dinsdag 11 juni 2013

Gevonden voorwerp: breinaalden

Breien voor baby en meer


Man heeft nog een weekje vakantie. Dat betekent: 's morgens een klusje en 's middags vrij. Het was heerlijk weer vanmiddag, dus besloten we naar Wedde te fietsen. Aan de Hoofdweg is een bric-รก-brac-winkel; daar wou hij eens een kijkje nemen.

Wedde ligt zo'n 6 km verderop en is best een leuk dorp. Er is een burcht, oftewel borg.




Er is een aardige, oude kerk



En er is dat winkeltje. Dat blijkt op dinsdag gesloten te zijn. Gelukkig is er ook een eetcafe, waar je ijsjes kunt kopen. Daar tegenover zijn bankjes, onder nog jonge kastanjebomen, waar je rustig kunt zitten uitblazen.
Op een van die bankjes lag iets merkwaardigs.




Breinaalden! Pas gekochte breinaalden, want de verpakking was nog gesloten. Iemand zal ze verloren hebben. Een ander iemand heeft ze gevonden en duidelijk zichtbaar op het bankje gelegd.
Ik heb even gekeken: naalddikte 2 en 2 1/2. Waarschijnlijk om iets voor een baby te breien, of om iets kantachtigs te maken. O, de verleiding om ze mee te nemen. Niet gedaan natuurlijk. Misschien liggen ze er nu nog wel. Zucht.

Ik ben dol op breien. Maar dat is niet altijd zo geweest. Op de lagere school kregen wij, meisjes, vanaf de derde of vierde klas handwerkles. De jongens gingen dan leuke dingen doen met de meester: timmeren en zo. Hoogst onrechtvaardig vond ik toen al.
Bovendien was dat handwerken een drama, vooral als het warm was. Breien ging met breikatoen. Als onervaren breister trok ik de draad veel te strak aan. Dat in combinatie met zweterige, plakkerige handjes en stalen breinaalden maakte dat het breiwerk strak aan de pennen hing. Geen beweging in te krijgen, niks geen insteken, laat staan af laten glijden. Ook borduurwerkjes werden vodden in de hitte.

Ik weet nog precies wat voor werkjes ik heb geproduceerd, maar ze zijn bijna allemaal verdwenen.

Dat zwoegen op verplichte handwerkjes werd ook gedaan door alle generaties meisjes voor mij. Ik heb dan ook twee proeflapjes, die door mijn moeder zijn gemaakt. Hoe en wanneer, ik weet het niet. En ik kan het ook niet meer vragen. Ik heb ze ooit provisorisch achter glas geklemd. Ze waren wat weggezakt, met andere lijstjes, merklappen en meer van zulk spul.



Dankzij die breinaalden heb ik ze weer opgezocht. Er moet maar eens een degelijk lijstje om, en dan ergens ophangen. Ter ere van al dat gezwoeg met naald en draad.


Foto's: A.B. van der Ploeg en van Aag zelf








.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten