dinsdag 1 december 2020

Advent 2020

Vorig jaar, tijdens onze Advent-vakantie in Duitsland, zei ik dat ik misschien wel eens de hele Advent-periode thuis wou zijn. Wat zeggen ze ook altijd? Be carefull what you wish for! Dit was helegaar niet wat ik bedoelde!

Het was inmiddels een traditie: begin december naar de Moezel/Eifel, een huisje huren bij Traben-Trarbach.

Het kan prachtig weer zijn, of mistig, of nat, of de eerste sneeuw geeft de bomen een pruikje; maakt allemaal niet uit, het uitzicht is altijd geweldig.

 



Elk jaar bezoeken we een paar dorpen langs de rivier: allemaal eeuwenoud, allemaal hetzelfde en toch anders. 


      



We storten ons op de kerstmarkten en kopen plaatselijke kerst-lekkernijen.




We lezen en puzzelen en breien (ik), kortom, we hebben het heerlijk.

Ik wist niet, dat ik het zo zou missen, maar we passen ons aan, en we bedenken wel wat anders en volgend jaar beter. Hoop ik. Nog even doorzetten.

maandag 5 oktober 2020

Huismus (Passer Domesticus)

We zijn weer begonnen met het voeren van de vogels. Gedurende de zomer barstte onze tuin van de mugjes, larven en andere beestjes, en ook zaadjes en fruit waren in ruime hoeveelheden beschikbaar. Nu de jongen uitgevlogen zijn en de herfst is begonnen gaan we weer back to normal: strooien!

Er leven nogal wat huismussen om ons huis. Gelukkig maar, want ze staan op de rode lijst. Volgens de Vogelbescherming stellen mussen prijs op rommelige tuinen. Dat doen we dan goed.

Jaren lang zat er een eenzaam mannetje zijn territorium te verdedigen, met een luidruchtig getsjilp. Maar opeens was er een kentering ten goede, jaar na jaar werden het er meer, en tegenwoordig tellen we minstens 30 vogeltjes. Er is iets nostalgisch aan hun geluidjes als ze hutje mutje in de klimop zitten. Ook het geroef van de vleugeltjes als de kolonie in één beweging op fladdert om met veel geschetter ergens anders neer te strijken, zo vertrouwd als dat klinkt.

Van mijn ouders erfde ik Thorburn's Vogels in kleuren, een door Thieme uitgegeven versie, toegepast op de toenmalige Nederlandse vogelstand. 

 

De huismus (man en vrouw) staan op plaat 75 


 

Ze eten graan, zaden, brood, vetbollen, insecten, bloemknoppen, pinda's en wat dies meer zij. (Ik kan me goed herinneren dat ze de gele krokussen van mijn vader aan flarden aten, de paarse bliefden ze niet. Het dreef hem tot waanzin). Met het leegschudden van je broodtrommeltje, het verkruimelen van een kapje, het uitkloppen van tafelkleed of placemat zijn ze al blij.


https://www.vogelbescherming.nl/


dinsdag 8 september 2020

Godlinze

 Toen de zomer op zijn mooist was, zijn we tweemaal naar Godlinze geweest. Direct aan het begin van de Hoofdweg staat een electriciteits-huisje, daar kun je parkeren (als je loopt zie je meer). Aan de overkant van de straat staat een picknicktafel, met uitzicht over de velden. Toen we klaar waren, aten we daar een broodje.

Als je de Hoofdweg in loopt merk je goed dat de weg stijgt. Godlinze ligt op een wierde; ik las ergens dat het de hoogste van de provincie is (meer dan 6 meter hoog).

De bewoners houden van tuinieren, de kleuren stralen je tegemoet. Vreemd toch, dat het ene dorp daarin zo verschilt van het andere. Meteen links een prachtige moes- en bloementuin, en daarop volgend ook overal bloemen en planten.

Ons streven is een klein rondje om de kerk, dus gaan we linksaf de Peperstraat in.

De straat slingert zich om de kerk heen, we komen langs de pastorie, een rijksmonument met een deels formele tuin, maar met een weelde aan bloemen langs het hekwerk.




Er ligt een handig bruggetje over de sloot naar het kerkhof, maar we lopen nog even door. Statige woningen wisselen elkaar af met arbeidershuisjes. Er wordt verhuisd, de verhuiswagen past maar net op het weggetje.

Over de Hoofdweg een stukje terug, nu is de Pancratiuskerk aan de beurt.

Er is geen enkel excuus om alle kerken in de rest van Europa te bezoeken, terwijl je nog nooit in één van de Groninger kerken bent geweest. Zoek een plekje in de kerkbanken en kijk.







Elk stipje, elke lijntje is ooit door iemand met aandacht en geduld gezet. Ja, het is gerestaureerd en misschien tig keer overgeschilderd, maar eens is het voor de eerste keer gedaan, op een maagdelijk witte muur, tussen de ribben in het plafond. Stip, stip, stip....

 

Tijd om naar huis te gaan. Nog even genieten van de weelde aan Dahlia's en andere bloemen aan de overkant. 



Foto's: A.B. van der Ploeg en van Aag zelf.

Voor informatie over de kerk zie: https://www.groningerkerken.nl/nl/kennisbank/kerken/G/12/godlinze-kerk-godlinze




dinsdag 11 augustus 2020

Troeleke

 Finn woont al weer ruim 4 jaar bij ons. Ze heeft zo'n zachtaardig karakter, ze is een schat. Finn is onze lieverd, mijn famke, skotsje, meiske, troeleke.



Troeleke? Ja, dat vroeg ik me vorige week ook opeens af. Dat zeg ik verder tegen niemand, nooit gedaan ook. Ik hoor ook niemand anders dat woord gebruiken.

Troel en troela wel, al komt dat ook steeds minder vaak voor. Ouderwetse woorden die langzamerhand uitsterven.

Volgens de site van het Instituut voor de Nederlandse taal: 

"2. In platte of gemeenzame taal waarderende of liefkozende benaming voor een meisje of vrouw, soms ook als verkleinwoord gebezigd als liefkozende benaming voor een kind."

Dat bedoel ik dus.

Ondertussen ben ik de boekenkasten weer eens aan het uitruimen, er gaat behoorlijk wat weg. Deze twee blijven.

 

 De illustraties zijn van Joan Mac Neill.

Al mijn verhuizingen meegesleept, meer dan 50 jaar niet ingekeken. Mochten ze zo langzamerhand niet weg? Ik besloot ze opnieuw te lezen.

Ach, ze gaan over mij! Toen ik een jaar of 4, 5 was. Kijk, het keukentje van mijn oma (min of meer). 

 

Ik dronk thee met een cream cracker met kaas bij oma. Goudse kaas onder een glazen stolp. Prachtig was die.

En mijn moeder bakte taarten.

 

 

 

Mijn moeder zag er ook wel zo uit, toen we nog in de stad woonden: met hippe kleren en mooi haar.




En toen las ik dit:


Vandaar dat ze niet weg mochten. Ik wist het wel, ik was het alleen vergeten.  

zaterdag 11 juli 2020

Vlas

Op een goede dag, in het jaar 2019, reden wij van Holwerd over de N357 richting Ferwert, toen wij een gerooid veld zagen, met daarop een bord dat iets over een vlasroute riep. Wat was dat nou weer? Waarom wisten we dat niet?

Er is een website, kijk The Blue Line/ De vlasroute

Ik houd van vlas. Toen ik klein was, hadden we thuis een eindeloos lief boek: "Hoe de mol aan zijn broekje kwam".





Nog steeds verkrijgbaar, inmiddels onder de titel "Hoe Molletje aan zijn broek kwam". De tekenaar was Zdenek Miler. In 1957 maakte hij de eerste animatiefilm met Molletje (Krtek), er zouden nog zo'n 49 volgen.
In de jaren '60 werden ze op de Nederlandse televisie vertoond. Molletje werd een icoon, vooral in Duitsland.





Deze komt uit een boekwinkel in Rügen, waar hij te koop stond tussen schriften, etuis, rugzakken etc. Allemaal met Molletje er op. Onweerstaanbaar.

Terug naar het begin: die broek van Mol werd gemaakt van vlas. Door Mol geplukt, in het water gelegd, gerekeld, etc. tot er alleen vezels over waren. Een ander beestje maakte daar linnen van en daar werd dan het broekje van genaaid.

En opnieuw: ik hou van vlas. Die eindeloos diep blauwe kleur van de bloempjes, daar staat mijn verstand bij stil. In onze tuin bloeien er elk jaar een paar (gekiemd vogelvoer), en zo nu ook. Het moment dus om naar de bloeiende percelen in Friesland te rijden.

Het was zoeken, maar na wat heen en weer rijden vonden we het vlas. Jammer, we waren een week te vroeg, de knoppen waren nog gesloten, daarom zagen we het eerst niet. Alleen het derde perceel, dat wat meer beschut lag, kwam lekker op gang.




Wellicht heeft het woord "vlas" voor sommige mensen dezelfde lading als hier het woord "turf". Vlas en turf betekenen rugbrekend werk. Overal in Friesland kom je verwijzingen naar vlas tegen. In Afke's tiental bijvoorbeeld, van Nienke van Hichtum:


In het museum Het Braakhok kun je zien hoe het verwerken van vlas in zijn werk gaat:

https://www.itbraakhok.nl/

Ondanks al die narigheid blijf ik vlas een prachtig product vinden. Zoals de wind zacht door een veld waait, en de planten een zee van groen-blauwe tutu's vormen, het is zo'n elegante plantje.

Het loont de moeite om te gaan kijken, als het bloeit en ook op andere tijdstippen, want er is meer te zien in en rond Holwerd. 







zaterdag 9 mei 2020

Woord en Beeld: Maple Syrup





Maple Sugar Moon, bladzijde 63 t/m 71
Maple Nation: A Citizenship Guide: bladzijde 170













Little House in the Big Woods werd gepubliceerd in 1932, illustraties zijn van Garth Williams.
Braiding Sweetgrass werd gepubliceerd in 2013.






zaterdag 25 april 2020

Portretten

Ansichtkaarten, ik ben er dol op. Nu ik er npg eens honderden bijgekregen heb kan enige ordening geen kwaad.




De eerste groep: portretten. Dat is mensen kijken in het klein. Portretten zijn als Bach, talloze variaties op een thema.



Zoveel variabelen: ondergrond (hout, steen, kalk, doek, papier, papyrus), materiaal, de kunde van de ambachtsman/kunstenaar, de blik en mensenkennis van de kunstenaar, de mores van de tijd, de mode van de tijd, enzovoort, enzovoort....
Ik kijk naar hen, sommigen kijken terug. Wie zijn die mensen? Wat deden ze, wat dachten ze? Hoe gingen ze om met ziekte en tegenslag?
Ik vind er ook bemoediging in. Hoeveel hebben al die mensen niet meegemaakt? En kijk, we zijn er nog steeds, als soort.



Ik begin gewoon.


Dit is, voor zover men weet, Agniete van de Rijne. Haar geboortejaar is onbekend, haar sterfjaar was 1563. Agniete is zo te zien in goede doen: goud, parels, brokaat, kant. Er is nogal wat symboliek in het schilderij verweven. Sommige dingen herkennen we nog als zodanig: de druiventros en de klimopbladeren bijvoorbeeld, maar ongetwijfeld zien we veel niet. Verder heb ik nog niets over Agniete zelf gevonden, maar hopelijk komt dat nog wel. Het portret is waarschijnlijk in 1520 geschilderd door Joos van Cleve (1485-1541). Over hem is meer te vinden, om te beginnen op Wikipedia.

Dit portret hangt in Rijksmuseum Twente. Dat is een hartstikke leuk museum met een mooie collectie. Als het straks weer kan, ga er dan vooral eens heen.

website museum

donderdag 9 april 2020

Woord en Beeld: Sibculo




In 1403 stichtte priester Johan Klemme met een groep gelijkgezinden een Gemeenschap van Broeders van het Gemene Leven in het gehucht Sibculo: Groot Galilea.

  

voormalig kloosterrein







In het dorp






Boek: De Moderne Devotie. Spiritualiteit en cultuur vanaf de late Middeleeuwen. Eindredactie: Anna Dlabačová, Rijcklof Hofman



Foto's: van Aag zelf