelingen, gekocht bij Spar Manje, Ballum, Ameland.


 

 

vrijdag 4 juni 2021

Portretten: Edward, prince off Wales

Dit is Edward, Prince of Wales, 1537-1553. Het portret is geschilderd door Hans Holbein de J. In 1537 of '38 staat erbij. In aanmerking nemende dat Edward een oktoberkind was, ga ik maar uit van 1538. Hier zit een stevige peuter in wording, geen 2 maanden kindje (kijken die experts wel eens naar echte mensen?).

 

Het stukje op Wikipedia leest deels als een personage-lijst van de trilogie van Wolf Hall. Geen wonder, want deze Edward was de zo lang begeerde, eerste zoon van Henry VIII die de geboorte doorstond en in leven bleef.

Als we over deze mensen lezen, lijkt het vaak allemaal zo veraf. Haast fictieve karakters zijn het, in verhalen die via overlevering tot ons gekomen zijn. Haast zou je vergeten dat dit kindje echt bestaan heeft. Krampjes heeft gehad, snotneuzen, geschaafde knie, oorpijn. Maar gelukkig zijn er brieven en ooggetuigen die melden hoe blij zijn vader met hem was, die hem in zijn armen wiegde. Hoe hij met zijn halfzusjes speelde. Dat hij veel speelgoed kreeg. Zijn lady-mistress (ofwel gouvernante) schreef aan Thomas Cromwell in een verslag over een blij dansend jongetje, dat genoot van de muziek die door de minstrelen van zijn vader gespeeld werd. 

Suikerzoet? Zet het maar af tegen de overige gebeurtenissen van die tijd, intriges, vervolgingen, onthoofdingen. Na de dood van zijn vader werd Edward tot koning gekroond. Negen was hij toen en vanwege zijn leeftijd kwam het land onder een vorm van Protectoraat. Machtsverschuivingen aan het koninklijke hof, sociale onrust, economische problemen. Op zijn vijftiende werd hij ziek en stierf, mogelijk aan tuberculose.

Kijk nu nog eens naar het schilderij, met de wetenschap van intriges, ziekte en dood. Een klein jongetje met een prachtig pakje aan. Een warm mutsje dat het koppie moet beschermen, daar bovenop een hoofddeksel met een witte veer, kenmerk van de Prince of Wales, zo heb ik gelezen. Een gouden rammelaar in de mollige handjes. Dikke wangetjes en een prominent kinnetje. Kleine oogjes, die wat dicht bij elkaar staan, een klein neusje en een smal mondje. Wat dunne haartjes piepen onder het mutsje uit, rossig blond? Hij lijkt, ook op een later portret, onmiskenbaar op zijn vader. Wellicht heeft de schilder dat zo bedoelt, al was Holbein bekend om zijn "warts and all". Dat is de kracht van Holbein: je wordt niet afgeleid door goud en brokaat. Wat je ziet is wat je krijgt: een gewone peuter. Het zou je buurjongetje kunnen zijn.

 

Het schilderij hangt nu in de National Gallery of Art te Washington.



vrijdag 21 mei 2021

Portretten: de zitter

 

Ik ben gefascineerd door portretten. Portretten gaan altijd over meerdere mensen. Je begint bij de afgebeelde persoon (de zitter). Dan de schilder, die de regie voert over het portret. Vervolgens de opdrachtgever. Dat kan de zitter zelf zijn, maar ook een derde: man, vrouw, bestuur van een instelling, ouders. En tot slot ben je zelf betrokken: de kijker.

 De mode en de mores van de tijd is een factor van belang. Symbolisch, smetteloos of warts and all? Een bijna fotografische weergave of meer een impressie van een karakter?

Als de zitter volwassen is, heeft hij/zij bepaalde ideeën over hoe hij afgebeeld wil worden. Liever de voordeligste kant van het gezicht naar de kijker gericht, wat te dragen, welke houding. Wie betaalt, bepaalt. Maar een schilder hoeft daar geen boodschap aan te hebben. 

Met een kind is het anders. Dat houdt zich niet bezig met hoe het overkomt op de ander. Het zal wriemelen en wiebelen en nieuwsgierig zijn naar wat die onbekende daar doet, achter die rare constructie van houten poten en een bord met papier, of linnen doek. Verlegen, belangstellend of volkomen ongeïnteresseerd kijkt het ons aan, soms door eeuwen tijd, recht in de ogen: wie ben jij? wat doe je? En ik kijk terug. Wat is er van je gekomen, kind? Waren ze een beetje aardig voor je? Mocht je die tol, die bal houden? Was je blij toen je die stijve kleren weer uit mocht en je dagelijkse jurk weer aan kon trekken? 

Neem nu dit meisje. Aangekleed als een kleine volwassene getuigt haar kleding van rijkdom. Maar ik denk dat het ook zegt: dit kind hoort bij ons. Zoals ze gekleed is, de sieraden die ze draagt (de armband was van grootmoeder, de speld van de andere oma, het kant van de familie-doorpjurk), geeft wellicht allemaal aan: wij, ons gezin, onze familie. ("Ach, sprekend haar moeder!" Ik hoor het ze zeggen). Dit zijn ook stamkleuren.

 Ik vind dat ze er een beetje moe uitziet. Afwachtend, dappere glimlach, mooier dan de Mona Lisa. Ik wou dat ik wist wat je dacht, meissie. Ik wou dat ik je naam wist, dan zou ik hem hardop zeggen.


ansichtkaart uit het Rijksmuseum, Amsterdam

Johannes Cornelisz. Verspronck 1597-1662

Portret van meisje in blauw

woensdag 14 april 2021

Een ansichtkaart van Anno

 In map 7 van mijn vader zaten vier kaarten van een door hem bezochte expositie, waaronder deze:

 
 
Achterop staat een naam: Anno Mitsumasa (1926-2020). Hij heeft een eigen Wikipedia-pagina. In de Engelstalige variant staat dat zijn stijl vaak wordt vergeleken met die van Escher. Dat komt dan mooi overeen met het thema van de genoemde expositie: onmogelijke constructies en afbeeldingen à la Escher.
 
Drie kaarten boeiden me niet, maar de vierde des te meer. Die huisjes! De naam Anno! Ik ging naar boven (daar staan de kasten met kinderboeken) en kijk...
 
 
Het lievelingsboek van de oudste, dat we keer op keer van de bibliotheek leenden, tot ik hem ergens kocht.
Elke pagina is een ontdekkingsreis, op een paardje rijdt Anno (die met het puntmutsje) door tijd en ruimte.
 
 
 
 
Landschappen wisselen elkaar af, en overal kun je visuele grapjes ontdekken, en verwijzingen naar verhalen, gebeurtenissen, beroemde personen, etc. Op de bovenstaande afbeelding zie je rechtsboven de drie koningen, die op weg zijn naar baby Jezus (het hele verhaal kun je terugvinden, vanaf de aankondiging aan Maria tot en met de kruisiging).  Onder de boom zitten Alice en haar zusje, het witte konijn staat er ook.
 

Sommige kunstenaars maken zo'n indruk, dat ze als het ware voor altijd hun stempel op hun onderwerp zetten. In de herfst kan ik geen geel kleurende jonge berken en eiken zien, zonder aan Van Gogh te denken. Rode kruisbessen zijn Adriaen Coorte, schaatsers op het ijs natuurlijk Avercamp. 

Voor mij hoort Anno Mitsumasa ook in dat rijtje. Misschien niet als groot schilder, maar ik kan geen afbeelding van de Dom in Florence zien zonder aan hem te denken. Zijn manier van afbeelden heeft mijn manier van zien grondig beïnvloed.

 


Toen zoon klein was, bestond internet nog niet. Nu wel, en ik zag net tot mijn grote vreugde dat er veel Anno-boeken bestaan die ik nog niet ken. Meteen eentje besteld bij Boekwinkeltjes. Ik hoop binnenkort door Engeland te reizen.

 




woensdag 7 april 2021

Twee ansichtkaarten

Dit is een vrouwenbeeldje van zandsteen. Afkomstig uit de collectie van het Nationaal Museum te Khartoem, het dateert uit het Neolithicum (jonge of nieuwe steentijd); in Egypte is dat grofweg tussen 11.000 tot 3000 voor Christus. 

Het was te zien op de tentoonstelling De Zwarte Farao's, Koninkrijken aan de Nijl, in de Nieuwe Kerk in Amsterdam in 1997.


 

Het is puur vorm, geen uitbeelding van een individu, maar van een mens.

Het doet me denken aan een vaasje dat ik bij Galerie 't Spinsel in Midsland, Terschelling kocht. Gemaakt door Marcel van Berkel.



De tweede kaart : Seated Cardinal, een bronzen werk uit plm. 1965, van Giacomo Manzù (1908-1991).


Ken je eenmaal de naam van het werk, dan zie je het onmiddellijk. Al zie ik er ook een vogel in, met de licht geopende snavel links naar boven gericht, dan wel een walvis die zich in de zeebodem boort. Als ik die beesten buiten beschouwing laat: ook hier is de menselijke figuur teruggebracht tot vorm. 

Zijn werk was te zien op de tentoonstelling Vrouwen, Ruiters en Kardinalen in het Museum Beelden aan Zee (2014). Ik vermoed dat deze kaart daar gekocht is.

Ik vind het bijna magisch, duizenden jaren verschil en toch met dezelfde vraag bezig: wat is de vorm van een mens? Wat maakt een mens herkenbaar als mens? Hoe/wat is mens? Handen die zoeken naar het antwoord met het materiaal dat voorhanden is, die vormen.

 Ansichtkaarten Art Unlimited, foto vaasje door Aag.

 


zondag 21 maart 2021

Woord en Beeld: Reide



pag. 21: op 21 september 1211 tekende abt Emo van Bloemhof "in villa Hreidensi" officieel protest aan.

(Zijn kleine klooster Bloemhof had een aanzienlijke schenking onvangen:  de kerk en al zijn bezittingen van Wierum. De bisschop van Münster maakte deze schenking ongedaan. Dit was de aanleiding voor Emo om protest aan te tekenen, en dit was ook de reden waarom hij vervolgens naar Rome ging.

 

 


pag. 24: A qua appellatum per prepositum Novi Claustri die VI post sententiam, Kal. Octobris in villa Hreidensi.

pag. 25: Daartegen is de proost van Nijenklooster, op de zesde dag na de veroordeling, op 23 september in beroep gegaan in het dorp Reide.

Tot de Cosmas- en Danielsvloed (Tweede Cosmas- en Damianusvloed) van 1509 daar land in water veranderde, lagen er de bezittingen van het premonstratenzer klooster Porta Sancte Marie of Palmaer. In de 13de eeuw werden daar zittingen van het bisschoppelijk gerecht -de seend- en van het Reiderland gehouden, waarschijnlijk was dat in 1211 dus ook al het geval.






Emo's reis. Dick E.H. de Boer, Uitgeverij Noordboek 2011

Kroniek van het Klooster Bloemhof te Wittewierum. Inleiding, editie en vertaling H.P.H. Jansen, A. Janse, Uitgeverij Verloren 1991

Bezoeken : Punt van Reide, Dollard

foto's: A.B. van der Ploeg en van Aag zelf

woensdag 17 maart 2021

Kaart van de week: Malevich

 Op de kaart van de week staat een schilderij van Kazimir Malevich (1879-1935). 

Het heet De rode cavalerie/ De rode ruiters en stamt uit plm. 1928-1932.  

 

 


 

Malevich is vooral bekend als pionier in abstracte schilderkunst, puur geometrische vormen tegen effen achtergronden. 


 

Hij werd geboren in een Poolse familie en woonde gedurende zijn jeugd nabij Kiev in de Ukraïne. Je hoeft maar naar zijn data te kijken om te beseffen welke historische wentelingen hij heeft meegemaakt. Alleen al een stukje op Wikipedia geeft daar een indruk van.

 

Malevich 

 

Er wordt dus wel gezegd dat zijn werk is gebaseerd op en geïnspireerd door de volkskunst van Ukraïne. 

De strepen op de onderste helft van het schilderij deden mij aan iets soortgelijks denken:


folklorestoffen bij Stegeman

 

Ook de titel roept bij mij allerlei associaties op:

Rode ruiters + Ukraïne = kozakken = pogroms.

Niet zo vreemd dat ik daar aan denk: ik lees momenteel Hiob van Joseph Roth, geschreven in 1930. 



Er is deze week een neef jarig. Die hebben we een andere kaart gestuurd, één die meer bij hem past. Ik gebruik deze maar als bladwijzer in Hiob. Boek en beeld passen bij de tijdgeest van die jaren.

donderdag 11 maart 2021

Verre familie

Twee  dingen: 

1. We hebben honderden ansichtkaarten. Teveel om te houden, te mooi om zo maar weg te gooien

2. Door Corona zijn er veel mensen die we niet of nauwelijks zien. 

Daarom hebben we besloten om elke week iemand een kaartje te sturen. 

De kaart van deze week is 


Suze Slager-Velsen

Suze Slager-Velsen: 1883-1964. Dit schilderij heet "Rozenboogje".

Suze Velsen trouwde in 1916 met Piet Slager. De familie Slager is een bekende schildersfamilie uit 's Hertogenbosch, met een eigen museum:

https://www.museumslager.com/

Ik stuur hem naar een ver familielid. In de tijden voor Corona zag ik haar wel eens op een verjaardag en op crematies en begrafenissen, maar dat zit er al een jaar niet meer in.

Verre familieleden zijn eigenlijk een soort intermediair tussen je eigen tak en nog verder verwijderde familieleden. Ik moet, geloof ik, drie stappen omhoog in onze stamboom, daarna een tak opzij en daar weer twee stappen naar beneden om bij haar uit te komen. Dat valt nog mee. Zij is bevriend met weer een andere achternicht. Ik ben benieuwd hoe het met ze is. Er vallen gaatjes in het weefsel dat ons bijeenhoudt. Mensen ergeren zich vaak aan het reünie-karakter van een uitvaart, maar in wezen zijn dat een soort up-dates, hoog nodig om te hergroeperen en verbindingen te herstellen. Ook dat missen we nu.

Kom, kaartje schrijven, postzegel zoeken.

"Hallo, ben je daar nog? Leef je nog? Ik zie je, dus je bestaat."

donderdag 4 maart 2021

Geboortelap

 Afgelopen week zag ik een plaatje langskomen, ik meen dat het op Twitter was. "Die ken ik" dacht ik.

Hier is mijn exemplaar.


 Ik heb twee geboortelappen, een heel kleine, die niet helemaal gelukt is, en een grotere, met naam, geboortedatum, en een aantal motieven. 

Die motiefjes zijn afkomstig uit een boek dat ik geërfd heb.

 

Veel figuren hebben een symbolische, vaak christelijke betekenis. Over de druivendragers vond ik het volgende.

Nadat Mozes zijn volk door de woestijn had geleid kwamen zij aan bij het land Kanaän. Uit voorzichtigheid besloot Mozes een aantal (ver)spieders vooruit te sturen, om een indruk van het land te krijgen.

Ik citeer: "Het was toen de tijd waarin de eerste druiven rijp waren."

En even verderop: "Na veertig dagen keerden zij terug om verslag te doen en zij dragen zo'n grote druiventros met zich mee dat twee mensen nodig zijn om hem te dragen" (Numeri 13).

Dat zijn ze. De spieders, de druivendragers. Afkomstig van een Friese lap uit 1804.

Er staat nog meer op.

Links nog een druivenrank van een merklap uit 1760. Google (christelijke) symboliek druiventros en je wordt overspoeld met verklaringen, waarbij God als wijnboer optreedt, er vruchtbare en onvruchtbare takken zijn, die dan gesnoeid moeten worden, etc. etc. In de ster en de krans rechtsboven kun je monstransen herkennen. 

De zwaan lijkt me tamelijk Luthers, de kerkelijke zwaansymboliek kwam hier vanaf eind 16de eeuw voor, maar er zal ook wel een oudere betekenis zijn. Volgens mijn boek zijn zwanen trouwens een typisch Fries stamteken, de schrijfster verwijst hierbij naar het uilenbord.

Ik denk niet, dat mijn moeder (uitgesproken tegenstander van elke georganiseerde vorm van godsdienst) zich bewust was van de lading die ze aan het lapje meegaf. Dat vind ik wel vermakelijk.

Een geboortelap is een speciaal soort merklap. Merklappen waren in zekere zin oefenlapjes, maar ook een archief: een verzameling van randjes en motieven (soms streekgebonden of van moeder op dochter doorgegeven) waarmee linnengoed en kleding gemerkt kon worden. De merklap was ook een verbeelding van de familiegeschiedenis: trouwdata, geboortedata, aantal kinderen, verwijzingen naar dagelijkse bezigheden...

Persoonlijk vind ik het een goed idee om, als de naamgever van de geboortelap uit de tijd is, ook de sterfdatum op de lap te borduren. En dan mee in de kist. Een mooie afronding. Of ingenaaid in een verzameling familie-geboortelappen. Jammer genoeg is er bijna niemand meer die borduurt, en die nakomelingen van mij doen niet zo aan symbolen en rituelen. Jammer, maar ik bedenk er vast nog wel wat op. Wegdoen kan altijd nog.

donderdag 14 januari 2021

Goede voornemens

 Zoals inmiddels bekend ben ik een fan van de podcast van Backlisted.fm. 

Ook op Twitter is een levendige uitwisseling van boekenliefhebbers. Bij het begin van de Adventsperiode zag ik een tweet van ene Claire voorbij komen, die een Advent-kalender van boeken van haar man had gekregen! Voor het tweede jaar op een rij! 

"Dus dat kan ook"' dacht ik. Weer eens iets anders dan chocola (ook fijn) of bier. Elke dag opende zij een pakketje, soms (regelmatig) zaten er zelfs meerdere boeken in, gebaseerd op Backlisted-afleveringen. Uiteraard meldde ik dat trouw aan de man. Ik kreeg niet de indruk dat hij van plan is om iets met die informatie te doen.

"Als je iets wilt, moet je er achter aan gaan" zei ik vroeger tegen de jongens. Dat werd dus mijn goede voornemen voor 2021. En als ik de aanschaf over de tien tot 11 maanden voor de Advent uitsmeerde waren de kosten ook nog te overzien (Boekwinkeljes, mensen. Voor bijna niets te kust en te keur).

Het is januari. En ik durf niet. Hoe kan ik nu boeken kopen voor 2022? Ik maak niet eens plannen voor volgende week, laat staan voor een volgend jaar. Ben ik er dan nog? Het is niet dat ik pessimistisch ben, ik noem dat realistisch, maar hoe kun je je zo onkwetsbaar achten? En het voelt ook een beetje alsof ik het lot tart, maar dat is natuurlijk bijgeloof. 

Als ik iets niet weet draai ik de vraag om. Wat als ik het niet doe? Wie wordt daar beter van? Nou, niemand. 

Misschien moet ik het doen, juist omdat ik het niet durf. Omdat ik mezelf een toekomst gun met boeken om te lezen. En dan is er ook nog de voorpret, de wetenschap dat er iets moois op me staat te wachten.

Een cadeautje in de toekomst, dat is een handeling van hoop. 

En daarbij: angst is nuttig, maar je hoeft er niet altijd naar te luisteren. Hup, aan de slag.


Besteld!