woensdag 23 oktober 2013

Hunebedden: D26, Drouwen

Het was zondag heerlijk weer. Ik vind het tijd worden dat we het hunebedverslag afronden, dus gingen we naar Drouwen, naar hunebed no. 26.
Het was druk bij Drouwenerzand (moeten we nog steeds een kopje koffie drinken), en overal in de bossen werd lekker gewandeld, al dan niet met kinderen en honden. Dat valt me sowieso op: dat er steeds meer mensen wandelen, joggen en fietsen. 

We zijn wat omgereden, onze natgav-mevrouw bleek de weg niet goed te weten. Maar uiteindelijk waren we aan het eind van de verharde weg. Auto aan de kat, Jykke aan de riem en lopen maar. Het pad leidt langs bos en een graszodenproducent. (Ik moest steeds aan Asterix en de Britten denken).

Aan het eind van het pad ligt D26. Het eerste wat ik zie is de plaquette. Dat die er nog is! Voor een ieder met slechte plannen: blijf af! Dat is van ons allemaal.


Een middelgroot hunebed, met grillig gevormde dekstenen. Ik vraag me af of de bouwers zulke stenen het mooist vonden, of dat ze geen andere tot hun beschikking hadden?


Dit hunebed wordt voor het eerst vermeld in 1812, door dominee Westendorp. Het is verschillende malen wetenschappelijk onderzocht, het laatst in 1970. Daarbij zijn veel potten, pijlpunten, bijltjes en kralen gevonden.
Een en ander is te bezichtigen in het Hunebedcentrum in Borger, hemelsbreed maar een paar honderd meter verderop.  Daar zullen we één dezer dagen ook een bezoek aan brengen, een verslag volgt dan uiteraard.

Een deel van de stenen is van mooi donkerroze graniet.

de kleur knalt er van af!

Er zitten allerlei korstmossen op, er zitten zelfs mossen óp de korstmossen. Als we even op een bankje gaan zitten, gaat een ander groepje mensen foto's maken. De dames klimmen op de stenen: wat weer een mooie orginele plaatjes.

Ondertussen worden we belaagd door lieveheersbeestjes: volgens zoon waren het veelkleurige aziatische lieveheersbeestjes. Ze schijnen zich tegen de winter in groepjes te verzamelen. Helaas vreten ze onze inheemse lieveheersbeestjes op, dus echt blij is men er niet mee. Maar ze zijn best spectaculair, met al die verschillende kleurencombinaties.

Goed, de mensen waren weer weg, we konden nog wat foto's maken en D26 afvinken.

lange poort


uitvoerig plakwerk


Zo zie je hem helemaal. De steunstenen liggen zo diep in het zand dat de dekstenen (bijna) de grond raken.

Inmiddels zijn er maar liefst drie tentoonstellingen over de Trechterbekercultuur (die van de hunebedden dus):
in Assen, Groningen en  straks in Leeuwarden. Dit in samenwerking met Noord-Duitse musea en wetenschappers. Er is een prachtig boek bij verschenen, met vele foto's.



Daarin staat dat het aantal hunebedden wordt geschat op 30.000!


Die oranje vlek links, daar lopen we rond, dat is ons hoekje in die grote steentijdwereld. Daar leefde onze familie.


Drents Museum 
Groninger Museum
Fries Museum
lieveheersbeestjes


Drouwen ligt in de gemeente Borger-Odoorn
N 52 56.587
E 006 46.462

Foto's: van Aag zelf

Bronnen: Gids voor de hunebedden in Drenthe en Groningen door Wijnand van der Sanden
Land van Ontdekkingen, catalogus behorend bij de tentoonstellingen

vrijdag 18 oktober 2013

Drentse Hoofdvaart (2)

Op 1 maart van dit jaar schreef ik over de Drentse Hoofdvaart. We waren vast van plan om langs het hele water te lopen. Maar ach ja, beperkt tot de weekenden, zorg voor huis en hof, familiebesognes, de tijd vliegt voorbij. Toch hebben we tussen de bedrijven door wel stukjes gelopen. En nu het herfst wordt en alle verjaardagen achter de rug zijn zullen we vast wel wat verder komen.
Maar laten we nog eens naar het eerste stuk kijken.

De vaart bracht veel bedrijvigheid. Aan beide oevers vestigden zich kleine en grote bedrijven. Er is veel verdwenen, maar als je goed kijkt zie je de resten van het verleden.




Je ziet dat het een pakhuis was, het is nu een woonhuis.




Een prachtig graanpakhuis. Er zitten nu appartementen in. Maar de naam is bewaard gebleven.



Dat is meer dan op dit plekje:


Hier was, zolang als wij ons kunnen herinneren, een houtzagerij gevestigd. Helemaal weg, nieuwe huizen, met nieuwe straatjes. Niet eens een straatnaambordje dat er naar verwijst. Was dat nou zo moeilijk? "Waar woon je? Aan de Zagerij". Was toch leuk geweest.


Het heeft ook wel iets aandoenlijks., die namen en aanduidingen.



Alsof ze eeuwig zouden blijven bestaan...

Deze is ook leuk:


Wat een mooi complexje. Ik weet niet wat er vroeger zat. Natuurlijk heb ik opgezocht wat de firma Kalista doet, een link staat onderaan. Dat konden ze zich ook niet voorstellen, zo rond 1900.

Zo loop je het eerste stukje vaart: tot de nieuwe Witterbrug en aan de andere kant weer terug.


En dan maar goed om je heen kijken. Echt de moeite waard



Kalista: kijk hier
G.J. de Waard: klik hier

Foto"s: A.B. van der Ploeg en van Aag zelf

dinsdag 15 oktober 2013

Uitgelezen: De Daisy Sisters (41)

Henning Mankell: De Daisy Sisters




Er zijn van die boeken die je leest zonder dat ze meteen veel indruk maken. Zolang de pagina's geopend voor je liggen lees je geconcentreerd door, maar zodra je het boek weglegt, is het uit je gedachten verdwenen. Denk je. Maar nadat je het hebt teruggebracht naar de bibliotheek of teruggezet in de kast, merk je dat je af en toe terugdenkt aan bepaalde scenes. Soms nog na jaren leven de hoofdpersonen voort in je gedachtenwereld. Het boek was beter dan je doorhad.
Ik vermoed dat dat ook zo zal gaan met de Daisy Sisters. Ik was voornemens een misdaadverhaal van Mankell mee te nemen. Ik ben nu eenmaal bezig met een serie Skandi-thrillers en daar hoort Mankell absoluut bij. Hij is zo populair, dat er zelden een exemplaar op de plank staat: allemaal uitgeleend. Al dwalende kwam ik bij deze titel terecht: het is dan ook een roman.
Kort gezegd verhaalt Mankell over drie generaties vrouwen: vanaf 1941 tot de jaren tachtig van de vorige eeuw. De schrijver is vooral in het begin nadrukkelijk aanwezig in zijn commentaar op de gebeurtenissen en om het verhaal voort te jagen.
Na de oorlog bloeide de economie op en er was een tekort aan arbeidskrachten. Vrouwen én buitenlanders konden meteen met werk beginnen, een opleiding was vaak niet nodig. Het was voor arbeiders een hard en sober leven. Toch stonden deze jaren ook voor hen in het teken van vooruitgang: door allerlei ontwikkelingen werd het huishouden lichter en het leven makkelijker: stofzuigers, iedereen een auto, maar ook steun bij studie en zelfontplooiïng.
De echte levensvragen blijven altijd hetzelfde: relaties, wel of geen kinderen, in hoeverre kun je en mag je voor jezelf kiezen? Het leven van deze drie vrouwen wordt bepaald door mannen en ongeplande zwangerschappen. Ondanks dat werken ze verbeten door. Steeds opnieuw hopen ze in de nabije toekomst hun dromen te realiseren.
Het boek is in 1982 geschreven, sindsdien is de wereld behoorlijk veranderd. Toch is het boek niet gedateerd, al merkte ik dat ik me af en toe behoorlijk ergerde aan de passiviteit van vooral Eivor.
Goed geschreven, er zit vaart in, kortom, al met al een aanrader, zij het zonder vlag en wimpel.

vertaling Maria Postema
Oorspronkelijke titel: Daisy Sisters




vrijdag 11 oktober 2013

kwarktaart




Daar sta ik dan, 2 jaar al weer, bij een mooie, zelfgemaakt slagroomtaart. Dat was toen gewoon, dat mijn moeder zelf de taart maakte. Dit in tegenstelling tot vandaag de dag: zelf bakken is een vorm van ontspanning, en de ene hype (cakepops) volgt de andere (cupcakes) op. Trendy bakken, wie had dat gedacht.
Maar goed, ik kan me nog vaag herinneren dat mijn moeder een bruidstaart maakte voor één van haar vriendinnen: een opeenstapeling van ronde lagen, bekleed met spierwit glazuur en zilveren bolletjes. Die zilveren gevalletjes zaten in een doosje, en ik mocht er een proeven. Ik was er volkomen door gefascineerd. 
En als je bedenkt dat de temperatuur van de oven ingesteld werd op basis van adviezen als: "de vlammetjes dienen druppelgroot te zijn..." dan is het geen wonder dat er wel eens iets inzakte of verbrandde. Overigens: we hadden toen stadsgas, pas later kregen we aardgas.
Dat zelf taarten bakken, dat raakte op een gegeven moment wat uit de mode. Er was een fase dat moeder appeltaarten bakte, en ze bleef trouw aan de zelfgemaakte mokkataart (geheim familierecept), maar voor de verjaardagen kwamen de taarten van de bakker: glanzende vruchtentaarten met bijgeleverde kaarsjes. En gebakjes voor het bezoek. Die overigens steeds duurder werden. Zo verzuchtte mijn moeder op een gegeven moment: "Als ze een gulden gaan kosten, maak ik ze weer zelf".
De voedingsindustrie stond niet stil, en op een gegeven moment verscheen, zomaar uit het niets, de kwarktaart!
En al snel maakte iedere zichzelf respecterende gastvrouw kwarktaart voor het bezoek. Diverse smaken: aardbei, citroen en chocola. Ik vermoed dat het gezonde imago van kwark er mee te maken had. Man en ik deden dapper mee aan de rage en enkele jaren later mochten onze jongens zich er ook aan wagen. Het gekke is, zo plotseling als die pakken in de winkel lagen, zo stilletjes zijn ze bij ons uit beeld verdwenen.

fris ontwerp ook

Tot vorige week. Ik stond op de bakafdeling bij de super, en opeens zag ik dozen voor kwarktaart staan. Ach, net als vroeger, en hup, daar ging een doos in de kar.
Het is echt zo klaar, zo'n geval. Als je alles van te voren klaar zet: 10 minuten.


Zakje kruimelpoeder mengen met gesmolten boter.


 Taartmix mengen met kwark en slagroom.

lekker kleurtje

In de goede volgorde in een grote vorm verdelen. En dan opstijven in de koelkast. Ik had geen bakblik van 26 cm, en dus mikte ik het geheel in een siliconenvorm. Slecht idee!



Alles bleef wel heel, gelukkig.



Ik zal het maar eerlijk zeggen: ik vond het een beetje vies. Máár: man, kinderen en de timmerman vonden hem lekker. En het tweede stuk smaakte beter; het was even wennen, denk ik. Want er zitten merkwaardige dingen in zo'n mengsel.
Mijn interesse is nu echt gewekt, dus binnenkort probeer ik nog een ander smaakje, je weet maar nooit. Er is een fase geweest dat ik zelf kwarktaarten maakte: gele met Pasen, oranje op Koninginnedag, noem maar op. Dat zal ik ook weer eens doen. En dan vergelijken. Het worden weer fijne weken.





donderdag 3 oktober 2013

Kinderboekenweek: Paulus, Wawa en Sinterklaas

Wie zeker niet in mijn lijstje van niet-te-missen- kinderboeken mag ontbreken is Paulus.
Paulus was de eerste multi-mediale kinderheld: hij verscheen in de krant, in boekvorm, op de radio en later ook op de Televisie. Paulus-bedenker Jean Dulieu deed bijna alles zelf: hij bedacht de verhalen, illustreerde, deed de stemmetjes voor de radio-hoorspelen en maakte de poppen voor de latere TV-serie, waarbij hij ook weer zelf voor de stemmen zorgde.
Er zijn allerlei heruitgaves van Paulus-boeken: zowel de krantenstrips als de verhalen verschijnen opnieuw in mooie bandjes.



Mijn favorieten zijn toch de verhalen uit de jaren 50 tot '64, die op de foto rechts te zien zijn. Ze zijn ook niet te lang, handzame hoofdstukjes, goed voor de korte kinder-spanningsboog.
Eerst werden ze voorgelezen, later las ik ze zelf.
Ruggetjes ontbreken voor een deel, het papier is vergeeld, maar wat houd ik van mijn Paulus-boeken. Keer op keer heb ik ze ook aan mijn kinderen voorgelezen. Het taalgebruik van Dulieu is nogal volwassen. Er zijn mensen die dat niet geschikt vinden voor kinderen, maar daar heb ik me nooit wat van aangetrokken. Als ze iets niet begrepen legde ik het uit en al voorlezende verruimde zo je hun woordenschat.
Elk jaar las ik natuurlijk Paulus de hulpsinterklaas voor, ook toen ze niet meer gelovig waren, want het is een prachtverhaal.



En hoewel de Sint hier niet meer langskomt, hij heeft het tenslotte druk genoeg, haal ik begin december het boek uit de kast en lees opnieuw het prachtige lied  "Zie de boot stoomt door de bomen, Sinterschoen, harpoen en kaas", en geniet van Oehoeboeroe die Paulus' imitatie van een schimmel aanhoort.
Gun je kinderen dit prachtige verhaal.  Ja, ik weet het, sommigen vinden de manier waarop Piet wordt afgebeeld racistisch. Zij hebben kennelijk geen oog voor zijn vriendelijkheid en wijsheid. Jammer voor hen. Het is spannend en ontzettend grappig.

Het tweede Paulus-verhaal dat niet mag ontbreken is Paulus en Wawa.

 

Dat las ik minder vaak voor, vanuit praktische overwegingen.  Het is een ontroerend verhaaltje over de knuffelolifant Wawa. Dorinde, een klein meisje, heeft Wawa verloren tijdens een wandeling in het bos. Wawa mist Dorinde erg, en als ze terugkomt om hem te zoeken heeft hij het er maar moeilijk mee. Hartverscheurend is het, en ik moet dan ook altijd huilen. Dat is erg lastig met voorlezen: je stemt doet het niet, je neus loopt vol en door de tranen kun je niet goed zien. Maar wat moet dat moet, ik sloeg ik me er dan weer dapper doorheen, of ik vroeg man om dat ene stukje voor zijn rekening te nemen. Dit alles tot groot vermaak van onze jongens. Het is een lief boek, zoiets als Monkie, dat hetzelfde thema heeft.
Ach, alle Paulus-deeltjes zijn fantastisch. Het is niet altijd even zoet en vreedzaam. Er is een enge vos, er zijn rovers en er is natuurlijk Eucalypta, de heks, het Kwaad in natura. Maar Paulus is dapper en slim, en heeft vrienden die hem bijstaan. Alles komt goed. En de illustraties zijn prachtig, vooral de kleurenplaten.


Geen Paulus-boek, maar hij hoort er toch bij:  De zeven wonderdaden van Kevertje Plop. Ook weer mooi geïllustreerd, grappig en spannend. Helaas alleen tweedehands verkrijgbaar. Kom je hem tegen, sla toe!




Paulusboeken zijn te bestellen bij o.a.: klik hier
Over Jean Dulieu valt het een en ander te lezen, zijn dochter Dorinde van Oort heeft pas een biografie over hem doen verschijnen. klik hier
Algemene informatie natuurlijk op Wikipedia: hier dus