maandag 14 april 2014

Uitgelezen: Het smalle pad van de liefde




 Vonne van der Meer: Het smalle pad van de liefde.

Voor in een bibliotheekboek zit altijd een wit velletje papier geplakt met daarop een aantal gegevens: de uitgeverij, de schrijver, de titel, het isbn-nummer. Er staat: 20 cm (bizar) en een samenvatting van twee zinnen.
Vervolgens staan er nog drie trefwoorden:

Overspel.
Het verhaal begint met één persoon, Floris. Er hoort een gezin bij Floris. Een vreselijke gebeurtenis hakt op dat gezin in. Van der Meer weet in enkele bladzijden een huwelijksrelatie te schetsen, daarna, met een paar zinnen, opent ze de hel op aarde voor jonge ouders. Ze kruipt onder de huid bij Floris, neemt dan weer afstand, van ver laat ze het getroffen gezin even betijen. Een tweede familie dient zich aan, naadloos voegen de hoofdpersonen zich bij elkaar. En ja, van het een komt het ander, zo makkelijk gaat dat: een stap te ver, een nieuwe relatie, verborgen en verboden. Het boek eindigt met één persoon: May.

Schuldgevoelens.
Floris wordt geteisterd door schuldgevoelens. In hoeverre Francoise, zijn vrouw, zich schuldig voelt, komt niet echt uit de verf. May voelt zich zeker schuldig. Al die schuld, hoe ga je daar mee om?

Geloofsbeleving.
Het voornaamste thema van dit boek is volgens mij Geloof. En dan niet het geloof in God, maar het geloof in Geloven. Geloof biedt houvast in de vorm van rituelen en woorden. Geloof betekent vergiffenis, verlossing van schuld. Geloofsgenoten vormen een gemeenschap, waarbinnen je je welkom kunt voelen; die je veiligheid en zekerheid biedt. En ook het geloof dat "in voor- en tegenspoed" en "tot de dood ons scheidt" haalbaar is.

Ik heb meerdere boeken van Vonne van der Meer gelezen, maar hier is ze toch wel meesterlijk bezig: alle facetten van het verhaal hebben een plaats en een functie. Ze heeft alle touwtjes strak in handen.

Vonne van der Meer heeft zich op latere leeftijd bij de Katholieke Kerk aangesloten. En dan merk je hoe seculier de literaire wereld in Nederland is, want met die non verderop in het verhaal, en die geloofsvragen, daar worstelen de recensenten een beetje mee. Die zien geloofsbelevenis misschien liever als iets folkloristisch? De behoefte aan rituelen herkent iedereen, vooral in tijden van nood kunnen die troost bieden. Maar de volgende stap, May's overgave aan een spirituele ervaring in een kerk, dat is een ander verhaal. Dat intelligente mensen, zoals schrijvers, zich wenden tot God en Kerk, dat roept een zachte verwondering op (en dan hebben we het nog niet over de onversneden woede en diepe weerzin bij sommige mensen), waar verder niet te veel over wordt gesproken. Geloven is een taboe in de grachtengordel. Behalve bij Vonne van der Meer, die er onverdroten over schrijft en praat. Ja jongens, ook dat is de realiteit voor heel veel mensen, wen er maar aan.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten