woensdag 21 augustus 2013

Eetpatronen: jam maken

Ik heb gisteren jam gemaakt, van perziken. Ze zagen er prachtig uit.



Helaas bleken ze erg hard te zijn. Ik ben nu eenmaal te beleefd om in de winkel in iedere perzik te knijpen. Daar zijn ze wel op geteeld, op dat knijpen en voelen en stoten. Dat ze er, zolang ze in de winkel liggen, toch mooi uit zien. Smaak is van minder belang, vindt de teler. Dom. Ik zoek wel een andere verkoper, die het wel snapt.
Goede spullen maken het leven nog makkelijker.

grote pan

Een van de beste uitvindingen ooit:

de vultrechter.

 Goed, daar gingen we: vruchten geschild, fijngesneden en in de pan.


Mengen met geleisuiker (grote stappen, snel thuis) en aan de kook brengen. 4 minuten flink doorkoken, in de schoongemaakte potten, klaar.


Ik vermaakte me weer uitstekend. Tijdens het koken dacht ik na over de onuitroeibare behoefte in te maken. Mijn moeder maakte in de jaren zestig nog wel jam, ze wekte boontjes en appelmoes, die dan in de kelder werden gezet. Toch is ze er op een gegeven moment mee opgehouden.
Zus Wee en ik zetten de traditie voort. En nu ik in een streek woon, waar je overal langs de weg fruit kunt kopen, soms gratis krijgt, en overal rozenbottels, vlierbessen en bramen groeien, is het te verleidelijk om daar geen gebruik van te maken. Het is een combinatie van verzameldrift (de mens blijft jager/verzamelaar) en het idee dat je eten niet mag weggooien/ laten staan. Nature, nurture and culture! En het is natuurlijk ook uitermate bevredigend: al die potten, tot aan de rand gevuld en met de mooiste kleuren.
Tja, en ondertussen eten we nu nog van de jam die ik vorig jaar maakte. Dat was nou ook weer niet de bedoeling.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten